Een bonte kraai maakt nog geen winter (maar ook geen zomer) – over Arco

Het Gerecht van eerste Aanleg verklaart het door de Commissie aan België gegeven bevel om geen betalingen op grond van de Arco-garantieregeling te verrichten nietig in de zaak T-664/14.

Eerder werd er reeds uitvoerig bericht over de lijdensweg die de Belgische Staat reeds heeft ondergaan in het Arco-dossier. Zowel de Raad van State, het Grondwettelijk Hof, het Hof van Justitie en de Commissie hebben zich in het verleden steeds kritisch uitgesproken over de geldigheid van de Arco-garantie (strijdigheid Unierecht; strijdigheid art. 10 en 11 Gw;…).

Het Gerecht oordeelt nu dat het door de Commissie opgelegde verbod om betalingen op grond van de garantieregeling voor de ARCO-coöperanten te verrichten nietig is “omdat het geen passende maatregel is om het doel van herstel van de door de betrokken staatssteun vervalste mededinging te bereiken”.

Dit wordt door velen onthaald als ‘gunstige uitspraak’ waarbij het Gerecht België alsnog gelijk geeft, en de deur terug op een kier zet voor de Arco-garantieregeling.

Enkele kanttekeningen. Continue reading “Een bonte kraai maakt nog geen winter (maar ook geen zomer) – over Arco”

Grondwettelijk Hof spreekt zich uit over Arco (en bevestigt Hof van Justitie): garantie strijdig met art. 10 en 11 Gw.

In eerdere berichten werd reeds uitvoerig ingegaan over de strijdigheid van de Belgische Arco-garantie met het Unierecht.

Eergisteren was het aan het Grondwettelijk Hof om na een lange weg (zie eerder RvS 25 maart 2013, nr. 22.969 en GwH 5 februari 2015, nr. 15/2015) een einduitspraak te vellen over de prejudiciële vraag gesteld door de Raad van State: Continue reading “Grondwettelijk Hof spreekt zich uit over Arco (en bevestigt Hof van Justitie): garantie strijdig met art. 10 en 11 Gw.”

Modelcharter voor bestuurders van overheidsbedrijven

Het federale regeerakkooord van 10 oktober 2014 voorzag dat de regering een “charter van de bestuurder van overheidsbedrijven” zou opstellen in het kader van het evenwicht tussen de taken als bestuurder (en de belangen van de onderneming) en deze van (vertegenwoordiger van) de overheid.

GUBERNA, het Belgisch Instituut voor Bestuurders (‘centrum public governance’), heeft als kenniscentrum inzake corporate governance recent een modelcharter opgesteld. Op basis hiervan kunnen overheidsbedrijven zelf een eigen charter opstellen, aangepast aan de specifieke doelstellingen en context van de onderneming in kwestie.

Het modelcharter werkt met 10 algemene richtlijnen (‘principes’), die gerespecteerd moeten worden voor iedereen, met ‘aanbevelingen’ (volgens het comply or explain-principe), en met suggesties of ‘aandachtspunten’.

Het eerste principe ‘respecteren van voorafgaande voorwaarden bij aanvaarding mandaat‘, kent bijvoorbeeld als aandachtspunten:

  • de kandidaat-bestuurder mag enkel mandaten opnemen waarvoor hij zich ten volle kan inzetten
  • voor het aanvaarden van een hernieuwing van zijn mandaat moet de bestuurder zichzelf de vraag stellen of hij nog een toegevoegde waarde biedt voor het bedrijf

Deze aandachtspunten zijn zeer actueel in het licht van de recente discussie over politieke bestuursmandaten bij bedrijven of intercommunales.

De overige principes zijn:

  • concentreren op taken eigen aan de bestuurder
  • verdedigen van de belangen van het overheidsbedrijf in lijn met diens specificiteit
  • streven naar een onafhankelijke positie
  • volgen van hoge standaarden van integriteit
  • zich gepast gedragen bij besluitvorming
  • zich informeren over en respecteren van vertrouwelijke informatie
  • onderhouden van expertise
  • onderhouden van adequate en constructieve relaties met het management, de aandeelhouders en andere stakeholders
  • bevorderen evaluatiecultuur

Karel-Jan Vandormael

Quis custodiet ipsos custodes: agency problem in business, finance and politics

“Once you rely on agents, you create conflicts of interest. And you have to rely on agents”

See the recent Buttonwood’s article Who guards the guards? on the blog of The Economist with interesting thoughts on  the “principal-agent problem” in business, finance and politics.

 

Hof van Justitie spreekt zich uit over Arco: garantie strijdig met unierecht

In een eerder bericht werd reeds gemeld dat het Hof van Justitie vandaag heeft beslist dat de Belgische Arco-garantie strijdig is met het Unierecht (met verwijzing naar het persbericht van het Hof van Justitie zelf).

Sinds kort is ook de uitspraak zelf van het Hof online beschikbaar. in dit bericht wordt deze uitspraak gesitueerd vanuit een Belgisch-Europese invalshoek. In essentie stelt het Hof dat:

  1. depositogarantiesystemen in principe bedoeld zijn om spaargelden  te beschermen (en niet om aandelen in bepaalde coöperaties te beschermen);
  2. de Europese Depositogarantierichtlijn België niet verplicht om  aandelen van erkende coöperatieve vennootschappen die actief zijn in de financiële sector te beschermen, zoals in het voorliggende geval is gebeurd;
  3. het op zich niet onverenigbaar is met deze richtlijn dat een depositogarantiestelsel wordt uitgebreid tot aandelen van coöperatieve vennootschappen, maar het aan het Grondwettelijk Hof is om een dergelijke garantieregeling uiteindelijk goed te keuren;
  4. het standpunt van de Commissie in het besluit over het aanmerken van de Arco-garantie als onrechtmatige en met de interne markt onverenigbare staatssteun (alleen al omdat de maatregel door België niet tijdig werd aangemeld) terecht is.

Continue reading “Hof van Justitie spreekt zich uit over Arco: garantie strijdig met unierecht”

New EU rules for the recovery and resolution of Central Counterparties (CCP’s)

Today (28/11/2016) the European Commission proposed new rules to ensure that systemic market infrastructures in the financial system, known as Central Counterparties (CCPs, see http://ec.europa.eu/finance/financial-markets/ccp-resolution/index_en.htm), can be dealt with effectively when things go wrong. Continue reading “New EU rules for the recovery and resolution of Central Counterparties (CCP’s)”

Stealing Deposits: Deposit Insurance, Risk-Taking and the Removal of Market Discipline in Early 20th Century Banks

In a recent paper C.Calomiris (Columbia) and M. Jaremski (Colgate) argue that deposit insurance can reduce liquidity risk, but also can increase insolvency risk by encouraging reckless behavior.

By investigating state deposit insurance experiments in the United States of the early 20th century, they find the introduction of deposit insurance may have actually increased systemic risk, instead of mitigating it (see https://corpgov.law.harvard.edu/2016/11/11/stealing-deposits-deposit-insurance-risk-taking-and-the-removal-of-market-discipline-in-early-20th-century-banks).

The paper also argues that economic models that attempt to explain the attraction of deposit insurance may be less relevant than political ones.

 

Wanneer moet een overheidswaarborg als staatssteun aan de overheid worden toegerekend?

Hoge Raad 27 mei 2016 : Toerekening aan overheid is mogelijk, zelfs wanneer garantie eigenmachtig en wederrechtelijk werd verleend door bestuurder havenbedrijf

 

De Nederlandse Hoge Raad besliste in een arrest van 27 mei 2016 dat een garantie gesteld door de (enig) bestuurder van een openbaar bedrijf (i.c. een havenbedrijf), in principe kan worden toegerekend aan de overheid, zelfs indien die bestuurder eigenmachtig en wederrechtelijk heeft opgetreden. Er moet wel in concreto worden nagegaan of de overheid bij het verlenen van de garanties was betrokken. In deze zaak stelde de Hoge Raad ook twee prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie (zie meer hier).

Continue reading “Wanneer moet een overheidswaarborg als staatssteun aan de overheid worden toegerekend?”

%d bloggers like this: