Nieuwe Europese vennootschapsrichtlijn 2025/25: meer dan digitalisering

Een post door gastbloggers Alain François en Mauro Gisgand (Eubelius)

Op 30 januari 2025 trad de Richtlijn 2025/25 rond het gebruik van digitale instrumenten en processen in het vennootschapsrecht in werking.  Deze Richtlijn brengt niet alleen vernieuwende maatregelen rond digitalisering, maar introduceert ook ingrijpende veranderingen voor de in België veelgebruikte Vennootschap Onder Firma (“VOF”) en Commanditaire Vennootschap (“CommV”).

De Belgische wetgever heeft de tijd tot 31 juli 2027 om deze richtlijn om te zetten in nationaal recht, en tot 1 augustus 2028 om ze in de praktijk toe te passen. Voor een beperkt aantal artikelen geldt een langere omzettingstermijn tot 1 augustus 2029.

We belichten enkele van de belangrijkste nieuwigheden. 

Continue reading “Nieuwe Europese vennootschapsrichtlijn 2025/25: meer dan digitalisering”

Na enige periode van stilte over hypothecaire volmachten bij faillissement: Hof van beroep Brussel 11 juni 2024

Een post door gastblogger mr. Vincent Verlaeckt

1. In faillissementsmiddens is enige reuring ontstaan in gevolge een arrest van het Hof van Brussel van 11 juni 2024 met betrekking tot de problematiek van het omzetten van  hypothecaire volmachten bij insolventie. Op sommige websites wordt dit arrest omschreven als een “ommekeer in het faillissementsrecht”.  Zulk nieuws (en arrest) verspreidt zich snel en thans worden curatoren geconfronteerd met kredietinstellingen die het voormelde arrest graag aanwenden.

Een korte bespreking van het arrest is nuttig gezien het niet te onderschatten belang ervan voor de dagdagelijkse insolventiepraktijk.

2. De feiten zijn eenvoudig:

Vennootschap X wordt failliet verklaard op 14.01.2021. Bij notariële akte van 22.01.2021 wordt een eerder verleend hypothecair mandaat omgezet in een hypotheek tot zekerheid van 266.000,00 €. De omgezette hypotheek wordt  ingeschreven op  27.1.2021. De wettelijke hypotheek genomen ten name van de failliete boedel door de curatoren wordt (pas) ingeschreven op 20.05.2021. Bij de opmaak van de rangregeling door de notaris ontstaat discussie of er rekening moet gehouden worden met de op 27.01.2021 ingeschreven (omgezette) hypotheek ter zekerheid van 266.000,00 € in hoofdsom en of deze hypotheek primeert op de wettelijke hypotheek van de curatoren voor de massa van schuldeisers.

3. Het Hof oordeelt dat in de rangregeling wel degelijk rekening moet gehouden worden met de na het faillissement omgezette hypothecaire volmacht en de na het faillissement ingeschreven hypotheek. “De hypotheek in tweede rang van 22 januari 2021 [is] tegenstelbaar aan de boedel” luidt het eindoordeel. 

Continue reading “Na enige periode van stilte over hypothecaire volmachten bij faillissement: Hof van beroep Brussel 11 juni 2024”

Over het rechtspersoonlijk publiciteitssysteem

Bekendmaking: een bijkomende voorwaarde voor tegenwerpelijkheid; geen voorwaarde voor bijkomende tegenwerpelijkheid

Het uitgangspunt in het gemeen vermogensrecht is dat een rechtshandeling in de regel tegenwerpelijk is aan derden louter door haar bestaan. De draagwijdte daarvan moet niet worden overschat. Derden moeten rekening houden met de goederenrechtelijke vermogenstoestand van hun tegenpartij zoals die volgt uit de betrokken rechtshandeling. Derden zijn uiteraard niet gehouden tot de verbintenissen volgend uit de rechtshandeling.

Naast de overdracht of vestiging van zakelijke rechten is tegenwerpelijkheid belangrijk voor twee andere vraagstukken: de bevoegdheid van vertegenwoordigers en de inhoud van onlichamelijke rechter zoals een aandeel. Grenzen aan de bevoegdheid van een vertegenwoordiger zijn in principe tegenwerpelijk aan derde. De inhoud van onlichamelijke rechten (bv. een schuldvordering op naam, een aandeel in een maatschap) heeft in beginsel ook zakelijke werking, wat betekent dat het tegenwerpelijk is aan derden.

