De nieuwe kleren van de keizer

keizer

In een vonnis van 31 oktober 2016 heeft de rechtbank van koophandel te Antwerpen de homologatie van het reorganisatieplan van de NV Corsan geweigerd. In een aantal vonnissen van dezelfde datum werd eveneens de homologatie van de reorganisatieplannen van met de NV Corsan verbonden (project)vennootschappen geweigerd. Over de achtergrond van deze zaken is voldoende verslag gedaan in de (financiële) pers. De NV Corsan had zich toegelegd op de productie van films, o.a. het historische epos Emperor, gebruik makend van de fiscaal gunstige tax shelter-regeling. Een dispuut over de toepassing van deze regeling lag mede aan de grondslag van de financiële problemen van de schuldenaar.

De homologatie van het reorganisatieplan is noodzakelijk opdat een reorganisatieplan bindende werking krijgt voor alle schuldeisers in de opschorting, dus ook voor deze onder hen die tegenstemden of zich onthielden (zie, art. 57, eerste lid WCO). Het vereiste van homologatie beschermt de in de minderheid gestelde schuldeisers tegen de dictatuur van de meerderheid.

De homologatie kan slechts geweigerd worden in geval van niet-naleving van de pleegvormen die door de WCO worden opgelegd of wegens schending van de openbare orde (art. 55, § 3 WCO). De weigering van de homologatie steunde in casu op een aantal vaststellingen eigen aan het dossier, o.a. de deelname aan de stemming door verbonden vennootschappen. Belangrijk(er) is volgende algemene regel inzake goede trouw in het kader van een reorganisatieprocedure:

Een schuldenaar dient, zoals elke deelnemer aan het economisch verkeer, steeds te goeder trouw te handelen.De rechtbank is van oordeel dat de naleving van de regel van de goede trouw en het toezicht erop des te prangender wordt naarmate de schuldenaar om ruimere tegemoetkomingen van diens schuldeisers verzoekt.”

De gerechtelijke reorganisatie dient (ook in tijden van rescue culture) bovenal begrepen te worden als een gunst voor de schuldenaar. De voordelen van een gerechtelijke reorganisatie zijn immers niet gering. De financiële last van de schuldenaar wordt verlicht, met behoud van het bestaande bestuur/de bestaande aandeelhouders (dit is enkel anders bij een overdracht onder gerechtelijk gezag, die gepaard gaat met een dissociatie tussen de schuldenaar en de onderneming). De schuldeisers, niet de schuldenaar, dragen (al dan niet “vrijwillig”) de last van de reorganisatie. Van een schuldenaar wordt dan ook terecht loyauteit t.a.v. de schuldeisers én de rechtbank verwacht. Op elke schuldenaar die de gunst van de gerechtelijke reorganisatie geniet, rust de plicht om rekening te houden met de belangen van zijn schuldeisers en van de maatschappij in globo (vgl. W. van Gerven en S. Lierman, Algemeen Deel – Veertig jaar later, Mechelen, Kluwer, 2010, 404: “Op elke titularis van een subjectief recht rust thans de plicht om rekening te houden met de belangen van de medemens en van de maatschappij in globo”). De gerechtelijke reorganisatie is geen éénrichtingsverkeer.

Author: Arie Van Hoe

Arie Van Hoe, Head of Legal VBO-FEB, voluntary scientific collaborator (University of Antwerp)

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

%d bloggers like this: