Duurzaamheid beoordelen kan binnenkort niet langer zonder vergunning

Een post door gastbloggers Chloë De Somviele & Lisa Nelis

Toegang tot kwalitatieve duurzaamheidsdata is al langer een pijnpunt wanneer beleggers rekening willen houden met de ecologische, sociale en governance (ESG) factoren van bedrijven.[1] Correcte informatie over ESG-factoren neemt aan belang toe in de financiële sector om de risico’s en investeringsopportuniteiten ten gevolge van de energietransitie, klimaattransitie en sociale uitdagingen accuraat in rekening te brengen. Bedrijven die ondernemingen op basis van ESG-factoren beoordelen en rangschikken, ook wel ESG-ratingagentschappen genoemd, zijn daarin essentieel maar ook problematisch, aangezien bijvoorbeeld onduidelijk is welke ESG-criteria zij hanteren, welke ESG-criteria zwaarder doorwegen, en hoe ESG-informatie wordt verzameld.  

De Europese Unie regelt reeds bepaalde delen van de beleggingsketen die uitvoerig op deze blog werden besproken, zoals wanneer een economische activiteit ecologisch duurzaam is, over welke duurzaamheidsinformatie bedrijven moeten rapporteren, hoe informatie over duurzaamheid in precontractuele en periodieke documenten van financiële producten moeten worden opgenomen, en hoe in de distributie van financiële instrumenten gevraagd moet worden naar duurzaamheidsvoorkeuren. Uitgevers van ESG-ratings bleven voorlopig buiten schot. Woensdag 24 april keurde het Europees Parlement een compromistekst van februari 2024 goed. Daarmee ligt nu de verordening van toepassing op ESG-ratings ter stemming voor bij de Europese Raad. Hieronder bespreken we de tekst van het akkoord tussen het Europees Parlement en de Raad zoals die door het Parlement werd goedgekeurd.[2]

Continue reading “Duurzaamheid beoordelen kan binnenkort niet langer zonder vergunning”

Recent trends in the remuneration of executives and directors

Conference organized by the Jean-Pierre Blumberg Chair on 23 May

Over the last few years, remuneration in public companies has received considerable attention in both academic and public discourse. Several national and international initiatives have reformed remuneration practices to achieve various objectives, including improving shareholder engagement, encouraging active monitoring by (independent) directors, achieving corporate sustainability, and incentivising long-term value creation. Although these trends have had a significant impact on practice, large differences in remuneration practices still exist.

On the afternoon of 23 May 2024, the Jean-Pierre Blumberg Chair organizes a conference on the topic of “Recent trends in the remuneration of executives and directors”. The conference aims to improve the understanding in Belgium and Europe of the dynamic topic of remuneration of executives and directors. The conference brings together theory and practice through academic presentations that contain empirical evidence on remuneration practices, and through a panel discussion of prominent practitioners (moderated by Charles-Antoine Leunen, Linklaters). 

More information and registration can be found via this link. Below follows a brief teaser of what conference participants may expect.

Continue reading “Recent trends in the remuneration of executives and directors”

Wat komt er op ons af in het ondernemingsrecht?

Disputatio, Leuven, donderdag 1 juni 2023

Drei berichtigende Worte des Gesetzegebers und ganze Bibliotheken werden zu Makulatur“, schreef de Duitse jurist von Kirchman in 1848. De tijd dat de wetgever zich met drie woorden tevreden stelde, ligt echter definitief achter ons. We leven in het tijdperk van de hyperactieve wetgever, en dit op diverse niveaus. Op Belgisch niveau springt de recente hervorming van het ondernemingsrecht, het vennootschapsrecht en het burgerlijk recht het meest in het oog. Daarnaast zijn er ook de talrijke wetgevende innovaties op het vlak van B2B-relaties en B2C-relaties. Op Europees niveau is de wetgevende agenda minstens even ambitieus. Ter verwezenlijking van de Europese Green Deal volgen diverse wetgevingspakketten elkaar in een sneltempo op. Voor de doorsnee burger, onderneming, en (ja zelfs) jurist wordt het allemaal wat moeilijk te volgen.

Ter afronding van het disputatio op donderdag 1 juni e.k. worden een aantal komende ontwikkelingen in het ondernemingsrecht vanuit een helikopterperspectief belicht. Dit laat toe aandacht te hebben voor fundamentele evoluties, voorbij de techniciteit van de concrete regel, waarbij de band wordt gelegd tussen recht, economie en politiek. Wat mag de wetgever verwachten van ondernemingen?; Wat mogen ondernemingen verwachten van de wetgever?; Wijzigt de aard van regelgeving?; Wat mag de wetgever verwachten van de rechter, en omgekeerd?

