De Nederlandse werkgroep Modernisering personenvennootschappen onder voorzitterschap van prof. mr. M. van Olffen (Nijmegen) heeft haar eindrapport overgemaakt aan minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie). De Nederlandse regels rond de maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap hebben sinds 1838 elke grondige hervormingspoging overleefd. Ze lijken dan ook erg op de Belgische regels uit boek II en III die grotendeels een copy paste zijn van de Code civil. Wel krijgen personenvennootschappen in Nederland traditioneel veel meer aandacht van de juridische literatuur. De behandeling door de Belgische doctrine is daarmee vergeleken stiefmoederlijk – is er een verstrekte aandacht sinds de openstelling van in 1995 voor commerciële activiteiten. Het belang van personenvennootschappen is in Nederland ook groter dan in België.
“Een groot deel van de gebruikers van de personenvennootschap bevindt zich in de sfeer van midden- en kleinbedrijf, agrarische ondernemingen en dienstverlening. Dergelijke gebruikers van de personenvennootschap hebben baat bij een wettelijke regeling die zo veel als mogelijk voorziet in een spoorboekje. Daarmee is hun samenwerking als het ware al vorm gegeven en bestaat er minder behoefte aan lijvige en uitgewerkte overeenkomsten.”
Rapport Van Olffen (nr. 1.2.2)
Dit komt wellicht doordat de drempel in Nederland voor het gebruik van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid hoger is dan in België. Die drempel vindt zijn oorsprong niet zozeer in de regels van vennootschapsrecht, maar in fiscale, sociaalrechtelijke en andere vennootschapsrechtvreemde regels.
5 thoughts on “Nederland: Rapport Modernisering Personenvennootschap”