Duurzaamheidsrapportering – EU Sustainability Reporting Standards (ESRS)

Om over duurzaamheid te rapporteren zijn (precieze) standaarden nodig. De Europese Commissie heeft vandaag de eerste set standaarden (EU Sustainability Reporting Standards – ESRS) aangenomen, in navolging van het voorbereidende werk van EFRAG. Deze standaarden kaderen in de CSRD.

Ondernemingen en adviseurs weten wat te doen tijdens deze (voorlopig nog) typisch Belgische zomer: meer dan 240 pagina’s standaarden, gekoppeld aan 34 pagina’s afkortingen en definities. De vandaag gepubliceerde standaarden hebben betrekking op volgende onderwerpen.

ESRS 1 General requirements
ESRS 2 General disclosures
ESRS E1 Climate change
ESRS E2 Pollution
ESRS E3 Water and marine resources
ESRS E4 Biodiversity and ecosystems
ESRS E5 Resource use and circular economy
ESRS S1 Own workforce
ESRS S2 Workers in the value chain
ESRS S3 Affected communities
ESRS S4 Consumers and end-users
ESRS G1 Business conduct

De standaarden kunnen hier worden geconsulteerd. De Europese Commissie heeft ook een goede Q&A gepubliceerd, die bijkomende duiding geeft.

De muis mag spreken – Walt Disney en business judgment

Het is een understatement dat de culture wars in de Verenigde Staten hevig en nijdig zijn. Onvermijdelijk worden ondernemingen in deze strijd betrokken en zo voor moeilijke dilemma’s geplaatst. Florida, niet toevallig de thuisstaat van presidentskandidaat Ron DeSantis, is één van de strijdplaatsen. Voor The Walt Disney Company (hierna “Walt Disney”) is Florida een zeer belangrijke staat en vice versa. Vincent Sagaert beschreef de bijzondere wederzijdse verhouding recent als volgt (“Walt Disney in het goederenrecht”, RW 2022-23, 1642 – https://rw.be/artikels/13653?redirect=1&tab=articles&page=1)

De uitgangspunten voor een conflict dat de Amerikaanse media de laatste weken beroert, zijn in dat opzicht opmerkelijk: Walt Disney is eigenaar van een gebied in Florida dat samen met 23 andere percelen de «Reedy Creek Improvement County» vormt. Walt Disney beheert de facto (via zijn meerderheidsaandeel) het gebied, dat tweemaal zo groot is als het grondgebied van Brussel met inbegrip van de deelgemeenten. Het is een «county» op zichzelf, waarin de privaatrechtelijke vennootschap Walt Disney in werkelijkheid volstrekte soevereiniteit bezit. Die soevereiniteit kan men letterlijk nemen: Walt Disney bepaalt sinds een wet van 1967 zelf de stedenbouwkundige regels binnen dat grondgebied en hoeft geen onroerende belastingen te betalen op het vastgoed dat binnen dat grondgebied is gelegen en heeft hierbinnen zelfs bepaalde politiebevoegdheden. Bij wijze van weeromstuit staan de percelen in dat gebied zelf in voor energievoorzieningen, water, enz. De begroting van deze privaatrechtelijke county bedraagt meer dan 100 miljoen dollar en ze heeft voor meer dan 1 miljard dollar aan uitstaande leningen. Om maar aan te geven: het is een (privaatrechtelijke) staat binnen de (publiekrechtelijke) staat.

Tussen DeSantis en Walt Disney botert het niet zo goed meer. Reden is de publieke stellingname van Walt Disney, middels haar raad van bestuur, tegen “Florida House Bill 1557” ofte de “Don’t Say Gay” law. Deze publieke stellingname kwam er (slechts) na hevig protest van de werknemers van Walt Disney tegen de initieel meer passieve houding van hun werkgever.

Walt Disney is een vennootschap naar het recht van Delaware, zoals vele Amerikaanse beursgenoteerde vennootschappen. Een aandeelhouder van Walt Disney – daartoe aangespoord door anderen – was het niet eens met de stellingname door de raad van bestuur en oordeelde dat deze nadelig was voor het bedrijf in het algemeen en onrechtstreeks voor de aandeelhouders. Om die reden leidde hij een procedure in om toegang te krijgen tot allerlei (voorbereidende) documentatie, een zgn. “books and records action“. Dit verzoek werd afgewezen. De uitspraak bevat interessante elementen over de beleidsvrijheid van een raad van bestuur.

Daarover schrijft Vice Chancellor Will het volgende

Although choosing to speak (or not speak) on public policy issues is an ordinary business decision, this case exemplifies the challenges a corporation faces when addressing divisive topics—particularly ones external to its business. Individual investors have diverse interests—beyond their shared goal of corporate profitability—and viewpoints that may not align with the company’s position on political, religious, or social matters. Yet stockholders invest with the understanding that the board is empowered to direct the corporation’s affairs

en even verder

A board may conclude in the exercise of its business judgment that addressing interests of corporate stakeholders—such as the workforce that drives a company’s profits—is “rationally related” to building long-term value.

Of het aangewezen is voor een vennootschap zich uit te spreken over maatschappelijk controversiële vragen, moet beoordeeld worden door de raad van bestuur. Wanneer deze weloverwogen oordeelt dat zulks bijdraagt tot duurzame (lange termijn) waardecreatie, bv. omdat dit de relatie met de eigen werknemers verbetert, kan (en zal) deze beoordeling vervolgens niet door een rechtbank in vraag worden gesteld.

De uitkomst van deze zaak doet denken aan de voorlopige (want hoger beroep) uitkomst van de Engelse Shell-zaak (niet de Nederlandse Shell-zaak, waar de rechtbank in eerste aanleg wel veel dwingender heeft ingegrepen). Eerder deze week herbevestigde The High Court nog dat “it is for directors themselves to determine (acting in good faith) how best to promote the success of a company for the benefit of its members as a whole“.

In de snel evoluerende (ESG-)wereld van vandaag is elke rechterlijke uitspraak een tussenpunt op weg naar een vooralsnog onbekende bestemming. Bovenstaande uitspraken hebben m.i. de verdienste dat ze de bal resoluut leggen in het kamp van de bestuurders, en een duidelijke grens trekken tussen het beleid van de vennootschap en het beleid van de rechter.

The new Belgian restructuring plan for large enterprises: debt-to-equity swap

A post by guest blogger Eric Blomme (Simmons & Simmons)

The long anticipated law of 7 June 2023 implementing the European Directive on restructuring and insolvency brings about a major reform of Belgian insolvency law. Among various other innovations, it introduces a new judicial reorganisation through collective agreement for large enterprises.

The new law will apply to all procedures opened as from 1 September 2023.

In this second of two blog posts (see first here), we will examine to which extent creditors can seek to impose a debt-to-equity swap on shareholders within the new judicial reorganisation for large enterprises.

Continue reading “The new Belgian restructuring plan for large enterprises: debt-to-equity swap”

Adviescomité inzake Vennootschappen en Verenigingen (CASAVV)

Recent werd het Adviescomité inzake Vennootschappen en Verenigingen (CASAVV) opgericht. De sectie “Over ons” op de website van het Adviescomité leest als volgt:

Het Adviescomité inzake Vennootschappen en Verenigingen (CASAVV) is een samenwerking tussen Fednot en het Belgisch Centrum voor Vennootschapsrecht (BCV) die, via haar adviezen, er naar streeft te komen tot een uniforme interpretatie van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Het Adviescomité is samengesteld uit leden van het Belgisch centrum voor vennootschapsrecht en notarissen afgevaardigd door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat. Het Adviescomité verwezenlijkt zijn doel door adviezen uit te brengen en interpretaties voor te stellen omtrent vennootschapsrechtelijke thema’s waaromtrent rechtsonzekerheid bestaat.

Het adviescomité is samengesteld uit professoren vennootschapsrecht en notarissen met bijzondere expertise in het vennootschapsrecht. Nog volgens dezelfde website kan het Adviescomité verzocht worden “advies uit te brengen over een algemeen vennootschapsrechtelijk interpretatievraagstuk waaromtrent rechtsonzekerheid bestaat.”

U kan het Adviescomité inzake Vennootschappen en Verenigingen (CASAVV) verzoeken om een advies uit te brengen over een algemeen vennootschapsrechtelijk interpretatievraagstuk waaromtrent rechtsonzekerheid bestaat. Merk op dat CASAVV zich geenszins ertoe verbindt een antwoord te bieden binnen enige termijn en zich het recht voorbehoudt om geen gevolg te geven aan verzoeken die het niet beschouwt als juridische vragen van algemene aard met een algemeen belang of indien blijkt dat de juridische vraag het voorwerp uitmaakt van een procedure voor een rechtbank of arbitraal college.

De adviezen van CASAVV hebben geen bindende kracht en vervangen geenszins juridisch advies in een individuele zaak. De adviezen worden gratis informatief ter beschikking gesteld van het publiek en hebben de waarde van een standpunt in de rechtsleer. Zij verbinden noch de aansprakelijkheid van Fednot of het Belgisch Centrum voor Vennootschapsrecht, noch die van de leden van CASAVV. Zodoende kunnen geen vorderingsrechten te hunner opzichte worden verleend bij navolging van de standpunten die in de adviezen zijn uitgebracht.

