Is een een ‘letter of comfort’ afdwingbaar – en vooral door wie?

Over het belang van het onderscheid tussen gerichte of ongerichte LoC’s

Letters of comfort (LoC) of patronaatsverklaringen worden vooral geassocieerd met vennootschapsgroepen. De moedervennootschap (emittent) verklaart iets aan de medecontractant van de gepatroneerde dochtervennootschap (begunstigde) met als doel het verhogen van de kredietwaardigheid van de dochtervennootschap (gerichte verklaring). Dit gebeurt vaak in het kader van een kredietovereenkomst, maar kan ook bij andere overeenkomsten – elke overeenkomst is immers in de kiem een kredietovereenkomst (bv. in een share purchase agreement heeft de verkoper een potentieel grote aansprakelijkheid t.a.v. de koper). Deze gerichte verklaring gebeurt meestal op verzoek van de begunstigde (die al dan niet in de verklaring wordt geïdentificeerd).

In andere gevallen is de verklaring niet geadresseerd aan specifieke begunstigden (ongerichte verklaring). Dan is ze doorgaans afgeleverd op vraag van het bestuursorgaan van de gepatroneerde vennootschap. Dat gebeurt vaak op verzoek van de commissaris van de dochtervennootschap die twijfels heeft bij haar continuïteit (L. Leber, De patronaatsverklaring, Deventer, Wolters Kluwer, 2017, 23).

Niet zelden is de keuze voor het instrument van de LoC een onmogelijke poging om juridische kool en geit te sparen.

Continue reading “Is een een ‘letter of comfort’ afdwingbaar – en vooral door wie?”