Boekhoudplicht in het nieuwe ondernemingsrecht: KB van 21 oktober 2018 tot uitvoering van art. III.82 t.e.m. III.95 WER

In het Belgisch Staatsblad van 29 oktober j.l. verscheen het Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen III.82 tot en met III.95 van het wetboek van Economisch recht.  De strekking van dit KB wordt toegelicht in het Verslag aan de Koning

“Het koninklijk besluit dat de Regering aan U voorlegt, beoogt de uitvoering van een aantal artikelen van het Wetboek van economisch recht (hierna: WER) die betrekking hebben op het voeren van de boekhouding van de boekhoudplichtige ondernemingen zoals gedefinieerd in artikel III.82 WER. Dit koninklijk besluit is de samenvoeging van een aantal uitvoeringsbesluiten tot een meer coherent geheel.
Artikel 4 van de wet van 17 juli 2013 voegde Boek III in het WER, waaronder titel 3 (algemene verplichtingen van de ondernemingen). De bepalingen van de boekhoudwet van 17 juli 1975 werden opgenomen in de artikelen III.82 tot en met III.95 in hoofdstuk 2 van deze titel. In het kader van de hervorming en modernisering van het ondernemingsrecht werd getracht de boekhoudverplichtingen zoveel mogelijk af te stemmen op het gemoderniseerde ondernemingsbegrip, waarbij de bepalingen noch afhankelijk kunnen zijn van het publiek- of privaatrechtelijke statuut van de betrokken onderneming, noch van de vraag of al dan niet met winstoogmerk wordt gehandeld.
Bijgevolg kwam onderhavig uitvoeringsbesluit tot stand na een grondige analyse van een aantal bestaande uitvoeringsbesluiten: het koninklijk besluit van 12 september 1983 (I) tot uitvoering van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen, het koninklijk besluit van 12 september 1983 (II) tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningenstelsel (MAR) alsook het koninklijk besluit van 26 juni 2003 (II) betreffende de vereenvoudigde boekhouding van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen en het koninklijk besluit van 19 december 2003 betreffende de boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen. Onderhavig ontwerp van koninklijk besluit bevat zodoende de artikelen die betrekking hebben op het voeren van de boekhouding, het houden en bewaren van boeken en de minimumindeling van een algemeen rekeningenstelsel. De overige artikelen uit deze koninklijke besluiten die verband houden met de opstelling en de neerlegging van de jaarrekening zullen later worden ondergebracht in een uitvoeringsbesluit bij het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen (hierna: WVV). De concordantietabel in bijlage geeft een overzicht van welke artikelen uit de eerder vermelde koninklijke besluiten bij deze herschikking in onderhavig ontwerp tot koninklijk besluit werden opgenomen. Inhoudelijk werden, behoudens een aantal aanpassingen ter vereenvoudiging, geen verdere aanpassing aangebracht.”

‘Nieuw’ is dat de bestaande drempels voor het voeren van een vereenvoudigde boekhouding (art. III.85 § 1 WER) voor natuurlijke personen, VOF’s en CommV’s werden uitgebreid naar organisaties zonder rechtspersoonlijkheid, in de praktijk betekent dat: de maatschap. Die laatste vorm is sinds 1 november j.l. boekhoudplichtig (zie eerder hier).

 

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

%d bloggers like this: