Het coronavirus laat het recht niet onberoerd (zie wat het contractenrecht betreft, de bijdrage van professor Dirix). Op korte termijn wordt een ad hoc oplossing gezocht voor acute problemen. Op (middel)lange termijn moet de verhouding tussen recht en crisis als zodanig worden onderzocht (zie reeds, E.R. Muller, T. Hartlief, B.F. Keulen & H. Kummeling, “Crises, rampen en recht”, Handelingen NJV, 144e jaargang/2014-I, Deventer, Kluwer 2014, PDF). Hoe moet het recht omgaan met een wereldwijde crisis? Versterkt of tempert het recht de crisis? Kan het recht crisisbestendig gemaakt worden? De vraag stellen is ze voor een keer niet beantwoorden.
Het Nederlandse tijdschrift Ondernemingsrecht en Financieel recht wijdt een bijzonder nummer aan de coronacrisis. De bijdragen hebben betrekking op uiteenlopende rechtsdomeinen en kunnen hier vrij geconsulteerd worden (nieuwe bijdragen zullen au fur et à mesure worden toegevoegd). Ze bestrijken uiteenlopende rechtsdomeinen, en de Belgische jurist kan er inspiratie vinden. Uit het voorwoord van professor Steven Hijnk volgend citaat:
De grote vraag is hoe overheden, na de coronacrisis, zullen omgaan met de fundamentele uitdagingen die samenhangen met globalisering. Gaan we terug naar open economieën of houden we grenzen blijvend (deels) gesloten? En in het verlengde daarvan: heeft ons ondernemingsrecht als doel bij te dragen aan een open economie (faciliteren) of dient het vooral om (nationale) belangen te beschermen? Het jaar 2020 – met het coronavirus als aanjager – zou zo maar eens een kantelpunt in de geschiedenis kunnen worden.
We leven in onzekere tijden. Met onzeker ondernemingsrecht.