Worden gevallen vóór 1 november 2018 beheerst door het burgerlijk bewijsrecht, vanaf 1 november 2018 beheerst door het ondernemingsbewijs?
Zoals intussen genoegzaam bekend, trad op 1 november 2018 de wet van 15 april 2018 tot hervorming van het ondernemingsrecht in werking, met alle gevolgen van dien. Het klassieke handelaarsbegrip verdween daarmee uit de Belgische rechtsorde en daarmee ook de rechtstak die bekend stond als het ‘handelsrecht’. De laatste overblijfselen van het Wetboek van Koophandel werden ten grave gedragen en het Wetboek van bepaalde voorrechten op zeeschepen en diverse bepalingen herrees uit de assen daarvan.
In een eerdere blogpost werd reeds ingegaan op één van de belangrijkste hervormingen die door de wet van 15 april 2018 werd aangebracht: de introductie van een nieuw ‘ondernemingsbewijsrecht’ in lieu van het voormalige bewijs in handelszaken.
Het is niet de bedoeling van deze blogpost om de materiële inhoud van het ondernemingsbewijsrecht (opnieuw) te bespreken, maar wel om in te gaan op een vraag waarmee heel wat praktizijnen ongetwijfeld zullen worden geconfronteerd, nl. naar de temporele werking van het nieuwe ondernemingsbewijs. Immers, naast een beperkt aantal inhoudelijke verschillen ten opzichte van het voormalige bewijs in handelszaken, wordt het ondernemingsbewijs vooral gekenmerkt door een breder toepassingsgebied dan haar ‘rechtsvoorganger’.
Zo kan de vraag rijzen naar de bewijsregeling die moet worden toegepast wanneer de rechter wordt geconfronteerd met een artsenbvba (wel onderneming, geen handelaar) die een factuur heeft ontvangen van een leverancier van kantoormateriaal (wel onderneming, wel handelaar), maar deze heeft niet heeft betaald en evenmin uitdrukkelijk geprotesteerd vóór 1 november 2018, maar waarvan de inning door de rechtbank wordt behandeld vanaf 1 november 2018. Kan bv. uit de afwezigheid van uitdrukkelijk protest vanwege de artsenbvba nu ook de stilzwijgende aanvaarding worden afgeleid, zoals voor handelaars voorheen ook het geval was? Continue reading “De tijd zal het leren? Over de temporele werking van het nieuwe ondernemingsbewijs”
Like this:
Like Loading...