Richtlijnvoorstel tot harmonisatie van bepaalde aspecten van het insolventierecht

Bijzonder nummer in open access van het Nederlands Tijdschrijft voor Insolventierecht

De gemiddelde Belgische insolventiejurist begint zoetjesaan de Herstructureringsrichtlijn uit 2019 te ontdekken, nu het wetsontwerp houdende omzetting ervan onlangs werd ingediend in de Kamer, met een rustige vastheid in de wetenschap dat we nog niet gebarsten zijn van onze eerste laattijdige omzetting van een Europese richtlijn.

En zelfs de studie van het wetsontwerp gebeurt op een gezapige snelheid; weet ge dan namelijk niet dat een en ander nog zou kunnen wijzigen? Intellectueel kruit is schaars en we willen het niet nutteloos verschieten. Is het dan niet nuttig door studie de wetgever te informeren? Misschien is het toch interessant te melden dat bepaalde elementen uit het wetsontwerp niet evident conform zijn met de Richtlijn? Ach, zoet zomerkind. Wat baten immers kaars en bril?

De suggestie dat we misschien eens kunnen kijken naar het Voorstel – voorstel! – van Richtlijn tot harmonisatie van bepaalde aspecten van het insolventierecht wordt dan ook onthaald op schamper ooggerol. We zien het wel komen als het daar is, mijnheer.

Continue reading “Richtlijnvoorstel tot harmonisatie van bepaalde aspecten van het insolventierecht”

Nog één week: ‘disputatio’ op donderdag 1 juni 2023

“Het dispuut van vorig jaar vond ik veruit het beste “seminarie” van het jaar. Interessant en entertaining, en ook met veel humor gebracht. Ik heb er echt van genoten.”

Een advocaat die vorig jaar deelnam

U kan nog inschrijven voor de editie 2023 van het dispuut volgende week donderdag. Het programma vindt u hier. De uitgebreide electronische documentatiemap hier. Drie opleidingspunten OVB en IBJ. Erkend door IGO. EUR 75, met koffie en receptie.

‘Aandeelhouders van een bepaalde soort kunnen zich ertoe verbinden om een soortwijziging steeds goed te keuren (en aldus te verzaken aan hun recht op bescherming inzake soortwijziging)’

‘Indien een geconflicteerde bestuurder meestemt leidt dit tot nietigheid van het bestuursbesluit, zelfs bij afwezigheid van bewijs dat dit het besluit heeft kunnen beïnvloeden’

Wat komt er op ons af in het ondernemingsrecht?

Continue reading “Nog één week: ‘disputatio’ op donderdag 1 juni 2023”

Vacatures Instituut voor Handels- en Insolventierecht, KU Leuven

We brengen graag volgende vacatures voor praktijkassistenten in het Instituut voor Handels- en Insolventierecht (KU Leuven) onder de aandacht:

Zie ook hier voor de andere (soms voltijdse) mandaten op de Onderzoekseenheid Economisch Recht en de Faculteit Rechtsgeleerdheid en Criminologie

Solliciteren tot en met: 29/05/2023

Afschaffing immuniteit uitvoeringsagent zou leiden tot nodeloze complexiteit

Nieuw boek en binnenkort online seminar

Het vigerende systeem van de immuniteit van de uitvoeringsagent kan worden samengevat in drie eenvoudige regels:

1.     De hoofdschuldeiser kan de hoofdschuldenaar contractueel aanspreken, waarbij de hoofdschuldenaar ‘kwalitatief aansprakelijk’ is voor uitvoeringsagenten (rechtspraak, nu gecodificeerd in art. 5.229 BW, waar echter opnieuw de terminologie hulppersonen wordt gebruikt).

2.     De hoofdschuldenaar kan een uitvoeringsagent contractueel aanspreken als die zijn opdracht niet goed heeft uitgevoerd.

3.     De hoofdschuldeiser heeft in beginsel geen contractuele noch een buitencontractuele vordering op de uitvoeringsagent.

Het wetsvoorstel hervorming van het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht (het “Wetsvoorstel”) wil zoals bekend deze immuniteit afschaffen. Het is de derde stap waar het Wetsvoorstel van wil afwijken door de hoofdschuldeiser toch een buitencontractuele vordering te geven. Zie eerder hier. Deze wijziging zou leiden tot nodeloze complicaties.

Complicatie 1: de uitvoeringsagent krijgt twee schuldeisers zonder voorrangsregel. In het systeem van het Wetsvoorstel kan de uitvoeringsagent voortaan door twee schuldeisers worden aangesproken: contractueel door zijn opdrachtgever, de hoofdschuldenaar, en buitencontractueel door de hoofdschuldeiser.

Continue reading “Afschaffing immuniteit uitvoeringsagent zou leiden tot nodeloze complexiteit”

Disputatio – donderdag 1 juni 2023

Men meldde ons problemen met de inschrijflink voor de ‘disputatio’ die gisteren werd aankondigd. Die zouden moeten zijn opgelost. Inschrijven kan hier.

Het programma:

14:00: Verwelkoming: Joeri Vananroye (KU Leuven) 

14:10: De afdwingbaarheid van stemovereenkomsten met het oog op soortwijziging 

– Respondens: Nick Hallemeesch (ULB, White & Case)
– Opponens: Carl Clottens (KU Leuven, Eubelius)
– Praeses: Joeri Vananroye (KU Leuven)

15:10: De sanctionering bij schending van de belangenconflictenregeling

– Respondens: Tom Vos (UAntwerpen, Linklaters)
– Opponens: Stijn De Dier (UAntwerpen, Quinz)
– Praeses: Arie Van Hoe (VBO)

16:10: koffiepauze

16:30: Determinatio magistralis: panelgesprek over komende ontwikkelingen in het ondernemingsrecht (met o.m. Koen Geens en Ingrid D’Haeyer)

17:10: Uitleiding: Arie Van Hoe (VBO)

17:15 Receptie

Inschrijven kan hier.

Schrijf nu in voor de ‘disputatio’ op donderdag 1 juni: soortwijziging, stemovereenkomsten, nietigheid bestuursbesluit, schending belangenconflictenregeling, …

Kan een aandeelhouder zich op afdwingbare wijze in een stemovereenkomst verbinden om bij een toekomstige soortwijziging vóór te stemmen? (Zie meer hier).

Als een bestuurder met een belangenconflict deelneemt aan de stemming over de verrichting waarvoor hij geconflicteerd is, leidt dit ipso facto tot nietigheid van de betrokken beslissing? (Zie meer hier).

Twee vragen die de praktijk zeker bezighouden en waarover op donderdag 1 juni e.k. telkens twee disputanten in de intellectuele arena treden. Nick Hallemeesch verdedigt een verregaande afdwingbaarheid van stemovereenkomsten (voor soortwijziging, maar ook daarbuiten). Carl Clottens verdedigt dat een aandeelhouder niet op een blanco manier zijn wettelijke bescherming van dwingende recht kan opgeven. Tom Vos pleit voor een strenge handhaving van de belangenconflictenregeling: wat blijft er anders over van deze regels? Stijn De Dier verdedigt dat nietigheid enkel kan bij belangenschade: waarom een verregande sanctie als er geen schade is?

De format is bekend: elke disputant houdt een pleidooi, repliceert en gaat in op de vragen van het publiek, dat mee een stem krijgt.

De twee debatten worden gevolgd door een determinatio magistralis, een panelgesprek waarin wordt ingegaan op komende ontwikkelingen in het ondernemingsrecht, zoals: wat zijn de gevolgen van ESG voor aansprakelijheid van vennootschap, groep en bestuurder of de corporate sustainability due diligeence verplichtingen (enkel voor grote ondernemingen?). Met Professor Koen Geens (KU Leuven, volksvertegenwoordiger), Ingrid D’Haeyer (Head Legal Banking Products KBC) en Steffie De Backer (Senior Attorney, Freshfields Bruckhaus Deringer).

