Kortetermijndenken bij vennootschapsbestuurders

Wat is kortetermijndenken bij vennootschappen? Is er empirisch bewijs dat kortetermijndenken een groot en systematisch probleem is bij bestuurders van beursgenoteerde vennootschappen? Leidt aandeelhoudersactivisme tot kortetermijndenken? En stimuleren loyauteitsstmerechten en controlerende aandeelhouders langetermijndenken?

Dit zijn vragen die reeds in eerdere blogposts op deze blog aan bod kwamen (zie bijvoorbeeld hier, hier, hier en hier).

In een recent webinar voor Instituut voor Filosofische en Sociaalwetenschappelijke Educatie (Ifese), probeerde ik een antwoord te geven op deze en gerelateerde vragen inzake kortetermijndenken bij vennootschapsbestuurders. Een opname van mijn presentatie is beschikbaar op YouTube.

Mijn presentatie was gebaseerd op een FWO-onderzoeksproject dat ik uitvoer samen met drs. Theo Monnens over “Short-termism in corporate governance: a continental European perspective” en op verschillende papers die ik over dit thema publiceerde met co-auteurs (bijvoorbeeld hier, hier en hier).

Een kort voorproefje van mijn conclusies vindt u hier:

  • Het probleem van kortetermijndenken moet onderscheiden worden van het probleem van externaliteiten veroorzaakt door vennootschappen;
  • Kortetermijndenken kan worden veroorzaakt door kortetemijngerichte investeerders (en te veel aandeelhoudersmacht) of kortetermijngerichte managers (en te weinig aandeelhoudersmacht);
  • Er is geen overtuigend bewijs van systematische macro-economische effecten van kortetermijndenken;
  • Er is geen overtuigend bewijs dat hedge fonds activisten gemiddeld genomen kortetermijngericht zijn;
  • Er is geen overtuigend bewijs dat loyauteitsstemrecht helpt bij het probleem van kortetermijndenken, behalve door het faciliteren van controlerende aandeelhouders;
  • Er zijn goede theoretische en empirische argumenten dat controlerende aandeelhouders zowel positief als negatief kunnen zijn voor langetermijndenken – het hangt af van het type van controlerende aandeelhouder;
  • “One size does not fit all” in corporate governance – ook niet om kortetermijndenken tegen te gaan;
  • Dwingende wetgeving om een zogenaamd probleem van kortetermijndenken aan te pakken is daarom op basis van het huidige bewijs niet gerechtvaardigd.

Voor de volledige redenering verwijs ik naar de YouTube opname of de hierboven genoemde papers.

Tom Vos
Assistant professor, Maastricht University
Visiting professor, Jean-Pierre Blumberg Chair at the University of Antwerp
Research fellow, KU Leuven
Attorney, Linklaters LLP

Unknown's avatar

Author: Tom Vos

Tom Vos is an assistant professor at the Department of Private Law of Maastricht University. In his research, he focusses on corporate law, corporate governance, law and economics, and empirical studies. In addition to that, Tom is a visiting professor (10%) at the Jean-Pierre Blumberg Chair at the University of Antwerp, where he teaches a course on international corporate governance. Finally, Tom is a (part-time) Associate at the Corporate and Finance Practice at Linklaters Belgium, where he advises clients on corporate governance and securities laws.

Leave a comment