Let’s get physical

Vananroye & Lindemans in Liber amicorum Braeckmans over vrije keuze en verandering van toepasselijk vennootschapsrecht

In het Liber amicorum Herman Braeckmans schrijven Vananroye & Lindemans over vrij keuze van vennootschapsrecht (“werkelijke zetel” vs “statutaire zetel) en over de verandering van dat toepasselijke vennootschapsrecht (“internationale zetelverplaatsing”.  Daarbij schenken ze ook aandacht aan de nood voor duidelijke bepalingen  omtrent grensoverschrijdende ‘fysieke’ herstructureringen: Continue reading “Let’s get physical”

‘Voortschrijdend inzicht en zwarte zwanen in het insolventierecht’

Professor Eric Dirix in het Liber Amicorum Braeckmans

De wortel van veel discussie en onduidelijkheid rond de gerechtelijke reorganisatie op zijn Belgisch is dat de wetgever nooit op een overtuigende en duidelijke wijze de basisfilosofie heeft gearticuleerd. Misschien ook wel omdat die basisfilosofie ook bij de wetgever niet altijd duidelijk in het hoofd zat. Ja, er wordt wel gesproken over  het doel om “de continuïteit waarborgen” of “de going concern waarde te vrijwaren”. Maar dat onderscheidt de gerechtelijke reorganisatie niet echt van het faillissement, dat óók tot doel heeft om de going concern- waarde te vrijwaren. Bij een faillissement wordt de drager van het handelsfonds geliquideerd, maar dat belet niet dat het handelsfonds in going concern kan worden overgedragen.

Het is daarom bijzonder aardig dat Professor Dirix in het Liber amicorum Herman Braeckmans op mooie wijze de doelstellingen van de WCO na de recente hervormingen probeert te articuleren. Daarbij raakt hij aan wellicht het belangrijkste verschilpunt tussen een faillissement en een reorganisatie: bij het faillissement wordt de waarde van equity weggeveegd, terwijl bij een reorganisatie aandeelhouders nog een vinger in de pap en skin in the game behouden:  Continue reading “‘Voortschrijdend inzicht en zwarte zwanen in het insolventierecht’”

In het vennootschapsbelang: liber amicorum Herman Braeckmans

Eric Dirix, Robby Houben, Eddy Wymeersch, Antwerpen, Intersentia, xx + 588 blz.

De Universiteit Antwerpen viert vandaag het emeritaat van Professor Herman Braeckmans. Bij die gelegenheid wordt hem een liber amicorum overhandigd. Dit boek omvat de volgende bijdragen uit het vennootschaps,- financiëel, insolventie- en ondernemingsrecht:

Continue reading “In het vennootschapsbelang: liber amicorum Herman Braeckmans”

“Pleit” je rijk in Richmond (Virginia): Toys “R” Us

What do lawyers maximize? (The same things everyone else does)

De rechtseconomische literatuur met betrekking tot corporate governance staat vaak stil bij de agency costs die de agent-principaalverhouding tussen bestuurders en aandeelhouders teweeg brengt. Men staat echter zelden stil bij de agency costs die in andere agent-principaalverhoudingen bestaan. Dit forum doet dat echter wél met enige regelmaat. Daarbij denken we o.a. aan de blogposts over de agency costs die bestaan binnen de agent-principaalverhouding tussen curatoren en schuldeisers in de boedel (i.e. bankruptcy governance, zie bv. hier, hier en hier). Een andere agent-principaalverhouding, met bijbehorende agency costs, is echter die van de advocaat en cliënt.

In een eerdere blogpost hebben we reeds gewezen op bepaalde prikkels die de remuneratie van de advocaat kunnen creëren in zijn hoofde. Een mooie illustratie daarvan is de recente zaak van Toys “R” Us die in Richmond (Virginia, VS) een insolventieprocedure hebben aangevraagd. Toys “R” Us is daarin echter niet alleen. Richmond wordt steeds populairder voor insolventieprocedures (zie daarover hier en hier). De vraag die daarbij rijst, is: “Waarom?”. Continue reading ““Pleit” je rijk in Richmond (Virginia): Toys “R” Us”

Kwantitatieve aansprakelijkheidsbeperking voor bestuurders in Delaware (en België?)

Voorontwerp WVV komt met maximumaansprakelijkheid voor bestuurders van rechtspersonen

In de recente gepubliceerde slides van het Belgisch Centrum voor Vennootschapsrecht m.b.t. het Voorontwerp van het Wetboek “Vennootschappen en Verenigingen” wordt de invoering van een kwantitatieve aansprakelijkheidsbeperking ten voordele van bestuurders van rechtspersonen besproken. Het Voorontwerp maakt ter zake geen onderscheid tussen feitelijke bestuurders en formeel benoemde bestuurders.

Het bekendste voorbeeld van de (overigens zeldzame) buitenlandse rechtstelsels die een gelijkaardige aansprakelijkheidsbeperking heeft ingevoerd, is Section 102(b)(7) of the Delaware General Corporation Law : Continue reading “Kwantitatieve aansprakelijkheidsbeperking voor bestuurders in Delaware (en België?)”

Vis attractiva concursus and its limits

In its judgment of 9 November 2017, the Court of Justice has limited the principle of vis attractiva concursus, i.e. the principle that ancillary proceedings may be attracted to, and brought before, the forum concursus. The Court ruled that article 3(1) of the (old) Insolvency Regulation must be interpreted as meaning that an action for damages for unfair competition by which the assignee of part of the business acquired in the course of insolvency proceedings is accused of misrepresenting itself as being the exclusive distributor of articles manufactured by the debtor does not fall within the jurisdiction of the court which opened the insolvency proceedings. Continue reading “Vis attractiva concursus and its limits”

Het voorliggend ontwerp ‘Wetboek van vennootschappen en verenigingen’: een tip van de sluier gelicht

Op de website van het Belgisch Centrum voor Vennootschapsrecht werden de slides gepubliceerd van de studiedag van 9 november met een overzicht van wat blijft en wijzigt in het voorliggende ontwerp, in de staat waarin het zich bevindt: Continue reading “Het voorliggend ontwerp ‘Wetboek van vennootschappen en verenigingen’: een tip van de sluier gelicht”

Curatoren en vereffenaars: actuele ontwikkelingen IV

Vers van de pers

Bij Intersentia verscheen CURATOREN EN VEREFFENAARS: ACTUELE ONTWIKKELINGEN IV (editors: H. Braeckmans, M.E. Storme, M. Vanmeenen, B. Tilleman en J. Vananroye).

Deze nieuwe uitgave analyseert de recente tendensen in het insolventierecht in de ruime zin. In het boek wordt ruime aandacht besteed aan de verscherpte confrontatie van het insolventierecht met diverse andere rechtstakken, zoals sociaal recht, fiscaal recht e.a. De volledige inhoudstafel vindt u hier.

Dit boek bundelt de belangrijkste bijdragen van sprekers die meewerkten aan de postuniversitaire opleiding Curator-Vereffenaar georganiseerd door de KU Leuven en de UAntwerpen. Deze opleiding wordt in 2018 opnieuw aangeboden, met bijzondere aandacht voor de wijzigingen in het nieuwe Boek XX WER.  Continue reading “Curatoren en vereffenaars: actuele ontwikkelingen IV”

Winstoogmerk: oude wijn in oude zakken

Pleidooi voor een afschaffing van het winstoogmerk als positieve gebod voor vennootschappen

Het winstoogmerk als valse breuklijn tussen vennootschappen en verenigingen. Het distinguo tussen vennootschappen met winstoogmerk en verenigingen zonder winstoogmerk zorgt voor een nette opdeling van het organisatierecht, die echter slechts schijn is. De wettelijke specialiteit van, enerzijds, vennootschappen en, anderzijds, verenigingen en stichtingen overlapt immers in sterke mate. Continue reading “Winstoogmerk: oude wijn in oude zakken”

The principle of limited liability. A reminder on Salomon v A Salomon & Co Ltd

In Salomon v A Salomon & Co Ltd, the House of Lords famously upheld the principle that creditors of an insolvent company cannot sue the company’s shareholders for any of the company’s outstanding debts. In the words of Lord Herschell: Continue reading “The principle of limited liability. A reminder on Salomon v A Salomon & Co Ltd”

Pleidooi voor de schrapping van de anterioriteitsvoorwaarde van de Pauliana

Bijdrage in RW over de anterioriteitsvoorwaarde van de Pauliana – De fusie en splitsing als testcase

In de recentste aflevering van het Rechtskundig Weekblad (Volume 81, afl. 11) betoog ik dat de anterioriteitsvoorwaarde van de Pauliana geschrapt zou moeten worden. De belangrijkste redenen om tot die schrapping over te gaan, zijn de volgende:

Allereerst is er geen wettelijke noch deugdelijke grondslag aanwezig voor het bestaan van de anterioriteitsvoorwaarde in het Belgische recht. De afwezigheid van de anterioriteitsvoorwaarde bij de Nederlandse Pauliana toont tevens aan dat die vereiste niet inherent verbonden is aan de Pauliana;

Vervolgens heeft de schrapping van de anterioriteitsvoorwaarde een aantal voordelen. Continue reading “Pleidooi voor de schrapping van de anterioriteitsvoorwaarde van de Pauliana”

Nieuwe aanvraag tot gerechtelijke reorganisatie na intrekking van het reorganisatieplan. Cassatie zet het licht op groen.

Artikel 23, § 5 WCO bepaalt dat wanneer het verzoek tot gerechtelijke reorganisatie uitgaat van een schuldenaar die meer dan drie maar minder dan vijf jaar tevoren reeds het openen van een procedure van gerechtelijke reorganisatie heeft aangevraagd en verkregen, de nieuwe procedure van gerechtelijke reorganisatie niet mag terugkomen op de verworvenheden van de schuldeisers die zijn verkregen tijdens de vorige procedure.

Met deze regel, ingevoerd bij Wet van 27 mei 2013 tot wijziging van verschillende wetgevingen inzake de continuïteit van de ondernemingen, beoogt de wetgever te verzekeren dat een nieuw plan een oud plan niet kan wijzigen (A. Van Hoe, “Continuïteit voor de Wet Continuïteit Ondernemingen”, RW 2013-14, 1210).

Quid indien het oud plan ingetrokken werd op grond van art. 58 WCO, zonder dat het enige uitvoering heeft gekregen? Verhindert zulks dat een nieuwe procedure van gerechtelijke reorganisatie wordt geopend? In een arrest van 12 oktober 2017 (Nr. C.17.007.N) beantwoordt het Hof van Cassatie deze vraag (terecht) negatief: Continue reading “Nieuwe aanvraag tot gerechtelijke reorganisatie na intrekking van het reorganisatieplan. Cassatie zet het licht op groen.”

‘De konijnen van de konijnenwarande’: schemerdieren in het insolventierecht

“Onroerend door bestemming” als bescherming van de going concern-waarde

Uit de aard roerende voorwerpen die de eigenaar van een erf voor de dienst en de exploitatie van dat erf daarop geplaatst heeft, zijn op grond van art. 524 BW onroerend door bestemming. Elke Belgische jurist herkent de naïef-poëtische opsomming uit dit artikel met de verwijzing naar de duiven van de duiventillen, de konijnen van de konijnenwaranden,  de vissen van de vijvers…. (Zie hier en hier voor een een korte geschiedenis van het konijn en zijn warande in onze gebieden).

De mestgeur rond dit artikel doet vergeten dat het idee achter “onroerende goederen door bestemming” hetzelfde is als de hoofddoelstelling van het moderne insolventierecht, nl. voorkomen dat door een uitwinning een landbouwonderneming of andere feitelijke algemeenheid versplintert met vernietiging van de going concern-waarde te gevolg. Bij het “common pool”-problem dachten de stellers van het BW duidelijk aan een echte vijver.

Daarbij mag niet worden uit het oog verloren worden dat er in het BW van 1804 nog geen sprake was bezitloos pand noch van collectieve insolventieprocedures. (Het is overigens bij de konijnen af  dat een begrip als ‘samenloop’ nog altijd niet systematisch in het BW is geïntegreerd). Continue reading “‘De konijnen van de konijnenwarande’: schemerdieren in het insolventierecht”

Het insolventierecht geeft en het vennootschapsrecht neemt?

Eerste bespreking nieuw insolventie- en vennootschapsrecht door Vananroye en Lindemans in DAOR

In een bijdrage in het recentste nummer van DAOR maken Vananroye en Lindemans een eerste bespreking van wetgevende ontwikkelingen in het insolventierecht (goedgekeurd, nog niet in werking) en het vennootschapsrecht (wetgevingsproces tussen advies raad van state en tweede lezing door de ministerraad).

Een rode draad in de bijdrage is de interferentie tussen schuldeisersbescherming in het insolventierecht en in het vennootschapsrecht:  Continue reading “Het insolventierecht geeft en het vennootschapsrecht neemt?”