De positie van kleine, concurrente schuldeisers in faillissement

In een eerdere blogpost werd reeds gewezen op het trieste lot van de chirografaire schuldeiser. Nadat de boedelschuldeisers en de zekergestelde schuldeisers gepasseerd zijn, is het vet van de soep. Wat overblijft, is een klein doekje voor het bloeden. Deze vaststelling treft voornamelijk kleine schuldeisers, veelal uit het KMO-segment, die zich onderaan de pikorde van de schuldeisers bevinden.

Een recent Nederlands onderzoek heeft de positie van (mkb-)schuldeisers (het equivalent van KMO-schuldeisers) in faillissement in kaart proberen brengen, evenals maatregelen om de positie van deze schuldeisers te verbeteren. Daartoe werd gekeken naar bijzondere regelingen in andere landen (niet in België, wat een goede beslissing was van de onderzoekers, aangezien dergelijke bijzondere regelingen niet bestaan in België).

Zoals de onderzoekers zelf aangeven, was het empirische luik van het onderzoek zeer beperkt, en om die reden onvoldoende representatief. De rechtsvergelijkende beschrijving geeft wel een goed overzicht van de mogelijke maatregelen (en de beperkingen ervan) ter verbetering van de positie van concurrente schuldeisers.

De onderzoekers hebben (terecht) veel aandacht voor de herverdelende gevolgen van eventuele wijzigingen. Het is immers zeer simpel in faillissementszaken: wat de ene schuldeisers krijgt, verliest de andere schuldeiser.

Het onderzoek leest vlot en is een nuttige aanzet tot reflectie over het Belgische faillissementsrecht (en ook het reorganisatierecht, in het kader van de omzetting van de Herstructureringsrichtlijn).

Tot slot volgende boodschap, ook voor de Belgische wetgever:

In breder verband kan gesteld worden dat de wetgever bij de invoering van het Burgerlijk Wetboek in 1992 een rangorde heeft gecreëerd op grond van een afweging van de belangen van de verschillende betrokkenen bij een faillissement. Die rangorde is niet in beton gegoten. Maatschappelijke ontwikkelingen kunnen aanleiding zijn voor de wetgever om die rangorde te
heroverwegen.

Author: Arie Van Hoe

Arie Van Hoe, Head of Legal VBO-FEB, voluntary scientific collaborator (University of Antwerp)

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

%d bloggers like this: