In geval van faillissement krijgen de gewone schuldeisers (bijvoorbeeld leveranciers en afnemers) doorgaans geen enkele uitkering. Gemiddeld wordt van vorderingen van deze crediteuren minder dan 5% voldaan. Banken daarentegen zien kans het overgrote deel van hun vorderingen te innen. In zijn afscheidsrede aan de Radboud Universiteit (Nijmegen) getiteld ‘Het faillissement, een paradijs voor banken’ besprak hoogleraar en voormalige rector Bas Kortmann of de wetgeving en/of de rechtspraak de banken te vriendelijk gezind is.
Prof. Mr. Kortmann behandelt onder meer de volgende vragen voor het Nederlandse insolventierecht:
- Moet het doel van de faillissementsprocedure/insolventieprocedure – thans: eerlijke
verdeling van het actief – worden aangepast? - Moet het openen van een faillissementsprocedure/insolventieprocedure worden
beperkt tot gevallen waarin er werkelijk iets te verdelen valt? - Moet de positie van de concurrente schuldeisers worden versterkt of weegt een vlot
functionerend kredietverkeer zwaarder? - Is de separatistenregeling achterhaald ?
- En in het verlengde daarvan: moet in geval van faillissement/insolventie de regierol bij de curator liggen?
- En voorts: moeten de zekerheidsgerechtigden bijdragen in de faillissementskosten
- Verdient ons zekerhedenrecht herziening.
De volledige rede kan hier geconsulteerd worden.