Gelijke behandeling van aandeelhouders bij inkoop en vervreemding van eigen effecten: quid bij soortvorming?

Nick Hallemeesch in ‘Tendensen Vennootschapsrecht 2023’ (LeA)

Een verwerving door een vennootschap van haar eigen aandelen (ook wel “inkoop van eigen aandelen” genoemd) kan door verschillende motieven zijn ingegeven. Wanneer een vennootschap overtollige liquiditeiten heeft, kan de inkoop van eigen aandelen een alter­natief vormen voor een dividenduitkering. In niet-genoteerde vennootschappen kan men via de inkoop van eigen aandelen de uittreding van een aandelenhouder organiseren. Geno­teerde vennootschappen kopen daarnaast eigen aandelen in om aan­de­lenopties af te wikkelen, bij wijze van belegging, als gifpil om een (vijandig) overnamebod te doen mislukken, om liquiditeit te creëren en/of om de volatiliteit te verminderen, of nog in het kader van een going private operatie. In al die gevallen is het mogelijk dat de vennootschap de ingekochte effecten later opnieuw wenst te vervreemden.

In zowel BV and NV vormt de gelijke behandeling van aandeelhouders één van de voorwaarden voor de inkoop van eigen aandelen. De wet vereist immers tenzij de aandeelhouders met eenparigheid tot de inkoop besluiten, de vennootschap een aanbod tot verkrijging richt aan alle aandeel­houders. Een gelijkaardig principe geldt, behoudens uitzonderingen, ook bij de wedervreemding. Geno­teerde vennootschappen kunnen aan het vereiste van aanbod aan alle aandeelhouders ontsnappen door – in grote lijnen – de aandelen te kopen of te verkopen op de beurs, of tegen een prijs die niet hoger c.q. lager is dan de beurskoers.

In deze blogpost wordt stilgestaan bij enkele vragen die rijzen met betrekking tot de gelijke behandeling van aandeelhouders wanneer de vennootschap verschillende soorten van effecten heeft uitgegeven.

Continue reading “Gelijke behandeling van aandeelhouders bij inkoop en vervreemding van eigen effecten: quid bij soortvorming?”

‘Aandeelhouders van een bepaalde soort kunnen zich ertoe verbinden om een soortwijziging steeds goed te keuren (en aldus te verzaken aan hun recht op bescherming inzake soortwijziging)’

Disputatio, Leuven, donderdag 1 juni 2023

Dat soortvorming en -wijziging in het WVV een ‘hot topic’ is, werd de afgelopen jaren reeds duidelijk. Verschillende auteurs lieten al hun licht schijnen op deze materie (M. Wyckaert & H. De Wulf, “Effecten bij BV, NV en CV: categorieën, soorten, overdracht, uitgifte en inkoop”, in Het WVV doorgelicht, Mortsel, Intersentia, 2021, P77; F. Hellemans & T. Vos, “Spelen met stemrechten in de BV & NV”, in Themis 117 – Vennootschapsrecht, Brugge, die Keure, 2021, P95; C. Clottens, “Soortvorming en soortwijziging bij aandelen (en winstbewijzen) in de BV, NV en CV in Lessen na twee jaar WVV, Roularta Media Group, Roeselare, 2022, 277-329). Vorig jaar leidde het dispuut tussen Marieke Wyckaert en Hans De Wulf over soortvorming al tot interessante inzichten en intellectuele opwinding.

In de rechtsleer wordt het ruime toepassingsgebied van de procedure inzake soortwijziging vaak als problematisch aangemerkt. Zo bepalen de artikelen 5:102 en 7:155 WVV dat onder meer de uitgifte van een nieuwe soort, de afschaffing van een bestaande soort en de onevenredige uitgifte van nieuwe aandelen binnen elke soort, soortwijzigingen uitmaken die binnen het toepassingsgebied van de procedure vallen. Die procedure vereist onder meer binnen elke soort een aanwezigheidsquorum van 50% (op de eerste buitengewone algemene vergadering) en een meerderheid van 75%. Dit betekent dat een minderheid van aandeelhouders binnen elke soort een soortwijziging kan tegenhouden. De procedure inzake soortwijziging creëert dus een risico op blokkering. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat Clottens de volgende woorden schreef: “Wie vooruitziend is tracht soortvorming te vermijden” (“Soorten van aandelen in de NV en BV – Nood aan reparatie en gerichte versoepeling”, TRV-RPS 2022, (3) 4).

Voor zij die soortvorming willen gebruiken, moet de praktijk dus op zoek naar oplossingen om het risico op blokkering te vermijden. Eén van de oplossingen die in de praktijk worden gehanteerd bestaat erin dat aandeelhouders van een bepaalde soort er zich via een stemovereenkomst op voorhand toe verbinden om toekomstige soortwijzigingen steeds goed te keuren (zie T. Vos, “Kapitaalverhoging en soorten van aandelen”. Tegelijkertijd rijst in de praktijk de vraag naar de toelaatbaarheid van een dergelijke afspraak, mede gelet op het dwingende karakter van de procedure inzake soortwijziging.

Op de disputatio op 1 juni e.k. zullen Nick Hallemeesch (ULB, White & Case) en Carl Clottens (KU Leuven, Eubelius) de degens kruisen over de volgende stelling:

Aandeelhouders van een bepaalde soort kunnen zich ertoe verbinden om een soortwijziging steeds goed te keuren (en aldus te verzaken aan hun recht op bescherming inzake soortwijziging).

Continue reading “‘Aandeelhouders van een bepaalde soort kunnen zich ertoe verbinden om een soortwijziging steeds goed te keuren (en aldus te verzaken aan hun recht op bescherming inzake soortwijziging)’”

Schrijf nu in voor de ‘disputatio’ op donderdag 1 juni: soortwijziging, stemovereenkomsten, nietigheid bestuursbesluit, schending belangenconflictenregeling, …

Kan een aandeelhouder zich op afdwingbare wijze in een stemovereenkomst verbinden om bij een toekomstige soortwijziging vóór te stemmen? (Zie meer hier).

Als een bestuurder met een belangenconflict deelneemt aan de stemming over de verrichting waarvoor hij geconflicteerd is, leidt dit ipso facto tot nietigheid van de betrokken beslissing? (Zie meer hier).

Twee vragen die de praktijk zeker bezighouden en waarover op donderdag 1 juni e.k. telkens twee disputanten in de intellectuele arena treden. Nick Hallemeesch verdedigt een verregaande afdwingbaarheid van stemovereenkomsten (voor soortwijziging, maar ook daarbuiten). Carl Clottens verdedigt dat een aandeelhouder niet op een blanco manier zijn wettelijke bescherming van dwingende recht kan opgeven. Tom Vos pleit voor een strenge handhaving van de belangenconflictenregeling: wat blijft er anders over van deze regels? Stijn De Dier verdedigt dat nietigheid enkel kan bij belangenschade: waarom een verregande sanctie als er geen schade is?

De format is bekend: elke disputant houdt een pleidooi, repliceert en gaat in op de vragen van het publiek, dat mee een stem krijgt.

De twee debatten worden gevolgd door een determinatio magistralis, een panelgesprek waarin wordt ingegaan op komende ontwikkelingen in het ondernemingsrecht, zoals: wat zijn de gevolgen van ESG voor aansprakelijheid van vennootschap, groep en bestuurder of de corporate sustainability due diligeence verplichtingen (enkel voor grote ondernemingen?). Met Professor Koen Geens (KU Leuven, volksvertegenwoordiger), Ingrid D’Haeyer (Head Legal Banking Products KBC) en Steffie De Backer (Senior Attorney, Freshfields Bruckhaus Deringer).

Inschrijven kan hier. Deelname kan fysiek te Leuven (auditorium Zeger Van Hee) of via livestreams. Erkenningsaanvraag voor 3 punten (advocaten, notarissen, bedrijfsjuristen); erkend door IGO. Het programma:

Continue reading “Schrijf nu in voor de ‘disputatio’ op donderdag 1 juni: soortwijziging, stemovereenkomsten, nietigheid bestuursbesluit, schending belangenconflictenregeling, …”

Soortsplitsing: één jaar later

Symmetrische en asymmetrische soortsplitsing

Trouwe lezers van deze blog kennen het soortsplitsingsdebat: welke meerderheidsvereiste is van toepassing op de creatie van een nieuwe soort van aandelen in een BV of NV, wanneer dat gebeurt door aan sommige bestaande aandelen andere rechten toe te kennen dan voorheen, waardoor de bestaande aandelen in feite worden “gesplitst” in verschillende soorten. Met betrekking tot deze vraag kruisten Hans De Wulf en Marieke Wyckaert op 1 juni 2022 de degens op de Disputatio georganiseerd ter gelegenheid van het lustrum van deze blog. De problematiek was ook al eerder aangekaart in de rechtsleer,[1] en gaf ook nadien nog aanleiding tot blogposts van Jeroen Delvoie en van de disputanten zelf.[2]

Wie vandaag, nadat de geesten een jaartje hebben kunnen rijpen, de slides van de Disputatio en de inleidende tekst van moderator Tom Vos herleest, moet vaststellen dat de disputanten feitelijk in de val waren gelokt door hen te verzoeken om een erg verraderlijke stelling te bekampen. Die luidde: “een splitsing van een soort aandelen vereist altijd unanimiteit”. Wyckaert pleitte pro; De Wulf contra.

In een noot die recent verscheen in TBH,[3] verdedigde ik dat niet elke soortsplitsing unanimiteit vereist, maar sommige (allicht de meest voorkomende) wel. Er moet met name een onderscheid worden gemaakt naargelang de soortsplitsing louter de creatie van een nieuwe soort tot gevolg heeft, maar daarbij de geldende verhoudingen tussen de aandeelhouders ongemoeid laat, dan wel daarenboven die proportionaliteit wijzigt.

Continue reading “Soortsplitsing: één jaar later”

Kapitaalverhoging en soorten van aandelen

Problemen voor private equity en venture capital

Het is welbekend dat flexibilisering één van de krachtlijnen van het WVV was. Sinds het WVV bestaat er een bijna onbegrensde vrijheid in de BV en niet-genoteerde NV om af te wijken van de basisregels met betrekking tot de allocatie van stemrechten en vermogensrechten aan aandelen. Het is ook al opgemerkt dat dergelijk “spelen met stemrechten en vermogensrechten” aanleiding kan geven tot problemen door de strenge en breed toepasselijke procedure voor de wijziging van soortrechten (artikel 5:102 en 7:155 WVV).[1] Deze blogpost bekijkt deze problemen in wat meer detail voor kapitaalverhogingen in de private equity en venture capital context, en geeft ook een aantal mogelijke oplossingen onder het huidige Belgisch recht.

Continue reading “Kapitaalverhoging en soorten van aandelen”

Soortrechten: na de ‘disputatio’, enkele voorstellen tot ‘solutio’ (of waarover het eigenlijk ging: uit de discussie komen hernieuwde inzichten)

Een post door gastbloggers Hans De Wulf (UGent) en Marieke Wyckaert (KU Leuven)

De Disputatio en haar uitkomst

Op 1 juni gingen ondergetekenden stevig in debat (zie video hier) over een in essentie eenvoudige vraag: is er voor de splitsing binnen een bestaande soort aandelen (of andere effecten) unanimiteit nodig  of volstaat een 75% meerderheid per soort? Anders geformuleerd: kan men de rechten van bepaalde maar niet alle aandelen van een bestaande soort wijzigen, zonder uitgifte van bijkomende aandelen. Wyckaert verdedigde dat dit alleen met unanimiteit kan worden beslist omdat afbreuk wordt gedaan aan de gelijke behandeling van aandeelhouders; volgens De Wulf volgt uit de wettekst dat een 75% meerderheid per soort volstaat en kan misbruik voldoende voorkomen worden via aandeelhoudersovereenkomsten en desnoods achteraf worden bestreden via het leerstuk van misbruik van meerderheid, de geschillenregeling en andere minderheidsbechermingstechnieken. De stelling van Marieke Wyckaert had de meeste sympathie vóór het debat, maar Hans De Wulf wist op 1 juni de stemmen te keren.

Wij zijn het er nog steeds niet over eens. Maar de discussie heeft er ons wel beiden van overtuigd dat de wetgever de regeling over soortrechten in het WVV op dit punt, maar wellicht nog meer op andere vlakken, moet verduidelijken of bijsturen.  Hieronder lanceren we  enkele gemeenschappelijke denkpistes daarrond. Elke feedback is welkom met het oog op (verhoopte) reparatie (zie verder).

Continue reading “Soortrechten: na de ‘disputatio’, enkele voorstellen tot ‘solutio’ (of waarover het eigenlijk ging: uit de discussie komen hernieuwde inzichten)”

Vereist een splitsing van een soort aandelen altijd unanimiteit?

Tijdens de disputatio van 1 juni jl. was één van de drie quaestiones de vraag of een splitsing van een soort aandelen altijd unanimiteit vereist.

Het geanimeerde debat tussen Professor De Wulf (UGent) en Professor Wyckaert (KU Leuven), gemodereerd door Professor Tom Vos (UAntwerpen), kan u hier herbekijken.

Eerstdaags publiceert Corporate Finance Lab een gezamenlijk standpunt van de disputanten over mogelijke uitwegen uit dit debat.

‘Determinatio Magistralis’ door Xavier Dieux

Deficitaire vereffening, soortvorming en -wijziging van aandelen, gerechtelijke reorganisatie

De Belgische dominicaan, kenner van het thomisme en rector aan de Universiteit van Fribourg Pierre Mandonnet beschreef de rol van de determinatio magistralis volgend op een disputatio als volgt:

Les objections proposées et résolues, au cours de la dispute, sans ordre préétabli, présentaient finalement une matière doctrinale assez désordonnée, moins semblable cependant aux débris d’un champ de bataille d’aux matérieux demi-ouvrés d’un chantier de constructions. C’est pourquoi à cette séance d’élaboration en succédait une seconde, qui portait le nom de détermination magistrale.‘ (Revue Thomiste 1928, 267-269, geciteerd in Jacques Le Goff, Les intellectuels au Moyen Âge, éditions du Seuil, 2014, 102)

De magister kreeg één dag om de brokstukken van één quaestio samen te rapen. Op de disputatio van 1 juni j.l. kreeg Professor Xavier Dieux enkele minuten om dit te doen voor drie quaestiones. Dat verhinderde niet dat dit op magistrale wijze gebeurde.

Op de dag dat aan Professor Dieux zijn Liber Amicorum wordt overhandigd, wilden we u graag de kans geven zijn beschouwingen hier te herbekijken (29 minuten).

We geven nog mee dat het proefschrift van Professor Dieux over Le respect dû aux anticipations légitimes d’autrui uit 1995 nu ook in open access beschikbaar is in de digitale archieven van de Leuvense rechtsbibliotheek.

Zwarte zondag in Leuven (postscript bij het dispuut tussen Marieke Wyckaert en Hans De Wulf over unanimiteit bij soortsplitsing)

Een post door Jeroen Delvoie (VUB)

“Het gaat niet om de gelijke behandeling van aandeelhouders als zweverig principe, het gaat om pacta sunt servanda

Deze blogpost is ingegeven door een ernstig geval van FOMO naar aanleiding van het dispuut op 1 juni 2022 ter ere van 5 jaar Corporate Finance Lab in Leuven (zie hier voor de opname, de slides en de documentatie).

Ik kon er jammer genoeg echt niet bij zijn, maar slaagde er in extremis wel in de discussie tussen Marieke Wyckaert en Hans De Wulf online mee te pikken. Daar zat ik dan wippend op mijn stoel met de digitale vinger in de lucht, maar zonder mogelijkheid om aan de actie deel te nemen. Daarom via deze weg een postscript over een specifiek punt, waaromtrent ik graag was tussengekomen. Ik vat dit – geheel in de sfeer van het dispuut – wat badinerend op, het wordt me hopelijk vergeven.

Het betreft een argument dat me dunkt cruciaal was in de onverwachte overwinning van De Wulf in de stemming na de debatten. Hoewel het feit dat hij de rol van underdog meesterlijk speelde, ook wel zal hebben meegespeeld (weliswaar met iets té veel enthousiasme, waardoor hij de resultaten van het publieksreferendum vooraf al met het brexit-vuilnis buiten had gezet, waarvan dus akte…).

Continue reading “Zwarte zondag in Leuven (postscript bij het dispuut tussen Marieke Wyckaert en Hans De Wulf over unanimiteit bij soortsplitsing)”