Tegenwerpelijkheidsregels leggen een onderzoekslast op

In de praktijk betekent dit dat derden die zekerheid willen, de last dragen om een legitimatie te vragen van of te verifiëren bij de opdrachtgever (bij vertegenwoordiging), de schuldenaar (bij een schuldvordering op naam) of de emittent (bij aandelen). Een regel van tegenwerpelijkheid is daarmee een gedragsregel: het legt een last op om een bepaalde controle te doen. 

Continue reading “Over het rechtspersoonlijk publiciteitssysteem”

De maatschap en aanverwante rechtsvormen

Bij die Keure verscheen Maatschap en aanverwante rechtsvormen (468 p., in reeks Leerstoel Professor C. Matheeussen) over de maatschap, de VOF en de CommV na het nieuwe vennootschaps-, insolventie- en ondernemingsrecht. Naast de rechtshistorische insteek die de trots is van deze reeks, bevat het boek bijdragen over het vermogen van de maatschap (Dominique De Marez), de rechten en plichten van vennoten en zaakvoerders (Frank Hellemans en Bert Keirsbilck), de VOF en CommV (Carl Clottens), UBO en fiscaliteit (Axel Haelterman) en een vergelijking tussen de maatschap en andere technieken van vermogensplanning en familiale opvolging (Bert Keirsbilck). Het boek is daarmee een product van de Master Vennootschapsrecht van de KU Leuven Campus Brussel.

Zelf schreef ik over de maatschap nieuwe stijl in het ondernemings-, insolventie en procesrecht (ook in het laatste nummer van TBH/RDC). Ik bespreek in de conclusie o.m. twee vragen: ‘waarom wordt de maatschap geen rechtspersoon genoemd?’ en ‘zou de maatschap beter geen rechtspersoon worden genoemd?’:

Continue reading “De maatschap en aanverwante rechtsvormen”

De digitalisering van het vennootschapsrecht: online oprichting en statutaire “mandatendatabank”

Een post door gastblogger Alexander Snyers (UAntwerpen)

Op 15 juli 2021 werd de Wet van 12 juli 2021 tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en van de wet van 16 maart 1803 tot regeling van het notarisambt en houdende diverse bepalingen ingevolge de omzetting van Richtlijn (EU) 2019/1151 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht (hierna de “Wet Digitalisering Vennootschapsrecht”) gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

De Wet Digitalisering Vennootschapsrecht zorgt voor een gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2019/1151 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht, die in 2019 door de Europese wetgever werd aangenomen, en tegen 1 augustus 2021 moest worden omgezet in nationale wetgeving. Zij loodst het Belgische vennootschapsrecht verder het digitale tijdperk in.

Pro memorie: de Wet Digitalisering Vennootschapsrecht zorgt voor een gedeeltelijke, en niet voor een volledige, omzetting van Richtlijn 2019/1151, omdat het WVV en haar uitvoeringsbesluit reeds in een aantal in Richtlijn 2019/1151 voorziene mogelijkheden voorziet.

In essentie brengt de Wet Digitalisering Vennootschapsrecht de volgende wijzigingen met zich mee:

Continue reading “De digitalisering van het vennootschapsrecht: online oprichting en statutaire “mandatendatabank””

Cassatie test positief op bescherming derde-hypotheekhouder te goeder trouw

Cass. 22 januari 2021 (C.20.0143.N), BNP Paribas Fortis t. H.K. e.a.

Door de negatieve werking van het Belgische hypotheekregister is de kandidaat-verwerver van een zakelijk recht op een onroerend goed in beginsel uitsluitend beschermd tegen handelingen die niet zijn gepubliceerd maar dat wel hadden moeten zijn om tegenwerpelijk te zijn en waarvan de kandidaat-verwerver ook anderszins geen kennis had.[1] Dit heet het tegenwerpelijkheidseffect van onroerende publiciteit: zonder publiciteit mogen derden de niet-tegenwerpelijkheid van publiceerbare handelingen inroepen en deze handelingen dus negeren.[2]

Wat de kandidaat-verwerver daarentegen niet kan negeren is de eventuele ongeldigheid van een gepubliceerde handeling. Naar Belgisch recht biedt de publicatie in het hypotheekregister van de vestiging of overdracht van een onroerend zakelijk recht geen waarborg voor de geldigheid van dat recht.[3] De in- of overschrijving heelt eventuele titelgebreken niet.[4] De kandidaat-verwerver van een zakelijk recht op een onroerend goed kan er dus eigenlijk niet op vertrouwen dat de tegenpartij waarmee hij handelt, die bijvoorbeeld als eigenaar staat vermeld in het hypotheekregister, ook daadwerkelijk bevoegd is om het zakelijk recht in kwestie over te dragen. Als Bank C bijvoorbeeld een hypotheek neemt op het onroerend goed van Koper B, en de verkoop van het onroerend goed van Verkoper A aan Koper B achteraf nietig wordt verklaard, dan dooft ook de hypotheek uit.[5]

Laat dat nu precies de kwestie zijn die aanleiding heeft gegeven tot het besproken arrest van 22 januari 2021.

Continue reading “Cassatie test positief op bescherming derde-hypotheekhouder te goeder trouw”

Een stille maatschap: de georganiseerde afwezigheid van publiciteit en tóch een afgescheiden vermogen?

“Over de schutting” | Oratie gehouden op 1 april 2019 te Leiden ter gelegenheid van de TPR Wisselleerstoel (4)

Vermogenssplitsing d.m.v. beperkte aansprakelijkheid en vermogensafscheiding komt met evidente nadelen en gevaren (hier). Gelukkig bestaat rond de vennootschap en de rechtspersoon een reeks juridische technologieën die de nadelen van van vermogenssplitsing verzachten. Deze technologieën zijn in het vennootschapsrecht meer ontwikkeld dan in het zakenrechten en zijn de laatste 200 jaar significant verbeterd. De eerste technologie is: publiciteit. We besteden daarbij bijzondere aandacht aan een afgescheiden vermogen zonder publiciteit: de stille maatschap.

Beperkte aansprakelijkheid en vermogensafscheiding zijn kenmerken van de rechtspersoon die zich aan derden opdringen. Vanuit het standpunt van de aandeelhouders, bestuurders en andere insiders lijkt een vennootschap misschien sterk op een contract. Vanuit het standpunt van derden is het echter meer een zakenrechtelijke figuur. Net als zakenrecht is vennootschapsrecht derdenrecht. De vennootschap heeft kenmerken die derden nolens volens moeten ondergaan.

De absolute minimumvoorwaarde daarvoor lijkt me dat die derden daarvan op de hoogte moeten worden gesteld door middel van publiciteit. Een publiciteisregime is in de regel iets dat geen grote opwinding veroorzaakt bij rechtsgeleerden. Continue reading “Een stille maatschap: de georganiseerde afwezigheid van publiciteit en tóch een afgescheiden vermogen?”

‘Court of the Future’: niet louter procesrecht

Verbetering van kwaliteit en toegankelijkheid centrale registers

Gisteren stelde de minister van justitie, Koen Geens, zijn toekomstplannen voor justitie voor. Het volledige rapport Court of the Future kan u hier vinden.  Deze plannen gaan verder dan enkel het procedurele, dat vooral aandacht kreeg van de pers.

Continue reading “‘Court of the Future’: niet louter procesrecht”

De promotor van een vennootschap in oprichting: een trustachtige figuur?

Cassatie: beslag door persoonlijke schuldeiser van de promotor vervalt bij overname van het beslagen goed door de opgerichte vennootschap

Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid die nog niet is opgericht, kan toch vertegenwoordigd worden door een promotor. De verbintenissen én de rechten volgend uit deze rechtshandelingen zijn passiva en activa van de promotor tot en indien de vennootschap overneemt. Indien binnen de wettelijke termijnen de vennootschap rechtspersoonlijkheid verwerft en die verbintenis overneemt wordt, in de woorden van art. 60 W.Venn., “de verbintenis geacht van het begin af door de vennootschap te zijn aangegaan”.

Art. 60 W.Venn. spreekt enkel over de passiefzijde (“de verbintenissen”). De overname met retroactief effect (“van het begin af”) geldt echter ook voor de actiefzijde van de handelingen die door de promotor q.q. werden gesteld, bv. een goed namens de vennootschap in oprichting gekocht.

Wat nu als ná de aankoop maar vóór de overname een persoonlijke schuldeiser van de promotor beslag legt op dit goed? Continue reading “De promotor van een vennootschap in oprichting: een trustachtige figuur?”