Bij brief van 28 september 2017 heeft de Nederlandse Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok, m.b.t. het voorziene wettelijke kader van de pre-pack (WCO I) het volgende laten weten:
“Samengevat meen ik dat de WCO I niet hoeft te worden aangepast. Wel zal conform de uitspraak van het Hof rekening moeten worden gehouden met de toepasselijkheid van de regels van overgang van onderneming, indien de WCO I wordt toegepast met het oog op een doorstart. Ik verzoek uw Kamer om de behandeling van de WCO I te hervatten.”
Volgens de Minister behoeft de WCO I geen aanpassing omdat zij niet ziet op de arbeidsrechtelijke positie van de werknemers. Zij omvat daarentegen enkel een wettelijk kader inzake de aanwijzing en rol van een beoogd curator en beoogd rechter-commissaris.
Bijgevolg zal een rechter, die geconfronteerd wordt met een doorstart uit faillissement, waarbij de WCO I is toegepast, zelf de arbeidsrechtelijke uitzonderingsbepaling van artikel 7:666 lid 1 onderdeel a BW overeenkomstig de richtlijn (2001/23) en de uitspraak (Estro/Smallsteps) van het Hof moeten interpreteren.