Het lot van vordering tot ontbinding wegens ontoereikend actief in de BVBA na inwerkingtreding WVV

Cass. 19 mei 2025 (C.22.0246.N): geen ontbinding meer na inwerkingtreding WVV, ook al werd de vordering eerder ingesteld

Art. 333 W.Venn. gaf iedere belanghebbende het recht de ontbinding van een BVBA te vorderen voor de rechtbank, wanneer het netto-actief is gedaald tot beneden het bedrag van 6.200 euro. Indien de drempel was bereikt, kon de rechtbank de vennootschap hoogstens nog een cure period geven om het netto-actief terug boven de minimumdrempel te brengen.

Een gelijkaardige regel staat nog altijd in art. 7:229 WVV voor de NV (met strengere drempels). Voor de BV werd deze ontbindingsmogelijkheid opgeheven met de wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

Continue reading “Het lot van vordering tot ontbinding wegens ontoereikend actief in de BVBA na inwerkingtreding WVV”

​​​De gerechtelijke reorganisatie door collectief akkoord – grote ondernemingen

Vandaag mocht ik een presentatie geven over de belangrijkste regels inzake de gerechtelijke reorganisatie door collectief akkoord, stelsel grote ondernemingen. De presentatie beoogt enig inzicht te bieden in de fundamentele bouwstenen van een dergelijke collectief akkoord. De slides kunnen hieronder worden geconsulteerd.

Een voorbeeld van legistieke ‘content drift’: art. 4:23 WVV

Eerder kwam hier legistieke ‘linkrot‘ aan bod, waarbij een bepaling verwijst naar een ander bepaling die intussen werd opgeheven. Een andere vorm van legistieke ‘referentie rot’ is content drift waarbij een artikel verwijst naar een andere bepaling, die formeel nog wel bestaat, maar waarbij de inhoud van de bepaling waarnaar verwezen wordt intussen niet meer relevant is. Dit is mogelijk nog vervelender omdat het voor de lezer, anders dan bij een verbroken link, niet meteen duidelijk is dat er een fout in de verwijzing is.

Een voorbeeld hiervan is art. 4:23 WVV. Dit artikel verklaart o.a. de bepalingen van de maatschap van toepassing op de VOF en CommV, met enkele uitzonderingen die vooral te maken hebben met de afwezigheid van rechtspersoonlijkheid bij de maatschap.

Continue reading “Een voorbeeld van legistieke ‘content drift’: art. 4:23 WVV”

Nieuw recht inzake persoonlijke zekerheden: studiemiddag te Leuven (9 september 2025) en Kortrijk (8 oktober 2025)

Persoonlijke zekerheden na goedkeuring boek 9.1 BW: save the date

Op 1 januari 2026 treedt de nieuwe regeling inzake persoonlijke zekerheden in werking, als onderdeel van het BW (Boek 9, Titel 1). De wet bevat een uitgewerkte regeling inzake borgtocht en autonome garantie, maar ook bijzondere bepalingen inzake consumentenborgtocht. Deze mechanismen worden ook afgebakend tegenover hoofdelijkheid tot zekerheid, sterkmaking tot zekerheid en, de patronaatsverklaring.

Op een studienamiddag van de KU Leuven te Leuven (9 september 2025, met livestream) en Kortrijk (8 oktober 2025 bespreken experts de hervormde wettelijke regels besproken met het oog op de praktijk. Deelnemers aan een van deze studienamiddagen krijgen een verslagboek toegestuurd.

Op het programma:

  • Algemene inleiding ~ Prof. dr. Vincent Sagaert (KU Leuven en KULAK)
  • Borgtocht ~ Prof. dr. em. Matthias Storme (KU Leuven, advocaat)
  • Consumentenborg ~ Mr. Dominique Blommaert (advocaat te Brussel en Gent)
  • Autonome garantie ~ Mr. Charles-Antoine Leunen (advocaat te Brussel, vrijwillige wetenschappelijk medewerker Instituut Handels- en Insolventierecht KU Leuven)
  • Andere zekerheidsmechanismen (bindende patronaatsverklaring, hoofdelijkheid  tot zekerheid en sterkmaking tot zekerheid) ~ Prof. dr. Joeri Vananroye (KU Leuven, advocaat)

Meer informatie en inschrijvingslink in de links voor Leuven (9 september 2025) en Kortrijk.

Financial Mindmap: videos explaining corporate finance

In 2024, the paperback version of “Corporate Finance for Lawyers” was published. In this book, the authors explore the intricate relation between law and corporate finance to allow lawyers to gain a deeper understanding of the field they are working in.

First of all, the book provides an introduction into the basic building blocks of the world of corporate finance and the dominant company valuation methods of EBITDA-multiples and Discounted Cash flow methods. The book further explains standard finance patterns from both a finance and a legal perspective, most notably the increased use of non-interest bearing debt as cheap way of finance, financing by means of secured credit, financing by means of shareholder loans and financing by means of guarantees. The book also discusses the corporate finance dynamics of reorganization procedures and disputes over the allocation of value as part thereof. The authors focus on what goes on in the actual world of corporate finance, discussing the power balance between shareholders, secured lenders and creditors in a world where the assumptions of perfectly functioning markets with fully adjusting creditors do not apply.

The authors use the Financial Mindmap throughout the book. This tool depicts finance by using colour and visualisations in a clear and intuitive manner. By using the Financial Mindmap, readers can quickly gain an intuitive understanding of finance.

The Financial Mindmap is developed as an interactive tool for teaching purposes. In order to bring the Financial Mindmap further to live, the authors have developed video’s explaining corporate finance. In addition to an Introduction to Corporate Finance for Lawyers, the authors discuss Solvency and insolvency as balance sheet concepts (video 1), The use of non-interest bearing debt as a cheap source of finance (video 2), Non-interest bearing debt and company valuation (video 3), and Secured credit for investing and distributions to shareholders (video 4).