Recent werden reeds twee adviezen uitgebracht (dossier nr. 2023/001 en dossier nr. 2023/002), die beide verband houden met aspecten van overgangsrecht. Wat hierbij positief opvalt is de duidelijke structuur (vraagstelling – toepasselijke wetsbepalingen – relevante rechtsleer – kader van de problematiek (de eigenlijke analyse) – conclusie).

Wie veel met vennootschapsrecht bezig is, doet er goed aan de adviezen van het CASAVV in de gaten te houden. Wie met een interpretatievraagstuk wordt geconfronteerd waarop ChatGPT het antwoord schuldig blijft, weet ook wat te doen.

De bestuursaansprakelijkheid wegens kennelijk grove fout: een bijzondere protagonist in het verhaal van collectieve en individuele schade

Analyse naar aanleiding van een nakende 45ste verjaardag

Deze blogpost is gebaseerd op het boek Collectieve en individuele schade, recent gepubliceerd bij Intersentia en dat hier besteld kan worden.

Anticrisiswetgever biedt curator meer slagkracht voor herstel van collectieve schade

Halfweg de jaren 1970 begon de kritiek op de uitbreiding van het faillissement van een volkomen rechtspersoon naar de achterman die haar had mismeesterd, aan te zwellen. Deze passe partout-sanctie, waarvan curatoren gretig gebruik maakten, moest een uitzonderlijke sanctie worden die een antwoord bood op situaties die zich (althans toen) al bij al zelden voordeden.

De wetgever gaf via de Anticrisiswet van 4 augustus 1978 gehoor aan die verzuchting via de vordering tot aanzuivering van het boedeltekort bij een kennelijk grove bestuursfout die heeft bijgedragen tot het faillissment van een vennootschap met volkomen rechtspersoonlijkheid, onder nostalgici beter bekend als artikel 63ter Venn.W.

Deze bestuursaansprakelijkheid was bijzonder, in die zin dat er als het ware een aansprakelijkheid werd gecreëerd tegenover de gezamenlijke schuldeisers (de failliete boedel), terwijl de bestuursaansprakelijkheid voordien nogal binair werd gepercipieerd: aansprakelijkheid jegens de (failliete) vennootschap of jegens een (groep van) individuele schuldeiser(s).

Continue reading “De bestuursaansprakelijkheid wegens kennelijk grove fout: een bijzondere protagonist in het verhaal van collectieve en individuele schade”

The missing role of controlling shareholders in the short-termism debate

On 30 May 2023, the University of Antwerp, Harvard Law School and the European Corporate Governance Institute (ECGI) organized a conference on “short-termism in European corporate governance”. The ECGI Blog has just dedicated a special issue to the conference, with several blogposts from speakers at the conference:

In addition, the recordings of the presentations have been made available on the ECGI website.

In the blogpost below, I summarize the argument that I made at the conference, based on a recent working paper, that controlling shareholders have an important but underappreciated impact on corporate short-termism.

Continue reading “The missing role of controlling shareholders in the short-termism debate”

The new Belgian restructuring plan for large enterprises: secured creditors no longer entitled to the reorganisation value

A post by guest blogger Eric Blomme (Simmons & Simmons)

The long anticipated law of 7 June 2023 implementing the European Directive on restructuring and insolvency brings about a major reform of Belgian insolvency law. Among various other innovations, it introduces a new judicial reorganisation through collective agreement for large enterprises.[1]

The new law will apply to all procedures opened as from 1 September 2023.

What does this reform mean for secured creditors? In this first of two blog posts, we will examine the “value” to which secured creditors are entitled under the new judicial reorganisation through collective agreement for large enterprises.

Continue reading “The new Belgian restructuring plan for large enterprises: secured creditors no longer entitled to the reorganisation value”

Handboek geschillenregeling in vennootschappen

Recent werd het Handboek geschillenregeling in vennootschappen gepubliceerd. Auteurs zijn prof. dr. Bernard Tilleman en drs. Willem Van de Putte. Het boek, door de auteurs omschreven als een “praktijkhandboek”, steunt op een zeer omvattende analyse van de rechtspraktijk. Bijna duizend ongepubliceerde uitspraken van alle Nederlandstalige ondernemingsrechtbanken en hoven van beroep in Vlaanderen en Brussel (periode 2016 tot en met 2022) werden verzameld. Dit monnikenwerk maakt dat ongeveer elke stelling wordt geïllustreerd door pertinente rechtspraak, wat een absolute meerwaarde betekent voor de rechtspraktijk.

De kern van het boek heeft betrekking op de procedures inzake uitsluiting en uittreding. Deze procedures worden echter in een ruimer vennootschapsrechtelijk en procedureel kader gesitueerd.

