Wettelijke bedenktijd voor het bestuur van Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen

Aankondiging van rondetafelgesprek op 10 november 2025 en korte teaser

Zoals verschillende andere landen volgt het Nederlandse vennootschapsrecht het stakeholder model: uit de Cancunuitspraak en de Nederlandse Corporate Governance Code volgt dat het bestuur moet handelen in het belang van de vennootschap en de daarmee verbonden onderneming, wat betekent dat het bestuur het “bestendige succes van de onderneming” moet bevorderen en de belangen van de stakeholders tegen elkaar moet afwegen.

Wat Nederland op corporate governance vlak bijzonder maakt is dat het vennootschapsrecht op verschillende manieren de rechten van aandeelhouders inperkt om te verhinderen dat de aandeelhouders excessieve druk zetten op het bestuur om hun eigen belangen te laten prevaleren op het bredere vennootschapsbelang. 

Een voorbeeld van dit fenomeen is de wettelijke bedenktijd voor het bestuur van Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen in artikel 2:114b van het Nederlands Burgerlijk Wetboek. De wettelijke bedenktijd geeft het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen de mogelijkheid om, met goedkeuring van de raad van commissarissen, een bedenktijd in te roepen van maximaal 250 dagen wanneer aandeelhouders de benoeming, schorsing of het ontslag (of een statutenwijziging van bepalingen inzake benoeming, schorsing, ontslag) agenderen van bestuurders en/of commissarissen, of wanneer een openbaar bod is aangekondigd of uitgebracht. Gedurende de periode dat de bedenktijd is ingeroepen wordt de bevoegdheid van de algemene vergadering inzake de benoeming, schorsing of het ontslag van bestuurders en commissarissen (of een statutenwijziging daaromtrent) opgeschort.

Continue reading “Wettelijke bedenktijd voor het bestuur van Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen”

The EU Proposal for Pre-packs with Related Parties – some critical notes and essential amendments

A post by Rolef de Weijs and Flip Schreurs

1. Harmonization of Pre-packs 

The European Union seeks to harmonize European Insolvency Law. It has proposed a Directive for the harmonisation of certain aspects of insolvency law across Member States, including pre-packs.[1] The Commission’s ambition is to have this Proposal for a European pre-pack adopted as a Directive already by January 2026 (“the Proposal”).[2]

A pre-pack is a prepared insolvency procedure in which the sale of the business to a new owner is arranged prior to the opening of insolvency proceedings. Normally, this sale process takes place in a closed bidding environment and even in secrecy, in order not to disrupt the business and to ensure value maximization for creditors. Once the company is declared insolvent, the first thing that will typically happen is that the court appointed trustee will transfer the business to the highest bidder coming out of the sale process.[3]

Pre-packs have a tainted reputation, at least in jurisdictions where they are being used.[4] In part this is due to the highly legal nature of a pre-pack which overrides what people see in the street. In case of a prepack, a company as legal entity is declared insolvent by the court, but the business uninterruptedly continues to operate with a new owner. Creditors can no longer pursue their claim against the business (which is transferred to the new owner) and will have to file their claim with the trustee of the bankrupt entity. As long as pre-packs are conducted with outside parties, there is however little room for abuse. The procedure would then simply seek to ensure that the business is sold to the highest bidder in the interest of the joint creditors.[5] The prevention of damage caused by disruption by ensuring a confidential preparation only maximizes value. If this is what the pre-pack is all about, there is little cause for the tainted reputation.

Continue reading “The EU Proposal for Pre-packs with Related Parties – some critical notes and essential amendments”

De nieuwe Nederlandse geschillenregeling

Een post door Prof. mr. J.M. de Jongh (Erasmus Universiteit Rotterdam, raadsheer Ondernemingskamer)

De twee gezusters

De Belgische wettelijke geschillenregeling is een voorbeeld van een succesvolle ‘legal transplant’: de oorspronkelijke regeling uit 1995 was geïnspireerd door de Nederlandse geschillenregeling uit 1989. Opvallend genoeg heeft de Nederlandse geschillenregeling ruim 35 jaar een kwijnend bestaan geleid, terwijl haar Belgische evenknie tot op de dag van vandaag juist zeer succesvol is.

Continue reading “De nieuwe Nederlandse geschillenregeling”

Professor Ed Morrison (Columbia Law School) on the Law and Economics of Restructuring and Insolvency ~ Dieter Heremans Lectures series in Law & Economics 2025 at KU Leuven (Belgium)

The Dieter Heremans Lectures series in Law & Economics 2025 at KU Leuven (FEB and Faculty of Law and Criminology) will be given by Professor Edward R. Morrison (Columbia Law School).