Het antwoord op bovenstaande, en andere, vragen, verschilt van persoon (jurist) tot persoon (jurist). Dit vertaalt zich in de diverse samenstelling van het panel.

Als hoogleraar en volksvertegenwoordiger (en dan vergeten we nog een aantal bijzondere hoedanigheden) is Koen Geens uniek geplaatst om brede stromingen te capteren, en in een historisch perspectief te plaatsen.

In de verwezenlijking van de Europese Green Deal ligt een belangrijke rol weggelegd voor financiële instellingen. Banken zijn ondernemingen met hun eigen financiële en maatschappelijke doelstellingen, maar geen doorsnee ondernemingen, gelet op de essentiële financieringsrol die ze vervullen. Dit perspectief wordt toegelicht door Ingrid D’Haeyer (Head Legal Banking Products KBC).

Voor advocaten lijken het wel gouden tijden. Een stortvloed aan nieuwe wetgeving en cliënten die behoefte hebben aan accuraat en concreet advies. Adviseren over de implementatie van CSRD en CSDD is echter iets anders dan adviseren over de invordering van een factuur (alhoewel ook daar meer en meer wijzigingen te noteren vallen). Wat deze nieuwe ontwikkelingen betekenen voor advocaten, en hun cliënten, wordt in kaart gebracht door Steffie De Backer (Senior Attorney, Freshfields Bruckhaus Deringer)               

De twee disputen en het panelgesprek gaan door op donderdag 1 juni 2023 te Leuven van 14u tot 17u15. De inschrijvingsprijs is 75 EUR en omvat een koffiepauze en receptie. Erkenning bij OVB en IBJ voor 3 punten. Erkend door IGO. Deelname kan fysiek of via livestream. Inschrijven kan hier.

Continue reading “Wat komt er op ons af in het ondernemingsrecht?”

Schrijf nu in voor de ‘disputatio’ op donderdag 1 juni: soortwijziging, stemovereenkomsten, nietigheid bestuursbesluit, schending belangenconflictenregeling, …

Kan een aandeelhouder zich op afdwingbare wijze in een stemovereenkomst verbinden om bij een toekomstige soortwijziging vóór te stemmen? (Zie meer hier).

Als een bestuurder met een belangenconflict deelneemt aan de stemming over de verrichting waarvoor hij geconflicteerd is, leidt dit ipso facto tot nietigheid van de betrokken beslissing? (Zie meer hier).

Twee vragen die de praktijk zeker bezighouden en waarover op donderdag 1 juni e.k. telkens twee disputanten in de intellectuele arena treden. Nick Hallemeesch verdedigt een verregaande afdwingbaarheid van stemovereenkomsten (voor soortwijziging, maar ook daarbuiten). Carl Clottens verdedigt dat een aandeelhouder niet op een blanco manier zijn wettelijke bescherming van dwingende recht kan opgeven. Tom Vos pleit voor een strenge handhaving van de belangenconflictenregeling: wat blijft er anders over van deze regels? Stijn De Dier verdedigt dat nietigheid enkel kan bij belangenschade: waarom een verregande sanctie als er geen schade is?

De format is bekend: elke disputant houdt een pleidooi, repliceert en gaat in op de vragen van het publiek, dat mee een stem krijgt.

De twee debatten worden gevolgd door een determinatio magistralis, een panelgesprek waarin wordt ingegaan op komende ontwikkelingen in het ondernemingsrecht, zoals: wat zijn de gevolgen van ESG voor aansprakelijheid van vennootschap, groep en bestuurder of de corporate sustainability due diligeence verplichtingen (enkel voor grote ondernemingen?). Met Professor Koen Geens (KU Leuven, volksvertegenwoordiger), Ingrid D’Haeyer (Head Legal Banking Products KBC) en Steffie De Backer (Senior Attorney, Freshfields Bruckhaus Deringer).

Inschrijven kan hier. Deelname kan fysiek te Leuven (auditorium Zeger Van Hee) of via livestreams. Erkenningsaanvraag voor 3 punten (advocaten, notarissen, bedrijfsjuristen); erkend door IGO. Het programma:

Continue reading “Schrijf nu in voor de ‘disputatio’ op donderdag 1 juni: soortwijziging, stemovereenkomsten, nietigheid bestuursbesluit, schending belangenconflictenregeling, …”

Shareholder activism in Belgium: boon or curse for sustainable value creation?

A teaser for the conference on 9 June 2022

Shareholder activism used to be rare in Belgium. According to two studies, there were only 9 hedge fund activist engagements in Belgium between 2000 and 2010, and 7 between 2010 and 2018. This is much lower than the number of activist campaigns in the US, even in comparison to the total number of listed companies. However, shareholder activism is said to enter a “golden age” in Europe, with more corporations than ever at risk of activism. A second important trend is the rise of “ESG activism”, where the tools of shareholder activism are used to pursue “ESG” (environmental, social and governance) objectives. Such ESG activism can be pursued because the activist believes that it could contribute to long-term shareholder value, but also from a non-profit perspective. An example of the latter is the “one share ESG activism” campaign against Solvay by the hedge fund Bluebell, which has urged Solvay to stop the discharge into the sea of waste from a soda ash production plant in Italy.

Shareholder activism in Belgium, and especially the recent trend of ESG activism, has not received much attention in Belgian legal scholarship, however. To fill this gap, we (the Federation of Belgian Enterprises (FEB) and the Jean-Pierre Blumberg Chair at the University of Antwerp) have decided to organize a one-day conference on 9 June 2022 to explore the present and future of activism in Belgium. 

Below, I give a small teaser of my introductory presentation.

Continue reading “Shareholder activism in Belgium: boon or curse for sustainable value creation?”

Corporate Sustainability Due Diligence – voorstel Commissie gepubliceerd

Vandaag heeft de Europese Commissie haar langverwachte voorstel inzake Corporate Sustainability Due Diligence gepubliceerd. Met dat voorstel wil de Europese Commissie ondernemingen verplichten het risico op schendingen van mensenrechten en milieuschade in hun waardeketen preventief op te sporen. 

Aan grote ondernemingen of kleinere ondernemingen (met meer dan 250 werknemers) actief in bepaalde risico-sectoren wordt een due diligence verplichting opgelegd. In het bijzonder wordt gewezen op art. 25 van het voorstel, dat betrekking heeft op de zorgvuldigheidsplicht van bestuurders:

‘1. Member States shall ensure that, when fulfilling their duty to act in the best interest of the company, directors of companies referred to in Article 2(1) take into account the consequences of their decisions for sustainability matters, including, where applicable, human rights, climate change and environmental consequences, including in the short,
medium and long term.

2. Member States shall ensure that their laws, regulations and administrative provisions providing for a breach of directors’ duties apply also to the provisions of this Article.’

Dit voorstel zal in de komende maanden het voorwerp van onderhandelingen uitmaken van Europese onderhandelingen. Verwacht wordt dat deze onderhandelingen intens zullen zijn.

Sustainability is no longer in the eye of the beholder: an overview of the Taxonomy Regulation

Funds that took due account of environmental, social and governance (ESG) factors in their investment strategies generally outperformed their conventional counterparts during the Corona pandemic (FT, 3 April 2020). At the same time there is an omnipresent call to align the economic recovery in Europe with the ‘green transition’ (FT, 18 June 2020). In sharp contrast to this emphasis on the importance for investors to take ESG factors on board when making investment decisions stands the uncertainty about the requirements an investment must meet to be actually sustainable.

On 18 June 2020 the European Parliament decided to remedy the lack of clarity by adopting the Taxonomy Regulation[1] which defines an environmentally sustainable economic activity. More specifically, it sets out the broader framework within which the European Commission will have to come up with the technical criteria an economic activity must adhere to in order to be considered environmentally sustainable. This contribution will give an overview of the key changes brought by the Taxonomy Regulation.

The definition of what makes an economic activity sustainable will lie at the center of an emerging legal framework for sustainable finance. Creating  such a legal framework pioneered as a priority in the Action Plan on Building a Capital Markets Union of 2015 and was translated in more concrete policy in the Action Plan: Financing Sustainable Growth of 2018 based on a blueprint designed by the High-Level Expert Group on Sustainable Finance. In particular the latter Action Plan’s goal to reorient capital flows towards sustainable investments justified the adoption of a detailed EU classification system – or taxonomy – to make it clear for investors which activities qualify as ‘green’ or ‘sustainable’.[2] Continue reading “Sustainability is no longer in the eye of the beholder: an overview of the Taxonomy Regulation”