KB van 24 september 2023 tot vaststelling van een checklist voor reorganisatieplannen van kleine en middelgrote ondernemingen

Deze ochtend werd het Koninklijk besluit van 24 september 2023 tot vaststelling van een checklist voor reorganisatieplannen van kleine en middelgrote ondernemingen gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Dit KB is er gekomen ter uitvoering van artikel XX.70/1, §4 WER en bevat een gedetailleerde checklist met praktische richtsnoeren over de manier waarop een onderneming die kiest voor het kmo-stelsel een reorganisatieplan moet opstellen. Deze checklist is beschikbaar in het Nederlands, het Frans, het Duits en het Engels. Het KB vermeldt duidelijk dat de lijst “louter bestemd [is] om de ondernemingen te helpen bij de redactie van een plan en […] alleen een indicatieve maar geen normatieve waarde [heeft]”.

Hoewel het KB enkel betrekking heeft op reorganisatieplannen die in het kmo-stelsel worden voorgelegd aan de ondernemingsrechtbank, kan die checklist ook tot inspiratie dienen voor de grote ondernemingen (nu de informatievereisten in het stelsel voor de grote ondernemingen op veel punten gelijkluidend zijn aan de informatievereisten in het kmo-stelsel, vgl. art. XX.70/1 en XX.83/4). We merken daarbij op dat de Koning voor de reorganisatieplannen van grote ondernemingen enkel een mogelijkheid en geen verplichting heeft om een checklist beschikbaar te stellen (art. XX.83/4, §4 WER). 

Continue reading “KB van 24 september 2023 tot vaststelling van een checklist voor reorganisatieplannen van kleine en middelgrote ondernemingen”

Oei kijk nu… foutjes in de (insolventie)wet

Een post door gastblogger meester V. Verlaeckt

Dat de “nieuwe” insolventiewet niet de prijs zal winnen voor het best wetgevend werk van het laatste decennia, is voor de meeste beoefenaars van de insolventiesport ondertussen duidelijk. De wetgever heeft kansen laten liggen om bepaalde onzekerheden weg te nemen en heeft er extra gecreëerd. Ook de noodzakelijke “handleiding” (i.e. parlementaire voorbereiding) is weinig dienstig en soms gewoonweg tegenstrijdig met de uiteindelijk wettekst. De “wil van de wetgever” moet niet enkel duidelijk zijn voor de auteurs van de wettekst, maar ook voor diegene die de wet alle dagen moeten gebruiken. De gezaghebbende (lezenswaardige) handboeken over insolventierecht zouden misschien niet de omvang hebben die zij nu hebben, mocht de insolventiewet (en dan vooral op procedureel vlak) zorgvuldig zijn opgesteld.

Voor zij die ondertussen vinden dat ik te streng, hovaardig of een muggenzifter ben, wijs ik U even naar het ogenschijnlijk onschuldig artikel XX.106 WER.  Blijkbaar vindt niemand – nu na meer dan twee jaar na de inwerkingtreding ervan  – de tekst van dit wetsartikel wat “vreemd”. De tekst luidt:

Het vonnis van faillietverklaring wordt op verzoek van de curatoren aan de gefailleerde betekend.. Het exploot van betekening bevat op straffe van nietigheid, benevens de tekst van de artikelen XX.107 en XX.108, aanmaning om kennis te nemen van de processen-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen. Het exploot van betekening bevat eveneens de tekst van de artikelen XX.145 en XX.165.

Welnu, de verwijzingen naar artikel XX.107,  XX.108,  XX.145 én XX.165 WER zijn volstrekt foutief, zoals in “verkeerd” en “onjuist”. Continue reading “Oei kijk nu… foutjes in de (insolventie)wet”