Het hoofdstuk inzake de modaliteiten en gevolgen van de gedwongen overdracht/overname is bijzonder waardevol. Het biedt economisch inzicht in de verschillende waarderingsmethodes van ondernemingen en aandelenpaketten, en steunt daarvoor op samenwerking met economisten.

Het Handboek geschillenregeling in vennootschappen slaat de brug tussen law in books en law in action. Voor de praktijk is dit praktijkhandboek nu reeds onmisbaar.

Publicatie wet houdende omzetting Herstructureringsrichtlijn

De Wet van 7 juni 2023 tot omzetting van Richtlijn (EU) 2019/1023 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende preventieve herstructureringsstelsels, betreffende kwijtschelding van schuld en beroepsverboden, en betreffende maatregelen ter verhoging van de efficiëntie van procedures inzake herstructurering, insolventie en kwijtschelding van schuld, en tot wijziging van Richtlijn(EU) 2017/1132 en houdende diverse bepalingen inzake insolvabiliteit – een hele mond vol – werd vandaag gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Deze wet treedt in werking op 1 september 2023 en de bepalingen van deze wet zijn toepasselijk op insolventieprocedures geopend vanaf die dag.

De belangrijkste features van het nieuwe insolventierecht worden besproken tijdens volgende seminars (er zijn ook andere seminars/webinars, maar in het leven is men soms partijdig, nietwaar):

Climate (change) litigation: stand van zaken en literatuur

Eerder deze week werd de studie “Global trends in climate change litigation: 2023 snapshot” gepubliceerd. Deze studie biedt inzicht in de wereldwijde trends inzake climate (change) litigation. Volgende tendenzen worden vastgesteld:

2,341 cases have been captured in the Sabin Center’s climate change litigation databases, 190 of which were filed in the last 12 months. The growth rate in cases appears to be slowing but diversity in cases is still expanding.
– Climate change litigation has now been additionally identified in Bulgaria, China, Finland, Romania, Russia, Thailand and Turkey.
– More than 50% of climate cases have direct judicial outcomes that can be understood as favourable to climate action. Climate cases continue to have significant indirect impacts on climate change decision-making beyond the courtroom, too.
– Domestic legal protections (e.g. for the right to a healthy environment) along with domestic climate legislation, play a critical role in cases against governments.
– Litigants are employing recognisable strategies across different jurisdictions. Most recorded cases are ‘climate-aligned’ outcomes but non-climate aligned litigation (e.g. ‘ESG backlash’) is increasing.
– More cases are being filed against corporate actors, with a more complex range of legal arguments. Around 20 cases filed by US cities and states against the Carbon Majors are now likely to go to trial.
– There has been growth in ‘climate-washing’ cases challenging the accuracy of green claims and commitments. Some cases seeking financial damages are also challenging disinformation, with many relying on consumer protection law.
Challenges to the climate policy response of governments and companies have grown significantly in number outside the US.
– Litigation concerning investment decisions is increasing and can help clarify the parameters within which decisions should be made in the context of climate change.
– High-emitting activities are now more likely to be challenged at different points in their lifecycle, from initial financing to final project approval.

In België blijft dit type procedures vooralsnog beperkt (met als belangrijkste uitzondering de Belgische Klimaatzaak). Ook in een ruimer verband lijkt het in België voorlopig nog mee te vallen met ESG-procedures.

Wie desondanks inzicht wil verwerven in (de inzet van) dergelijke procedures en deze procedures wil situeren in een ruimer economisch, ethisch, politiek en juridisch kader, wordt verwezen naar het recent gepubliceerde boek Gouvernance et responsabilité, opgedragen aan de nagedachtenis van Prof. mr. Didier Willermain. Specifiek wat ESG (met focus op klimaatverandering) en aansprakelijkheid betreft, springen volgende bijdragen in het oog (het boek bevat daarnaast nog heel wat andere interessante bijdragen, over diverse onderwerpen):

  • “ESG litigation and liability risks – a brave new world?” – Guillaume Croisant
  • “L’entreprise durable : choix ou nécessité ?” – Jean-Quentin De Cuyper & Zoé Janssen
  • “La responsabilité sociale ou sociétale des États et des entreprises à l’épreuve du contentieux climatique : quelques questions de principe” – Xavier Dieux (deze bijdrage zou iedereen moeten lezen, ze is ongelooflijk goed)
  • “La responsabilité civile des membres de l’organe d’administration des sociétés belges pour défaut d’action en matière de lutte contre le changement climatique” – Vanessa Marquette & Anne-Sophie Pijcke
  • “Vers un nouveau paradigme de l’entreprise , raisonnable et responsable socialement” – Jean-François Romain

Advocaten (en andere juristen) die het nuttig zouden achten zich op dit type procedures voor te bereiden, weten wat te doen.