Corporate governance in Nederland was zelden zo actueel. Deze blog berichtte nog maar net over het aandeelhoudersactivisme gericht tegen Akzo Nobel, nadat het een buitenlands bod afwees. Ook Unilever en PostNL schermden recent met buitenlandse kapers. Hierop ontstond een interessant politiek debat over hoe Nederlandse beursvennootschappen beter beschermd kunnen worden tegen ongewenste overnames.
Op een beter tijdstip kon het proefschrift van Frans Overkleeft niet verschijnen. In een even uitgebreide als grondige studie analyseert hij de positie van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen in Nederland. Zijn onderzoek naar de wisselwerking tussen wetten, rechtspraak en feiten in deze context, plaatst de recente evoluties in een interessant perspectief.
Overkleeft stelt vast dat ondernemingsrecht zich niet lineair ontwikkelt, maar op vaak incidentele wijze vorm krijgt. Voortdurend veranderende omstandigheden maken het dan ook moeilijk om lessen te trekken uit het verleden die bruikbaar zijn voor de toekomst.
Dat maakt zijn proefschrift allesbehalve minder interessant. De continue evenwichtsoefening tussen aandeelshoudersrechten, efficiënt bestuur een een gezonde overnamemarkt, is een thema waar men in principe nooit over uitgelezen raakt.