Een bepaling uit het WVV zorgt voor ophef in het bouwrecht. De Ondernemingsrechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen paste in een vonnis van 27 juni 2024[i] voor het eerst artikel 4:14 WVV in een context van tijdelijke maatschappen. Het gebruikte “de activiteiten van de maatschap” daarbij als autonoom toerekeningscriterium voor de hoofdelijke aansprakelijkheid van de vennoten. Was dit een accident waiting to happen – en blijft het bij één accident – of is er meer aan de hand? En wat zijn de implicaties voor de praktijk?
Continue reading “Artikel 4:14 WVV: De olifant uit de porseleinwinkel in de bouwkamer”