You are kindly invited to the opening lecture Tuesday November 4 2025, in Grote Aula, (Maria Theresia College), 3000 Leuven (Belgium).

You can register here. Registration if free but mandatory.

Opening Lecture | Why is Insolvency Law Rarely Used By Failing Businesses Around the World? 
Welcome by Professor Joeri Vananroye
Introduction by Professor emeritus Dirk Heremans
Tuesday November 4 : 11u
Grote Aula (Maria Theresia College)
Hosts: Professors Frederik De Leo and Gillis Lindemans

Lecture 2 | Valuation in Corporate Reorganization and Beyond: Why Experts Disagree 
Tuesday November 4: 18u
KU Leuven Campus Brussels, rooom 4215, Hermesgebouw, Stormstraat 2, Brussels
Host: Professor Olivier Roodhooft

Lecture 3 | Why the Model Law on Cross-Border Insolvency is Failing: It’s Time to Change the “Center of Main Interest” (COMI) Rule
Wednesday November 5: 14u
Aula DV1 01.54 (Faculty of Law)
Host: Professor Bram Devolder

Lecture 4 | Corporate Debt Restructuring: Which Firms Restructure Out-of-Court? How Do They Do It? How Does Insolvency Law Influence the Restructuring Process?
Thursday November 6 : 11u
Aula Michotte (Tiensestraat 102)
Host: Professor Marieke Wyckaert

Lecture 5 | What’s Changing in U.S. Corporate Restructuring Today
Friday November 7 : 14u
MSI 00.28 (Erasmusplein 2)
Host: Professor Bert Keirsbilck

You can register here. Registration if free but mandatory.

Continue reading “Professor Ed Morrison (Columbia Law School) on the Law and Economics of Restructuring and Insolvency ~ Dieter Heremans Lectures series in Law & Economics 2025 at KU Leuven (Belgium)”

Kortetermijndenken bij vennootschapsbestuurders

Wat is kortetermijndenken bij vennootschappen? Is er empirisch bewijs dat kortetermijndenken een groot en systematisch probleem is bij bestuurders van beursgenoteerde vennootschappen? Leidt aandeelhoudersactivisme tot kortetermijndenken? En stimuleren loyauteitsstmerechten en controlerende aandeelhouders langetermijndenken?

Dit zijn vragen die reeds in eerdere blogposts op deze blog aan bod kwamen (zie bijvoorbeeld hier, hier, hier en hier).

In een recent webinar voor Instituut voor Filosofische en Sociaalwetenschappelijke Educatie (Ifese), probeerde ik een antwoord te geven op deze en gerelateerde vragen inzake kortetermijndenken bij vennootschapsbestuurders. Een opname van mijn presentatie is beschikbaar op YouTube.

Mijn presentatie was gebaseerd op een FWO-onderzoeksproject dat ik uitvoer samen met drs. Theo Monnens over “Short-termism in corporate governance: a continental European perspective” en op verschillende papers die ik over dit thema publiceerde met co-auteurs (bijvoorbeeld hier, hier en hier).

Een kort voorproefje van mijn conclusies vindt u hier:

  • Het probleem van kortetermijndenken moet onderscheiden worden van het probleem van externaliteiten veroorzaakt door vennootschappen;
  • Kortetermijndenken kan worden veroorzaakt door kortetemijngerichte investeerders (en te veel aandeelhoudersmacht) of kortetermijngerichte managers (en te weinig aandeelhoudersmacht);
  • Er is geen overtuigend bewijs van systematische macro-economische effecten van kortetermijndenken;
  • Er is geen overtuigend bewijs dat hedge fonds activisten gemiddeld genomen kortetermijngericht zijn;
  • Er is geen overtuigend bewijs dat loyauteitsstemrecht helpt bij het probleem van kortetermijndenken, behalve door het faciliteren van controlerende aandeelhouders;
  • Er zijn goede theoretische en empirische argumenten dat controlerende aandeelhouders zowel positief als negatief kunnen zijn voor langetermijndenken – het hangt af van het type van controlerende aandeelhouder;
  • “One size does not fit all” in corporate governance – ook niet om kortetermijndenken tegen te gaan;
  • Dwingende wetgeving om een zogenaamd probleem van kortetermijndenken aan te pakken is daarom op basis van het huidige bewijs niet gerechtvaardigd.

Voor de volledige redenering verwijs ik naar de YouTube opname of de hierboven genoemde papers.

Tom Vos
Assistant professor, Maastricht University
Visiting professor, Jean-Pierre Blumberg Chair at the University of Antwerp
Research fellow, KU Leuven
Attorney, Linklaters LLP