Hoofdelijke aansprakelijkheid van de verkrijgende vennootschappen na splitsing – HvJ 29 juli 2024 en de lessen voor het Belgisch recht

ECLI:EU:C:2024:642

Art. 137.3 al. 2 van de Coördinatierichtlijn Vennootschapsrecht bepaalt:

Dit is een herneming van de betrokken regel uit de Zesde Richtlijn, die door het Hof van Justitie in het besproken arrest werd geïnterpreteerd na een prejudiciële vraag van het Italiaanse Corte suprema di cassazione.

Naar Belgisch recht is deze bepaling omgezet in art. 12:60 al. 2 WVV:

Vereenvoudigd samengevat komt de casus erop neer dat de gesplitste vennootschap vóór de splitsing verantwoordelijk was voor milieuschade. Deze schade wordt echter pas duidelijk na de splitsing. De vraag werd gesteld of deze aansprakelijkheid, die op het ogenblik van de splitsing nog niet vaststaand was, ook onder voornoemde regel van hoofdelijke aansprakelijkheid valt.

Het Hof beantwoordt dit – niet verrassend – bevestigend. De regel moet aldus worden uitgelegd dat:

Continue reading “Hoofdelijke aansprakelijkheid van de verkrijgende vennootschappen na splitsing – HvJ 29 juli 2024 en de lessen voor het Belgisch recht”

De huidige voorwaarden voor hoofdelijke aansprakelijkheid na splitsing zijn onnodig beperkend

J. Vananroye en J. Van Eetvelde, “De huidige voorwaarden voor hoofdelijke aansprakelijkheid na splitsing zijn onnodig beperkend”, TRV 2023, 515-522

Bij een splitsing (of met splitsing gelijkgestelde verrichting) of een overdracht of inbreng van een algemeenheid of een bedrijfstak wordt het geheel of een belangrijk deel van de activa en schulden van een rechtspersoon overgedragen.

Dit creëert een nood aan een bijzondere bescherming van de schuldeisers van de overdragende vennootschap. Hun rechtsverhouding kan immers worden overgedragen naar een nieuwe vennootschap zonder dat hun instemming met deze opgedrongen nieuwe debiteur is vereist. De vermogenstoestand van de verkrijgende vennootschap kan slechter zijn dan die van de overdragende. Ook als de overdragende vennootschap nog debiteur blijft (met name bij een partiële splitsing of een overdracht of inbreng van een bedrijfstak, waarbij de betrokken verhouding niet behoort tot de overgedragen bedrijfstak) loopt de schuldeiser risico dat die overdragende vennootschap door de reorganisatie slechter achter blijft.

Daarom biedt de vennootschapswetgever de schuldeisers van alle betrokken vennootschappen twee bijzondere mogelijkheden.

  • Er is vooreerst de mogelijkheid om zekerheid te eisen; dit vereist een initiatief van de schuldeisers die hiervoor in aanmerking komen.
  • Verder is er voor bepaalde schuldeisers automatisch hoofdelijke aansprakelijkheid van de overdragende vennootschap samen met de verkrijgende vennootschap die door de overdracht schuldenaar werd of bij een splitsing waar de overdragende vennootschap verdwijnt, van de verkrijgende vennootschappen.

In een ‘Amendement’ in het laatste nummer van TRV/RPS argumenteren Jasper Van Eetvelde en ikzelf dat de toepassingsvoorwaarden voor de hoofdelijkheidsremedie naar huidig recht onnodig streng zijn.

Continue reading “De huidige voorwaarden voor hoofdelijke aansprakelijkheid na splitsing zijn onnodig beperkend”

Actio pauliana bij splitsing (en fusie): het kan! Europees Hof van Justitie zorgt voor rust in België en onrust in Nederland

Ciao Ciao Favini

De pauliana bij fusie en splitsing: onzekerheid troef”, kopte het Corporate Finance Lab op 31 oktober 2017. In die blogpost werd de lezer de vraag voorgelegd of een schuldeiser die geconfronteerd wordt met een fusie of splitsing met een beweerd frauduleus oogmerk zich kan beroepen op de pauliana om de fusie/splitsing niet-tegenwerpelijk te laten verklaren.

In het Belgisch recht bestaat hierover weinig twijfel: de pauliana kan worden gebruikt om een splitsing aan te vechten. Voor een recent toepassingsgeval, zie hier.

In het Nederlands recht bestaat meer onenigheid, maar is de meerderheidsvisie (inclusief die van de Hoge Raad) dat de splitsing niet kan worden aangevochten met de pauliana.

Het Europees Hof van Justitie heeft gisteren, in de context van een Italiaanse splitsing, het Belgisch standpunt gevolgd en daarmee voor beweging (onrust) gezorgd in het Nederlands insolventielandschap. Continue reading “Actio pauliana bij splitsing (en fusie): het kan! Europees Hof van Justitie zorgt voor rust in België en onrust in Nederland”

Pleidooi voor de schrapping van de anterioriteitsvoorwaarde van de Pauliana

Bijdrage in RW over de anterioriteitsvoorwaarde van de Pauliana – De fusie en splitsing als testcase

In de recentste aflevering van het Rechtskundig Weekblad (Volume 81, afl. 11) betoog ik dat de anterioriteitsvoorwaarde van de Pauliana geschrapt zou moeten worden. De belangrijkste redenen om tot die schrapping over te gaan, zijn de volgende:

Allereerst is er geen wettelijke noch deugdelijke grondslag aanwezig voor het bestaan van de anterioriteitsvoorwaarde in het Belgische recht. De afwezigheid van de anterioriteitsvoorwaarde bij de Nederlandse Pauliana toont tevens aan dat die vereiste niet inherent verbonden is aan de Pauliana;

Vervolgens heeft de schrapping van de anterioriteitsvoorwaarde een aantal voordelen. Continue reading “Pleidooi voor de schrapping van de anterioriteitsvoorwaarde van de Pauliana”

De pauliana bij fusie en splitsing: onzekerheid troef

Artikel in DAOR over het bestaan van de pauliana bij fusie en splitsing

Kan een schuldeiser die geconfronteerd wordt met een fusie of splitsing met een beweerd frauduleus oogmerk zich de iure beroepen op de pauliana om de fusie of splitsing aan hemzelf niet-tegenstelbaar te laten verklaren?

Die vraag wordt in de huidige rechtsleer vaak stiefmoederlijk behandeld. De ratio van de wetgeving als deus ex machina biedt daarop steevast het antwoord. Nergens uit de bewoordingen van de Belgische wetgeving kan men immers afleiden dat de pauliana niet zou mogen bestaan bij fusie en splitsing. De rechtspraak laat het aanvechten van een splitsing m.b.v. de pauliana bovendien zonder problemen toe (zie in dat verband een eerder verschenen blogpost). Het argument dat de specifieke vernietigingsregeling van vennootschapsbesluiten de algemeen werkende pauliana zou uitsluiten – onder het adagium “lex specialis derogat legi generali” –, wordt m.b.v. de ratio van de wetgeving van tafel geveegd. De ratio van de wetgeving als doorslaggevend argument stemt mij echter niet tevreden. Bovendien wordt er in de huidige rechtsleer niet consequent nagedacht over het Europees recht betreffende de pauliaanse vordering bij fusie en splitsing. Continue reading “De pauliana bij fusie en splitsing: onzekerheid troef”

De pauliana tegen de splitsing van een insolvente vennootschap. Ook een rechtspersoon mag waardig sterven.

Noot in TRV/RPS over onevenwichtige splitsing in schemerzone voor faillissement

Als een rechtspersoon op de rand van het faillissement staat, kunnen insiders proberen het vermogen van die rechtspersoon  uit te hollen door middel van een herstructurering, bijvoorbeeld een splitsing. Zo kunnen ze nog snel de gezonde delen uit de rechtspersoon halen vóór de curator die vereffent ten voordele van de schuldeisers. Met de actio pauliana kan een dergelijke schuldeisersbenadelende splitsing echter onder bepaalde voorwaarden niet-tegenwerpelijk worden verklaard. Ook kunnen insiders mogelijk aansprakelijk worden gesteld voor de schuldeisersbenadeling die uit de splitsing is voortgekomen.

In een recente noot in het TRV-RPS bespreken we een interessant toepassingsgeval, waarover de rechtbank van koophandel van Gent (afdeling Dendermonde) zich heeft gebogen. We analyseren daarbij kritisch de toepassingsvoorwaarden voor pauliana-aanvechting  van een splitsing en de band tussen paulianeus gedrag van insiders en hun aansprakelijkheid. Vooral de schadebegroting van de rechtbank doet verbazen: hoofdelijke aansprakelijkheid van de gesplitste vennootschappen en hun zaakvoerders voor het hele faillissementspassief. Met een goed begrip van wat pauliaanse verhaalsbenadeling net is, wordt duidelijk dat daarmee meer dan de werkelijke schade wordt vergoed: Continue reading “De pauliana tegen de splitsing van een insolvente vennootschap. Ook een rechtspersoon mag waardig sterven.”