Juridische complexiteit: een conceptueel denkader

Ons rechtsbestel wordt al decennia geassocieerd met een groeiende complexiteit. In publieke debatten wordt gesproken over ‘regelneverij’, ‘juridische doolhoven’ en ‘overregulering’. Burgers, ondernemingen en maatschappelijke stakeholders ervaren regelgeving vaak als nodeloos ingewikkeld. Bedrijven in het bijzonder klagen over de torenhoge compliancekosten die een rem zouden zetten op innovatie en investeringen. Politici en beleidsmakers beloven steevast te streven naar vereenvoudiging en betere regelgeving.

Toch blijft de kern van de discussie vaak erg vaag. Wat wordt net bedoeld met de vaststelling dat ons recht ‘ingewikkeld’ of ‘complex’ is. Wat bedoelen we met complexiteit in juridische zin? Bestaat er een objectieve maatstaf? Is complexiteit altijd negatief? En zijn eenvoudige regels een realistische doelstelling of een onhaalbaar ideaalbeeld?

In mijn bijdrage ‘A Conceptual Framework on Legal Complexity’ bied ik een conceptueel raamwerk aan dat juridische complexiteit multidimensionaal benadert, onderscheid maakt tussen systeemniveau en regelniveau, en inzichtelijk maakt welke trade-offs schuilgaan achter pogingen tot vereenvoudiging. Het artikel illustreert dit met voorbeelden uit het Belgische vennootschapsrecht, maar de analyse is naar mijn mening transversaal toepasbaar op alle rechtsdomeinen.


Continue reading “Juridische complexiteit: een conceptueel denkader”

De maatschap: enkele praktische knelpunten na ruim 2000 jaar

Studienamiddag donderdag 24 oktober 2019, KU Leuven Campus Brussel (Leerstoel Constant Matheeussen)

De maatschap is onze oudste vennootschapsvorm en nog steeds de vennootschap ‘van gemeen recht’. Zij is polyvalent, flexibel, discreet, fiscaalvriendelijk en daarom vooral  sinds de jaren ’90 een zeer ‘gewild’ instrument van successieplanning.

Maar blijft dit wel zo?

Continue reading “De maatschap: enkele praktische knelpunten na ruim 2000 jaar”

Horizontaal Toezicht: een vriendschapsverzoek van de fiscus?

Een post door gastblogger Kristof Wauters (UHasselt)

Vrijdag 22 september 2017 kondigde minister Van Overtveldt aan dat met ingang van 2018 de fiscus zal ‘samenwerken’ met ondernemingen in het kader van de fiscale controle. Het traditionele conflictmodel tussen fiscus en belastingplichtige zal daarbij worden verlaten en maakt plaats voor een consensusmodel, gebaseerd op begrip, transparantie en wederzijds vertrouwen, en dit naar Nederlands voorbeeld (het zogenaamde Horizontaal Toezicht). Aangezien belastingen in beginsel eenzijdig worden opgelegd door de overheid, hoeft niet te verbazen dat deze maatregel heel wat wenkbrauwen doet fronsen. Samenwerken met de fiscus, cui bono? Continue reading “Horizontaal Toezicht: een vriendschapsverzoek van de fiscus?”