In een arrest van 11 december 2020 kwamen enkele principiële vragen in het vizier van het Hof van Cassatie:
1. Geldt de regel dat een aandeelhouder geen afgeleide schade kan vorderen ook na ontbinding van de vennootschap?
2. Kan een aandeelhouder net zoals een schuldeiser de zijdelingse vordering instellen indien de vennootschap (in casu in de persoon van de vereffenaar) weigert een vordering in te stellen?
3. Kan de minderheidsvordering worden ingesteld door een meerderheidsaandeelhouder?; en
4. Kan de minderheidsvordering nog worden ingesteld tijdens de vereffening van de vennootschap?