APR-prijs voor beste juridische meesterproef aan KU Leuven naar Bram Van Baelen over beslag op aandelen

“Het uitvoerend beslag op aandelen in een BVBA”, Master KU Leuven

De APR-prijs 2016-2017 (Algemene Praktische Rechtsverzameling) voor beste meesterproef aan de KU Leuven is toegekend aan Bram Van Baelen voor zijn thesis “Het uitvoerend beslag op aandelen in een BVBA”. Promotor van de meesterproef was Prof. Dr. Joeri Vananroye.

De meesterproef gaat over de verschillende hindernissen die de persoonlijke schuldeisers van aandeelhouders kunnen ondervinden wanneer zij uitvoerend beslag willen leggen op aandelen in een BVBA. In eerdere blogposts hier over het belang van beslag op aandelen in “organizational law” en over het beslag op aandelen naar Belgisch recht kon u reeds de probleemstelling lezen.

Over de auteur

IMG_1153Bram Van Baelen behaalde met grote onderscheiding zijn Master in de Rechten aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de KU Leuven (bachelor 2013-2015; master 2015-2017, major: Economisch recht/ minor: Publiekrecht) en werkt sindsdien als assistent aan het Jan Ronse Instituut voor Vennootschaps- en Financieel Recht waar hij een proefschrift voorbereidt. Tijdens het schrijven van de meesterproef was hij voorzitter van LOKO, de Leuvense Overkoepelende Kringenorganisatie.

Over de meesterproef

De bekroonde meesterproef vertrekt van de vaststelling dat persoonlijke schuldeisers van aandeelhouders op juridische en praktische obstakels botsen wanneer zij de aandelen van hun aandeelhouder-schuldenaar willen uitwinnen. In een eerdere post () op deze blog kaartte de auteurs reeds aan dat o.a. inadequate wetgeving en de gebrekkige regeling rond het aandeelhoudersregister hier een rol in spelen. Het belangrijkste struikelblok op vennootschapsrechtelijk vlak is echter de tegenwerpelijkheid van statutaire overdrachtsbeperkingen in een uitwinningsprocedure. Naast de wettelijke overdrachtsbeperkingen (art. 249 W.Venn.) kunnen aandeelhouders de overdracht van aandelen immers verder beperken in de statuten van de BVBA. De tegenwerpelijkheid van die overdrachtsbeperkingen bij uitwinning van aandelen kan het uitvoerend beslag op aandelen aanzienlijk bemoeilijken en de facto zelfs onmogelijk maken.

De meesterproef zelf biedt een juridische analyse van de problematiek rond overdrachtsbeperkingen en biedt aan de hand van rechtseconomische concepten een aantal oplossingen aan voor het probleem van illiquiditeit waar schuldeisers mee geconfronteerd worden. Ook een diepgaand rechtsvergelijkend onderzoek met Nederland, waar men deze problematiek al langer erkent, komt aan bod.

In zijn meesterproef concludeert de auteur uiteindelijk dat het uitgangspunt van art. 7 – 8 Hyp.W. steeds een vorm van liquiditeit vereist en dat een feitelijke onbeslagbaarheid vanuit dogmatisch en rechtseconomisch oogpunt vermeden moet worden. Het tegenovergestelde zou in extreme gevallen ertoe leiden dat aandeelhouders-schuldenaar de BVBA als een ‘asset protection’-vehikel kunnen gebruiken. Om zo’n feitelijke onbeslagbaarheid te vermijden pleit de auteur voor een de lege ferenda invoering van een ‘belangenafweging’ door de rechter waarbij die laatste verschillende feitelijke elementen mee in overweging dient te nemen alvorens te beslissen of de statutaire overdrachtsbeperkingen al dan niet blijven doorwerken bij het uitvoerend beslag op aandelen in een BVBA.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

%d bloggers like this: