Bestuurder zal zelf niet meer opdraaien voor zijn eigen kennelijk grove fout

Enkele glossen bij een artikel in de Tijd

In De Tijd van afgelopen zaterdag verscheen een artikel waarin toelichting wordt gegeven bij het kwantitatief plafond op bestuursaansprakelijkheid (hierna “cap”) dat in het komende ontwerp van nieuw wetboek voor vennootschappen en verenigingen zou worden voorgesteld (“Bestuurder niet meer uitgekleed na uitschuiver“). We willen hierbij enkele glossen plaatsen:  Continue reading “Bestuurder zal zelf niet meer opdraaien voor zijn eigen kennelijk grove fout”

Kwantitatieve aansprakelijkheidsbeperking voor bestuurders in Delaware (en België?)

Voorontwerp WVV komt met maximumaansprakelijkheid voor bestuurders van rechtspersonen

In de recente gepubliceerde slides van het Belgisch Centrum voor Vennootschapsrecht m.b.t. het Voorontwerp van het Wetboek “Vennootschappen en Verenigingen” wordt de invoering van een kwantitatieve aansprakelijkheidsbeperking ten voordele van bestuurders van rechtspersonen besproken. Het Voorontwerp maakt ter zake geen onderscheid tussen feitelijke bestuurders en formeel benoemde bestuurders.

Het bekendste voorbeeld van de (overigens zeldzame) buitenlandse rechtstelsels die een gelijkaardige aansprakelijkheidsbeperking heeft ingevoerd, is Section 102(b)(7) of the Delaware General Corporation Law : Continue reading “Kwantitatieve aansprakelijkheidsbeperking voor bestuurders in Delaware (en België?)”

The principle of limited liability. A reminder on Salomon v A Salomon & Co Ltd

In Salomon v A Salomon & Co Ltd, the House of Lords famously upheld the principle that creditors of an insolvent company cannot sue the company’s shareholders for any of the company’s outstanding debts. In the words of Lord Herschell: Continue reading “The principle of limited liability. A reminder on Salomon v A Salomon & Co Ltd”

Het insolventierecht geeft en het vennootschapsrecht neemt?

Eerste bespreking nieuw insolventie- en vennootschapsrecht door Vananroye en Lindemans in DAOR

In een bijdrage in het recentste nummer van DAOR maken Vananroye en Lindemans een eerste bespreking van wetgevende ontwikkelingen in het insolventierecht (goedgekeurd, nog niet in werking) en het vennootschapsrecht (wetgevingsproces tussen advies raad van state en tweede lezing door de ministerraad).

Een rode draad in de bijdrage is de interferentie tussen schuldeisersbescherming in het insolventierecht en in het vennootschapsrecht:  Continue reading “Het insolventierecht geeft en het vennootschapsrecht neemt?”

Een ‘second wind’ voor de Comm. V?

De “Comm. BV” als vluchtvorm

De Comm.V is misschien een onbekende, maar geen onbelangrijke vennootschapsvorm. De populariteit van de Comm. V is verrassend groot. En stijgend.

Een zoekopdracht voor de “rubriek oprichting (nieuwe rechtspersoon, opening bijkantoor enz.)” voor het jaar 2016 levert 3836 resultaten op. In 2015: 3487; in 2014: 2972; in 2013: 2595.

Grafiek Comm.V

Ter vergelijking: in 2016 geeft deze zoekopdracht voor de BVBA 12827 resultaten op; voor de CVBA 285; voor de NV 626; voor de VOF 1845.

Grafiek 2

Met deze maatstaf gemeten is de Comm.V de op één na meest populaire vennootschapsvorm. Deze maatstaf moet uiteraard genuanceerd worden. Dit cijfer omvat zowel de oprichtingen als de openingen van een bijkantoor. Ook zegt het aantal oprichtingen niet meteen iets over het economisch belang. Niettemin: de Comm. V is belangrijker dan de aandacht ervoor in onderwijs en onderzoek laat vermoeden.

Hoe zal deze vorm varen na een hervorming van het vennootschapsrecht? Continue reading “Een ‘second wind’ voor de Comm. V?”

Wordt bestuursaansprakelijkheid te veel beperkt door andere regels?

Bestuursaansprakelijkheid als derdenbescherming

Bestuursaansprakelijkheid vormt een belangrijke grens op de perverse prikkels die aandeelhouders zonder aansprakelijkheid hebben. Een eerdere post beschreef hoe andeelhoudersaansprakelijkheid en bestuursaansprakelijkheid in belangrijke mate communicerende vaten zijn.

De logische consequentie daarvan is dat een vermindering aan het aandeelhoudersrisico (bv. door het afschaffen van het minimumkapitaal) zou leidt tot een verhoging van het risico van bestuursaansprakelijkheid (J.-M. Nelissen Grade en M. Wauters, “Reforming Legal capital: harmonisation or fragmentation of creditor protection?” in K. Geens en K.J. Hopt (eds.), The European Company Law Action Plan Revisited, Leuven, Leuven University Press, 2010, (25) 47-49).

We zien echter dat bestuursaansprakelijk valt onder de toepassing van aansprakelijkheidsbeperkende regels, vaak buiten het vennootschaps­recht. Deze beperkingen zijn vaak typisch Belgisch zijn en worden bv. niet of niet in dezelfde mate teruggevonden in Nederland. De opportuniteit van hun toepassing op het bestuursaansprakelijkheid is verre van evident.

De vennootschapsinsiders genieten hier immers van een “double indemnity”: ze zijn door de rechtspersoonsrtechniek niet gehouden als aandeelhouder en ontspringen via deze flankerende maatregel ook nog eens wegens deze flankerende regels de foutaansprakelijkheid voor bestuurders.  Om de belangrijkste van deze flankerende regels te noemen: Continue reading “Wordt bestuursaansprakelijkheid te veel beperkt door andere regels?”

Ook interne aansprakelijkheid dient de belangen van externen

Bestuursaansprakelijkheid als derdenbescherming

Een vorige post zoomde in op het belang van externe bestuursaansprakelijkheid (uit onrechtmatige daad) voor de bescherming van derden. Dat is bijna een open deur. Wat minder wordt erkend is dat ook interne bestuursaansprakelijkheid in belangrijke – en we durven te stellen: doorslaggevende – mate derdenbeschermend is.

Interne bestuursaansprakelijkheid is de contractuele aansprakelijkheid die bestuurders oplopen ten aanzien van de vennootschap zelf. De aansprakelijkheid wordt door de actio mandati of vennootschapsvordering afgedwongen. Wie aan de actio mandati denkt, denkt spontaan aan het belang van aandeelhouders; niet aan schuldeisers of andere derden. Contractuele aansprakelijkheid beschermt typisch partijen, niet derden. Toch beschermt deze vordering ook schuldeisers. Continue reading “Ook interne aansprakelijkheid dient de belangen van externen”

Vrijwillige vs onvrijwillige schuldeisers bij externe bestuursaansprakelijkheid

Bestuursaansprakelijkheid als derdenbescherming

Een vorige post stelde in het licht dat  bestuursaansprakelijkheid ook, en wellicht vooral, de belangen van derden dient.

Dat bestuursaansprakelijkheid derden beschermt is evident bij de externe bestuursaansprakelijkheid. Dat is de aansprakelijkheid die de bestuurder oploopt ten aanzien van derden bij onrechtmatige daden die hij begaat in hoedanigheid. Het mooie aan de Belgische regels inzake externe bestuursaansprakelijkheid is dat ze differentiëren tussen vrijwillige schuldeisers (bv. op grond van een overeenkomst) en onvrijwillige schuldeisers (bv. slachtoffer van een onrechtmatige daad).

Beperkte aansprakelijkheid is immers veel minder evident bij onvrijwillige schuldeisers: die schuldeisers hebben niet vrijwillig een band met een entiteit met beperkte aansprakelijkheid. De regels inzake externe bestuursaansprakelijkheid reflecteren dat verschil: Continue reading “Vrijwillige vs onvrijwillige schuldeisers bij externe bestuursaansprakelijkheid”

De minderheidsvordering: het heilig doel zonder middelen

Een post door gastblogger Frederik Voet

De minderheidsvordering werd reeds ‘onterecht onbemind’ genoemd. Het instrument dat de minderheidsaandeelhouder wordt aangereikt om bestuurders aansprakelijk te stellen, wordt immers voornamelijk gekenmerkt door een gebrek aan toepassing in de praktijk. Nochtans is er wel degelijk nood aan een doeltreffend instrument, aangezien de minderheidsaandeelhouder de kans dient te worden geboden om de bestuurders aansprakelijk te stellen voor bestuursfouten wanneer de meerderheid van de algemene vergadering weigert de vennootschapsvordering in te stellen. Deze situatie is zeker niet denkbeeldig, aangezien het vaak diezelfde meerderheidsaandeelhouders zijn die de bestuurders hebben benoemd en bijgevolg eventuele fouten bedekken met de mantel der liefde. Continue reading “De minderheidsvordering: het heilig doel zonder middelen”

Bestuursaansprakelijkheid als belangrijkste remedie ter bescherming van derden

Bestuursaansprakelijkheid als derdenbescherming

De belangrijkste vennootschapsrechtelijke remedie ter bescherming van derden is welllicht bestuursaansprakelijkheid. Beperkte aansprakelijkheid voor aandeelhouders en aansprakelijkheid voor bestuurders zijn in belangrijke mate communicerende vaten: de aansprakelijkheid verschuift van de beneficiarissen van een vermogen (de aandeelhouders) deels naar de bewindvoerders over dat vermogen (de bestuurders).

Op die wijze verschaft het vennootschapsrecht de voordelen van beperkte aansprakelijkheid voor aandeelhouders (vnl. mogelijkheid om grote kapitalen bijeen te brengen bij vele financiers, mogelijkheid voor financiers om te diversifiëren over veel projecten, mogelijkheid voor financiers om bestuur te delegeren aan specialisten), terwijl de negatieve gevolgen daarvan (excessief risicogedrag) worden afgevlakt. Continue reading “Bestuursaansprakelijkheid als belangrijkste remedie ter bescherming van derden”

De pauliana tegen de splitsing van een insolvente vennootschap. Ook een rechtspersoon mag waardig sterven.

Noot in TRV/RPS over onevenwichtige splitsing in schemerzone voor faillissement

Als een rechtspersoon op de rand van het faillissement staat, kunnen insiders proberen het vermogen van die rechtspersoon  uit te hollen door middel van een herstructurering, bijvoorbeeld een splitsing. Zo kunnen ze nog snel de gezonde delen uit de rechtspersoon halen vóór de curator die vereffent ten voordele van de schuldeisers. Met de actio pauliana kan een dergelijke schuldeisersbenadelende splitsing echter onder bepaalde voorwaarden niet-tegenwerpelijk worden verklaard. Ook kunnen insiders mogelijk aansprakelijk worden gesteld voor de schuldeisersbenadeling die uit de splitsing is voortgekomen.

In een recente noot in het TRV-RPS bespreken we een interessant toepassingsgeval, waarover de rechtbank van koophandel van Gent (afdeling Dendermonde) zich heeft gebogen. We analyseren daarbij kritisch de toepassingsvoorwaarden voor pauliana-aanvechting  van een splitsing en de band tussen paulianeus gedrag van insiders en hun aansprakelijkheid. Vooral de schadebegroting van de rechtbank doet verbazen: hoofdelijke aansprakelijkheid van de gesplitste vennootschappen en hun zaakvoerders voor het hele faillissementspassief. Met een goed begrip van wat pauliaanse verhaalsbenadeling net is, wordt duidelijk dat daarmee meer dan de werkelijke schade wordt vergoed: Continue reading “De pauliana tegen de splitsing van een insolvente vennootschap. Ook een rechtspersoon mag waardig sterven.”

Don’t you want somebody to take the loss? Lessen uit een vergelijking tussen een vennootschap en een ‘non-recourse loan’

Een post door gastbloggers Benedict Steenhout en Michiel Verhulst, winnaars van de Prijs Dieterfonds 2017 voor de beste meesterproef in economie, recht en bedrijfskunde (KU Leuven)

In eerdere posts kwamen de geplande afschaffing van het minimumkapitaal en de risico’s voor de schuldeiser van de vennootschap aan bod. In deze bijdrage worden de risico’s van een vergaande aansprakelijkheidsbeperking geanalyseerd op basis van een functionele vergelijking met de non-recourse lening, d.i. een lening waarbij de schuldeiser bevoorrecht is op een onderpand, maar geen verhaalsrecht heeft dat dit onderpand te boven gaat. Non-recourse financiering is in België niet populair, maar is bv. courant in de Amerikaanse huizenmarkt.

Een ­non-recourse vennootschap en de bijhorende risico’s

Het idee achter een non-recourse lening klinkt eerder vreemd. Waarom zou een schuldeiser vrijwillig zijn uitwinningsmogelijkheden beperken tot een vaststaand onderpand, wetende dat bv. een hypotheek of pand ruimere verhaalsrechten met zich meebrengt? Dit verklaart vermoedelijk het aangehaalde gebrek aan populariteit in België. Nochtans merken we op dat de non-recourse gedachte terugkomt bij vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid, meer bepaald via de beperking van aansprakelijkheid van de deelgenoten. Continue reading “Don’t you want somebody to take the loss? Lessen uit een vergelijking tussen een vennootschap en een ‘non-recourse loan’”

Limited Liability Company as one of the things that helped to create the modern world

BBC podcast by economist Tim Harford

The well known BBC podcast by Tim Harford on 50 inventions, ideas and innovations which have helped create the economic world focuses this week on the limited liability company. This recommended podcast tells in 9 minutes the importance of limited liability for the pooling of capital and introduces the listener through (a somewhat anglocentric) history of the limited liability company to economic concepts such as agency cost.

See for other historic views on the company previous posts on:

The EU Conflict Minerals Regulation: The Uncertain Effects of Supply Chain Due Diligence

On 17 May 2017, a new regulation on supply chain due diligence was published in the European Union’s Official Journal. The regulation, known as the “EU Conflict Minerals Regulation,” imposes obligations on EU importers of tin, tantalum and tungsten, their ores, and gold (“3TG”) originating from conflict-affected and high-risk areas. Armed groups engaged in mining operations in these regions are believed to violate human rights and to use the proceeds from the sale of conflict minerals to finance their militia. The regulation is intended to disrupt the financial flows and, thus, stop the human rights abuses. Continue reading “The EU Conflict Minerals Regulation: The Uncertain Effects of Supply Chain Due Diligence”

Hit me baby one more time: does ‘ne bis in idem’ apply when company and representative are sanctioned for same offence?

ECJ judgement of April 5th 2017

Two Italian companies did not pay their VAT debt which amounted to over a million euro. In addition to a tax penalty for the companies, their legal representatives were prosecuted in their personal capacity on the ground that they failed to fulfill their responsibility to pay the VAT. The representatives protested, arguing that this would breach the ne bis in idem-principle, guaranteed by article 50 of the Charter of Fundamental Rights of the EU.

Continue reading “Hit me baby one more time: does ‘ne bis in idem’ apply when company and representative are sanctioned for same offence?”