Inschrijven kan hier. Deelname kan fysiek te Leuven (auditorium Zeger Van Hee) of via livestreams. Erkenningsaanvraag voor 3 punten (advocaten, notarissen, bedrijfsjuristen); erkend door IGO. Het programma:

Continue reading “Schrijf nu in voor de ‘disputatio’ op donderdag 1 juni: soortwijziging, stemovereenkomsten, nietigheid bestuursbesluit, schending belangenconflictenregeling, …”

De groepsvennootschap als ‘contractueel betrokken derde’: aandachtspunten bij het opstellen van contracten

Het belang van de vennootschapsgroep in de contractuele praktijk

Vaak zal het in een groep voorkomen dat één vennootschap uit de groep in eigen naam goederen of diensten koopt die economisch alle leden van die groep ten goede komen. Een wanprestatie door de leverancier zal dan niet enkel de contracterende vennootschap treffen maar ook met haar verbonden vennootschappen. Hierdoor bestaat het risico op en kortsluiting tussen contractuele claim en economische benadeling.

Zeer concreet: één vennootschap uit de groep koopt IT-diensten aan, maar als het misloopt lijden alle groepsvennootschappen schade. Kan die schade worden verhaald en door wie? Hierbij een voorproefje van een KMO Campus webinar op 5 mei 2023, over enkele thema’s eigen aan contracteren met vennootschappen.

Continue reading “De groepsvennootschap als ‘contractueel betrokken derde’: aandachtspunten bij het opstellen van contracten”

Grondwettelijk Hof spreekt over de kwalificatie van een bestuurder als onderneming; zegt niets

Grondwettelijk Hof, arrest nr. 47/2023 van 16 maart 2023

In een arrest van gisteren 16 maart 2023 diende het Grondwettelijk Hof zich uit te spreken over de kwalificatie van een bestuurder als een onderneming. Zoals bekend is dit vooral relevant voor de toepassing van het insolventierecht op bestuurders. De Ondernemingsrechtbank Henegouwen, afdeling Charleroi, had de volgende prejudiciële vragen gesteld :

Continue reading “Grondwettelijk Hof spreekt over de kwalificatie van een bestuurder als onderneming; zegt niets”

Over het rechtspersoonlijk publiciteitssysteem

Bekendmaking: een bijkomende voorwaarde voor tegenwerpelijkheid; geen voorwaarde voor bijkomende tegenwerpelijkheid

Het uitgangspunt in het gemeen vermogensrecht is dat een rechtshandeling in de regel tegenwerpelijk is aan derden louter door haar bestaan. De draagwijdte daarvan moet niet worden overschat. Derden moeten rekening houden met de goederenrechtelijke vermogenstoestand van hun tegenpartij zoals die volgt uit de betrokken rechtshandeling. Derden zijn uiteraard niet gehouden tot de verbintenissen volgend uit de rechtshandeling.

Naast de overdracht of vestiging van zakelijke rechten is tegenwerpelijkheid belangrijk voor twee andere vraagstukken: de bevoegdheid van vertegenwoordigers en de inhoud van onlichamelijke rechter zoals een aandeel. Grenzen aan de bevoegdheid van een vertegenwoordiger zijn in principe tegenwerpelijk aan derde. De inhoud van onlichamelijke rechten (bv. een schuldvordering op naam, een aandeel in een maatschap) heeft in beginsel ook zakelijke werking, wat betekent dat het tegenwerpelijk is aan derden.

Tegenwerpelijkheidsregels leggen een onderzoekslast op

In de praktijk betekent dit dat derden die zekerheid willen, de last dragen om een legitimatie te vragen van of te verifiëren bij de opdrachtgever (bij vertegenwoordiging), de schuldenaar (bij een schuldvordering op naam) of de emittent (bij aandelen). Een regel van tegenwerpelijkheid is daarmee een gedragsregel: het legt een last op om een bepaalde controle te doen. 

