Enkel de georganiseerde natuurlijke persoon is een onderneming – Cassatie bevestigt eerdere rechtspraak

Kan een bestuurder failliet worden verklaard?

Met een arrest (c.23.0023.n) van 23 november 2023 van de eerste kamer in voltallige zitting bevestigt het Hof van Cassatie haar eerdere rechtspraak rond de kwalificatie van natuurlijke personen als onderneming:

Continue reading “Enkel de georganiseerde natuurlijke persoon is een onderneming – Cassatie bevestigt eerdere rechtspraak”

Minister van Justitie over bestuurder als onderneming

Zijn bestuurders van vennootschappen of verenigingen altijd of soms ondernemingen? Het Hof van Cassatie heeft zich reeds herhaaldelijk (zie hier en hier) over de vraag uitgesproken. Ook het Grondwettelijk Hof (zie hier) is reeds in het debat betrokken. Verdere ontwikkelingen in de rechtspraak vallen niet uit te sluiten.

In antwoord op een parlementaire vraag van volksvertegenwoordiger Melissa Depraetere, heeft nu ook de minister van Justitie enige bespiegelingen aan voormelde vraag gewijd (vraag nr. 1812, op het spoor gekomen via het onvermoeibare werk van dhr. Eric Beaucourt).

Wat de opportuniteitsvraag betreft (“is het wenselijk dat bestuurders ondernemingen zijn?”) lezen we het volgende in het antwoord van de minister van Justitie.

“De toepassing van het begrip onderneming op bestuurders van vennootschappen en verenigingen heeft een ongewenst effect. Bestuurders kunnen aldus dankzij de kwijtschelding bevrijd worden van alle schulden, ook van private aard. Het stelsel van het faillissement lijkt meer aantrekkelijk in bepaalde gevallen dan een collectieve schuldenregeling. Dit maakt een oneigenlijk gebruik uit van het faillissement.

Anderzijds is het ook zo dat personen waarvan het beroep bestaat in het leiden van een vennootschap of vereniging naar de maatstaven van het Wetboek van economisch recht een onderneming kunnen zijn. Het louter feit een mandaat uit te oefenen in een rechtspersoon volstaat niet om te kunnen gewagen van een “beroep”. De leden van de organen per se beschouwen als ondernemingen is moeilijk te verzoenen met het beginsel dat een orgaan zich niet persoonlijk verbindt voor de verbintenissen van de
rechtspersoon.

België zou vrij alleen staan in de Europese Unie indien het Belgisch recht zou bepalen dat de bestuurder louter vanwege die hoedanigheid failliet kan worden verklaard.

De wetgever had kunnen tussenkomen in dit debat n.a.v. de recente omzetting van de Herstructureringsrichtlijn, maar heeft dit bewust niet gedaan. Zo blijft vooralsnog de rechtspraak aan zet.

Grondwettelijk Hof spreekt over de kwalificatie van een bestuurder als onderneming; zegt niets

Grondwettelijk Hof, arrest nr. 47/2023 van 16 maart 2023

In een arrest van gisteren 16 maart 2023 diende het Grondwettelijk Hof zich uit te spreken over de kwalificatie van een bestuurder als een onderneming. Zoals bekend is dit vooral relevant voor de toepassing van het insolventierecht op bestuurders. De Ondernemingsrechtbank Henegouwen, afdeling Charleroi, had de volgende prejudiciële vragen gesteld :

Continue reading “Grondwettelijk Hof spreekt over de kwalificatie van een bestuurder als onderneming; zegt niets”

Cassatie over de bestuurder als onderneming: ‘je persiste et signe’

Cass. 9 februari 2023

Eerder besteedden we hier aandacht aan Cass. 18 maart 2022 dat stelde dat een bestuurder van een vennootschap slechts een onderneming in formele zin indien die bestuurder een ‘organisatie’ vormt. Die rechtspraak – hoewel sterk bekritiseerd door een meerderheid van de doctrine – wordt bevestigd door een (Franstalig) arrest van 9 februari 2023. Voor zover me bekend is er nog geen Nederlandstalige cassatie-rechtspraak hieromtrent.

Continue reading “Cassatie over de bestuurder als onderneming: ‘je persiste et signe’”

Cass. 18 maart 2022: natuurlijke persoon met zelfstandige beroepsactiviteit is slechts onderneming indien hij ‘een eigen organisatie’ vormt

Cass. 18 maart 2022 (C.21.0006.F)

Mario D. was zaakvoerder van een BVBA, een immovennootschap. De vrederechter stelt een bewindvoerder aan over de persoon en de goederen van Mario. Deze bewindvoerder q.q. doet aangifte van het faillissement van de BVBA en van Mario zelf. Zoals bekend veronderstelt dit dat Mario een ‘onderneming’ is in de zin van art. I.1, 1° al. 1 WER (zie definitie van ‘schuldenaar’ in art. XX.99 al. 1 WER). Het gaat hier om het zgn. ondernemingsbegrip in formele zin.

Er is geen andere activiteit waarop voor Mario de kwalificatie als onderneming wordt gesteund dan zijn (bezoldigde) bestuurstaak bij de immo-BVBA. (Parenthesis: dat een voorlopig bewindvoerder over een natuurlijke persoon ook de bevoegdheden van die natuurlijke natuurlijke persoon als vennootschapsbestuurder uitoefent, werd blijkbaar niet geproblematiseerd. Vanzelfsprekend is dit nochtans niet, al is het een pragmatische oplossing bij een vennootschap met wellicht één vennoot en één bestuurder.)

De Ondernemingsrechtbank te Henegouwen (25 november 2019) weigert het faillissement van Mario uit te spreken met als argument dat hij geen onderneming is. Dit wordt in beroep bevestigd door het Hof van Beroep te Bergen (14 juli 2020).

Uit het arrest blijken heel wat bijzondere omstandigheden: de gezondheidstoestand van de bestuurder liet al lang geen activiteiten toe, de bestuursvergoeding was minimaal, de vennootschap zelf leek een slapende vennootschap, ….

Daarmee werd een bekende discussie aan de orde gesteld, nl. of elke bestuurder van een vennootschap een onderneming in formele zin is. Zie eerder hier en verder o.a. A. Van Hoe en N. Appermont, “Iedereen onderneming: wat met vennootschapsbestuurders?”, TBH 2019, 494 e.v.; P. Moineau en F. Ernotte, “Les gérants et administrateurs personnes physiques face au nouveau droit de la faillite”, JLMB 2019, 697 e.v.; M. Roelants, “De kwalificatie van de natuurlijke persoon-bestuurder als onderneming na de Wet Hervorming Ondernemingsrecht”, TRV-RPS 2019, 104 e.v.; J. De Smet, “Het faillissement van zaakvoerders en bestuurders na de inwerkingtreding van Boek XX WER: moet er nog (drijf)zand zijn?”, TIBR 2019, 80 e.v..

Merk op dat, zoals in de meeste uitspraken waar dit een discussiepunt vormt, de vraag om de toepassing van de faillissementsprocedure uitgaat van de schuldenaar zelf (zij het hier middels een bewindvoerder). Het is niet een schuldeiser of het OM die een debiteur tegen zijn wil in de faillissementsprocedure wil trekken. Dit is een symptoom een insolventierecht voor ondernemingen dat grosso modo vriendelijker is voor natuurlijke personen-ondernemingen dan voor andere natuurlijke personen.

In een verrassende uitspraak van vorige vrijdag verwerpt het Hof van Cassatie het cassatieberoep tegen het Bergens arrest met een motivatie die veel verder gaat dan enkel de vennootschapsbestuurder en die verder gaat dan de zeer specifieke omstandigheden van het betrokken geschil:

Continue reading “Cass. 18 maart 2022: natuurlijke persoon met zelfstandige beroepsactiviteit is slechts onderneming indien hij ‘een eigen organisatie’ vormt”

Voordelen van alle aard (ook) na faillissement

Kan de bestuurder van een vennootschap na het faillissement van de vennootschap nog voordelen van alle aard genieten, en daarop belast worden? Het Hof van Cassatie heeft deze vraag positief beantwoord in een arrest van 23 januari 2020 (F.18.0134.N/3). Continue reading “Voordelen van alle aard (ook) na faillissement”