Continue reading “Over het rechtspersoonlijk publiciteitssysteem”

Cassatie over de bestuurder als onderneming: ‘je persiste et signe’

Cass. 9 februari 2023

Eerder besteedden we hier aandacht aan Cass. 18 maart 2022 dat stelde dat een bestuurder van een vennootschap slechts een onderneming in formele zin indien die bestuurder een ‘organisatie’ vormt. Die rechtspraak – hoewel sterk bekritiseerd door een meerderheid van de doctrine – wordt bevestigd door een (Franstalig) arrest van 9 februari 2023. Voor zover me bekend is er nog geen Nederlandstalige cassatie-rechtspraak hieromtrent.

Continue reading “Cassatie over de bestuurder als onderneming: ‘je persiste et signe’”

Save the date: op donderdag 1 juni 2023 nieuwe editie van ‘disputatio’

Na een gesmaakte eerste editie vorig jaar, wil Corporate Finance Lab ook dit jaar een ‘disputatio’ organiseren: een scherp debat over actuele stellingen in de interessesfeer van de blog.

Het programma ligt nog niet vast. Zoals bij een huwelijk hebben datum en zaal prioriteit en kan daarna wel worden gezocht naar een echtgenoot. Dit biedt voor u als lezer ruimte om suggesties te doen over thema’s of stellingen. Dit kan via de comments hieronder of desnoods via een e-mail.

We kijken er naar uit!

‘Une trop rude épreuve’: het beperkte toepassingsgebied van art. 1.8 § 6 BW

Art. 1.8 § 6 van het nieuw BW bevat een ‘belangenconflictenregeling van gemeen recht’:

“Wie voor rekening van een ander rechtshandelingen moet verrichten, mag niet optreden als tegenpartij van die andere noch in geval van een belangenconflict. Een dergelijke rechtshandeling is nietig, tenzij de vertegenwoordigde hiermee uitdrukkelijk of stilzwijgend heeft ingestemd.”

De wetgever heeft hiermee uitdrukkelijk niet willen innoveren, doch slechts rechtspraak van het Hof van Cassatie willen codificeren (Verantwoording Amendement 9 van Geens c.s., Parl. St. 2021-22, nr 55-1805/03, p. 13):

“De nieuwe § 6 bevestigt de regel dat een vertegenwoordiger in die hoedanigheid niet mag optreden wanneer hij een strijdig belang heeft met de vertegenwoordigde. Deze regel werd bevestigd door het Hof van Cassatie en als algemeen rechtsbeginsel erkend (Cass. 18 maart 2004, C.02 0249.N)
en is terug te vinden in buitenlandse wetboeken en modellen (bv. art. II-6:109 DCFR).”

Het voornoemde arrest van het Hof van Cassatie (zie ook eerder in gelijkaardige zin Cass. 7 december 1978, AC 1978, 409) stelt:

“Overwegende dat het een algemeen rechtsbeginsel is dat degene die voor rekening van een ander rechtshandelingen moet stellen, daarbij niet mag optreden als tegenpartij van die andere; dat dergelijke handeling uit haar aard nietig is; Dat daaruit volgt dat een lasthebber in de uitvoering van zijn mandaat niet mag optreden als tegenpartij van zijn lastgever ter zake van de te verrichten rechtshandeling;”

Meteen valt een verschilpunt op: waar het cassatie-arrest enkel spreekt over de hypothese dat de vertegenwoordiger ook tegenpartij is bij de vertegenwoordigingshandeling, omvat de nieuwe wetsbepaling ook de hypothese dat de vertegenwoordiger ook een strijdig belang heeft met de vertegenwoordigde.

Het is wellicht deze laatste toevoeging die bij sommigen voor ongerustheid zorgt. Het roept immers de vraag op wat deze ‘belangenconflictenregeling van het BW’ toevoegt aan de belangenconflictenregeling toe die het WVV, voor bepaalde organisatievormen, voor bepaalde hypotheses oplegt. De wetgever zelf zag de mogelijke interferentie wel, maar de toelichting bij hoger geciteerd amendement laat wel de mogelijkheid open dat het BW iets toevoegt aan de verplichtingen van de regeling van het BW: “Deze bepaling
doet geen afbreuk aan bijzondere regels zoals in het vennootschapsrecht
of het publiekrecht.

Continue reading “‘Une trop rude épreuve’: het beperkte toepassingsgebied van art. 1.8 § 6 BW”

Tien modules insolventierecht: opleiding Curatoren & Vereffenaars nu ook online en per module te volgen

De avondopleiding Curator-Vereffenaar van KU Leuven en UAntwerpen in nauw overleg met de Ondernemingsrechtbanken is intussen een vaste waarde. Deze week start een nieuwe editie van deze postuniversitaire opleiding.

Het betreft opnieuw een dubbele editie: de 10 modules kunnen dit jaar, naar keuze van de deelnemer, zowel in Kortrijk (KULAK) als in Leuven (College De Valk) worden gevolg.

Nieuw is dat ook voor modules afzonderlijk kan worden ingeschreven. Dit maakt de opleiding ook interessant voor ervaren insolventiefunctionarissen of juristen die niet de ambitie hebben om curator of vereffenaar te worden, maar die wel regelmatig met insolventie worden geconfronteerd.

De modules kunnen ook online worden gevolgd.

Zie hier voor meer info en om in te schrijven. De tien modules zijn:

Continue reading “Tien modules insolventierecht: opleiding Curatoren & Vereffenaars nu ook online en per module te volgen”

Call for Applications: 5th PhD Workshop on European/International Insolvency Law

Stichting Bob Wessels Insolvency Law Collection

PhD students from Europe and beyond are invited to present their research ideas in the area of European/International Insolvency Law, and also discuss the challenges and questions they face. The two-day workshop is to be held on Wednesday-Thursday 19-20 April 2023 at Leiden University, which will also mark the first lustrum of the workshop. 

Objectives of the PhD Workshop

The workshop aims at achieving two main goals. First, it provides PhD students in the area of European/International Insolvency Law, from Europe and beyond a chance to connect with peers who are at more or less the same stage of their academic career. They can meet, exchange experiences and create a network. Second, the workshop will allow each participant to present, test and discuss its (developing) ideas in front of fellow colleagues as well as experienced professors.

Participating in the PhD Workshop

This years’ conference will take place in Leiden (The Netherlands). The workshop is sponsored by the Stichting Bob Wessels Insolvency Law Collection which supports the international and European insolvency law section in the library of the Leiden Law School (Leiden University). BWILC will provide one night of accommodation in Leiden and (if not otherwise reimbursed) a maximum of 50% of the travel expenses up to EUR 250,- for those invited to give a presentation of their research.

PhD students may apply to present (1) their research proposal, (2) interim results, or (3) a (draft) chapter/article. Apply by filling in this electronic form (see annex with more information) 31 January 2023, midnight CET. Participation in the workshop is limited to invited PhD students.

See below for more information:

Continue reading “Call for Applications: 5th PhD Workshop on European/International Insolvency Law”

Prix Coppens – oproep

In 2023 wordt de Prix Coppens opnieuw uitgereikt, ter waarde van 15.000 €. Deze prijs bekroont een doctoraatsproefschrift dat een originele bijdrage levert aan het vennootschapsrecht of aan een aan het vennootschapsrecht verwant thema.

Alle doctores in de rechtsgeleerdheid aan een Europese universiteit die niet meer dan 40 jaar oud zijn, komen voor de prijs in aanmerking.

U moet uw kandidatuur ten laatste op 15 december 2022 indienen. Zie hier voor alle relevante informatie.

%d bloggers like this: