Koninklijk Besluit inzake vergoeding insolventiefunctionarissen: het eerste commentaar

Nieuwe regeling inzake ereloon en kosten

Op 27 april 2018 verscheen het KB houdende vaststelling van de regels en barema’s tot bepaling van de kosten en het ereloon van insolventiefunctionarissen in het Belgisch Staatsblad. Het KB bevat de uitvoeringsmaatregelen voorzien in art. XX.20, §§3-5 van het Wetboek Economisch Recht (WER). Naar dit KB werd met bijzondere aandacht uitgekeken: niet alleen door insolventiefunctionarissen, maar ook door rechtbanken en andere stakeholders (in het bijzonder schuldeisers). Continue reading “Koninklijk Besluit inzake vergoeding insolventiefunctionarissen: het eerste commentaar”

Wet van 15 april 2018 houdende hervorming van het ondernemingsrecht gepubliceerd in Staatsblad

De Wet Hervorming Ondernemingsrecht werd vandaag gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Zie over deze hervorming hier en hier.

Simple comme bonjour: wat de Wet Hervorming Ondernemingsrecht wijzigt aan het vennootschapsrecht

Hoofdelijkheid zal voor elke maatschap gelden

De hervorming van het ondernemingsrecht sensu lato van minister van justitie Koen Geens gebeurt in drie grote golven: (i) het insolventierecht in Boek XX WER ingevoerd bij Wet van 11 augustus 2017; (ii) het ondernemingsrecht sensu stricto vorige maand in de Kamer goedgekeurd, met inwerkingtreding op 1 november 2018, en (iii) het vennootschaps-, verenigingen- en stichtingsrecht dat de parlementaire processie nog moet starten.

De tweede golf – laten we het Wet Hervorming Ondernemingsrecht noemen, ook al is dat voorbarig zolang de Koning er zijn Filip niet heeft ondergezet – bevat reeds enkele wijzigingen aan het vennootschapsrecht, ingegeven door de afschaffing van de notie handelaar. Dit zijn niet de tien exotische vennootschapsvogels in de lucht waarvoor u elke dag een e-mailuitnodiging krijgt voor een nieuwe studiedag, wel een bescheiden vogel in de hand. Bescheiden, maar soms toch met vérstrekkende gevolgen:  Continue reading “Simple comme bonjour: wat de Wet Hervorming Ondernemingsrecht wijzigt aan het vennootschapsrecht”

Finale tekst Wet Hervorming Ondernemingsrecht beschikbaar

De finale tekst van de Wet Hervorming Ondernemingsrecht – nog een wetsontwerp tot aan de ondertekening door de Koning – is beschikbaar op de website van de Kamer. Besprekingen van deze wet las u hier en hier.

‘Het voorgestelde Belgische kwantitatieve aansprakelijkheids-maximum verdient geen navolging in Nederland’

P. Broere en O. Oost: “De mythe van bestuurdersaansprakelijkheid”, Ars Aequi 2018

In het redactioneel van het april-nummer van het Nederlandse tijdschrift Ars Aequi schrijven Pjotr Broere (Radboud Nijmegen) en Olivier Oost (Erasmus Rotterdam) over de in België voorgenomen ‘cap’ op bestuursaansprakelijkheid.

Ze zijn kritisch over de gevolgen (“Nu bestuurdersaansprakelijkheid vaak pas aan de orde is als de vennootschap geen verhaal biedt, betekent dit dat de gelaedeerde voor de schade opdraait“) en de motivering van de voorgenomen regel (“Het wetsvoorstel lijkt ervan uit te gaan dat het aansprakelijkheidsrisico van bestuurders lastig te verzekeren is. Daarvoor bestaat echter geen empirische onderbouwing“). Zij besluiten :

“Een kwantitatieve aansprakelijkheidsbeperking in combinatie met een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering zou er, tot slot, naar Belgisch recht toe leiden dat een bestuurder behoudens bedrieglijk opzet in het geheel niet persoonlijk geraakt wordt door een bestuurdersaansprakelijkheidsvordering, hoe terecht die vordering ook moge zijn. Dit lijkt ons wenselijk noch afschrikwekkend. Vergoedend is het evenmin, als het schadebedrag althans het maximumbedrag te boven gaat. Het voorgestelde Belgische kwantitatieve aansprakelijkheidsmaximum verdient geen navolging in Nederland. Onzes inziens volstaatde hoge kwalitatieve drempel die voor bestuurdersaansprakelijkheid geldt. Aansprakelijkheid van bestuurders – het moet geen mythe worden.”

Continue reading “‘Het voorgestelde Belgische kwantitatieve aansprakelijkheids-maximum verdient geen navolging in Nederland’”

Exit het handelsrecht; een nieuw ondernemingsrecht verrijst vóór Pasen

Kamer keurt Wetsontwerp Hervorming Ondernemingsrecht goed

De Kamer keurde donderdagnacht het Wetsontwerp Hervorming Ondernemingsrecht goed. Hiermee neemt België na 211 jaar afscheid van de Code de Commerce van Napoleon.

Hierdoor zijn verregaande wijzigingen goedgekeurd aan het Wetboek Economisch Recht, het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Koophandel, het Wetboek van vennootschappen en het Gerechtelijk Wetboek. De notie ‘handelaar’ wordt afgeschaft, het Wetboek van koophandel verdwijnt als dusdanig, de rechtbanken van koophandel worden ondernemingsrechtbanken (en hun bevoegdheid wordt anders omschreven), de maatschap krijgt een plaats in het ondernemingsrecht, boek XIV WER over de marktpraktijken van vrije beroepen verdwijnt en bovenal wordt komt er een nieuw ‘formeel’ ondernemingsbegrip als basisbouwsteen.

De datum van inwerkingtreding is, behoudens uitzonderingen in beide richtingen, 1 november 2018.

Deze hervorming is de tweede “trein” van drie die toekomt in de hervorming van het ondernemingsrecht sensu lato door minister van justitie Koen Geens. Continue reading “Exit het handelsrecht; een nieuw ondernemingsrecht verrijst vóór Pasen”

Hoe uitsluitend is de “uitsluitende bevoegdheid van de curator” in art. XX.227 §2 WER ?

Geen inperking van individuele vorderingen voor persoonlijk nadeel bij ‘wrongful trading’

Met art. XX.227 krijgt wrongful trading voor het eerst in het Belgisch recht een specifieke wetsbepaling (zie eerdere posts). De memorie van toelichting van de invoeringswet van Boek XX zegt over art. XX.227 WER: “Deze bepaling herneemt en bevestigt de geldende rechtspraak inzake de aansprakelijkheid van bestuurders en feitelijke bestuurders die een reddeloos verloren onderneming verder voeren.”

Art. XX.227 bevestigt onder meer dat de aangroei van het passief wegens een onrechtmatige verderzetting collectieve schade kan veroorzaken. Deze boedelschade is niet beperkt tot die gevallen waarin de gefailleerde vennootschap zelf zou kunnen vorderen. Hierin kan een codificatie van de Unac-rechtspraak van het Hof van Cassatie worden gezien. Continue reading “Hoe uitsluitend is de “uitsluitende bevoegdheid van de curator” in art. XX.227 §2 WER ?”

Wetsontwerp Hervorming Ondernemingsrecht: update

Vandaag begint de Kamercommissie Handelsrecht de bespreking in tweede lezing van het Wetontwerp Hervorming Ondernemingsrecht. Het Verslag van de eerste lezing door rapporteurs de Lamotte en Van der Donckt kan u hier vinden. Een bespreking van het wetsontwerp las u eerder hier.

AANVULLING 13/3/2018 – 13u: tekst werd goedgekeurd door de kamercommissie en gaat naar plenaire vergadering

Aansprakelijkheid voor ‘wrongful trading’ en ‘kennelijk grove fout’ in het WER: een ruimer toepassingsgebied én ruimere vrijstellingen

Schuilt het geluk in een kleine onderneming?

De Wet van 11 augustus 2017 houdende invoeging van het Boek XX WER codificeert met art. XX.227 WER de boedelvordering wegens het kennelijk onredelijk verderzetten van een verlieslatende activiteit. De standaard van aansprakelijkheid in deze bepaling is duidelijke geïnspireerd op de wrongful trading-bepaling van Section 214 van de Insolvency Act in het Verenigd Koninkrijk (overigens zonder er een kopie van te zijn).

Toch is deze aansprakelijkheid in geen geval een novum in de Belgisch rechtsorde. Wellicht kent België wrongful trading al langer dan het VK. Het “Overzicht van rechtspraak” van professor Ronse & C° uit 1978 spreekt reeds van “de mogelijkheid om de beheerders persoonlijk aansprakelijk te stellen uit onrechtmatige daad, wanneer zij in naam en voor rekening van hun vennootschap verbintenissen hebben aangegaan, terwijl zij wisten of behoorden te weten dat de vennootschap nooit in staat zou zijn die te kunnen nakomen” (TPR 1978, 823, nr. 202). Ze verwijzen daarbij naar het vonnis in het Unac-faillissement dat later aanleiding zou geven tot wellicht hét Belgische cassatie-arrest inzake collectieve schade.

De invoering van een wrongful trading-aansprakelijkheidsgrond à la belge in het WER hangt samen met de verhuis van de bijzondere faillissementsaansprakelijkheid van het vennootschapsrecht naar het insolventierecht. De Wet van 11 augustus 2017 heft art. 265, 409 en 530 W.Venn op en vervangt deze bepalingen door art. XX.225-226 WER (dat opnieuw zeker geen identieke kopie is van de voorgangers in het W.Venn.).

Nog te weinig werd opgemerkt dat met de verhuis ook het toepassingsgebied ratione societatis ingrijpend werd gewijzigd. Continue reading “Aansprakelijkheid voor ‘wrongful trading’ en ‘kennelijk grove fout’ in het WER: een ruimer toepassingsgebied én ruimere vrijstellingen”

Collectieve en individuele schade in het faillissement na de invoering van Boek XX

Een nieuwe ‘afgeleide boedelvordering’ bij faillissementsaansprakelijkheid voor kennelijk grove fout

Een klassieke vraag in het faillissementsrecht is voor welke schade de curator dan wel individuele schuldeisers een vordering hebben. Dit leerstuk staat in België bekend als het onderscheid tussen ‘collectieve’ en ‘individuele’ schade. De vordering tot herstel van collectieve schade komt overeen met wat in Nederland de ‘Peeters/Gatzen’-vordering heet. Deze blogpost is een primer rond de regels inzake collectieve en individuele schade met bijzondere aandacht voor wat er wijzigt na de inwerkingtreding van Boek XX WER (voorzien op 1 mei 2018). Continue reading “Collectieve en individuele schade in het faillissement na de invoering van Boek XX”

Lost in translation? The case of ‘trust insolvency’

A ‘hybrid mismatch’ in private law?

In a previous blogpost, we formulated some thoughts on the CJEU’s judgment in the Panayi Trust Case. We concluded that, for various reasons, it could reasonably be expected that trusts can indeed be considered to be ‘entities’ which can come under the scope of the freedom of establishment.

The importance of language

Apart from this conclusion, the different language versions of the CJEU’s judgment, and especially a comparison thereof, make for an interesting reading.  Continue reading “Lost in translation? The case of ‘trust insolvency’”

Welke activa vallen in de faillissementsboedel? Dat hangt in het nieuwe insolventierecht van de gefailleerde af

Over de universaliteit van het faillissement na het nieuwe art. XX.110 WER

De faillissementsboedel bundelt de gezamenlijke rechten tot uitwinning van de schuldeisers, die collectief “gerealiseerd” worden door het vonnis van faillietverklaring. Vandaar dat er meestal gesproken wordt van de goederen “van” de boedel (ook al is er geen eigendomsoverdracht naar de boedel).

Welke zijn nu die goederen van de boedel? Het nieuwe insolventierecht, normalerwijze in werking vanaf 1 mei 2018, wijzigt dit (art. XX.110 § 1 en 3 WER), maar deze regel is minder duidelijk dan het lijkt. Continue reading “Welke activa vallen in de faillissementsboedel? Dat hangt in het nieuwe insolventierecht van de gefailleerde af”

Zit na invoering van een ‘cap’ op bestuursaansprakelijkheid straks iedereen aan het Belgisch vennootschapsrecht?

En bereiken we de ‘top’ of de ‘bottom’?

Het nieuwe jaar komt met de belofte van een nieuw vennootschapsrecht.

Eén van de meest fundamentele wijzigingen in de vooropgestelde hervorming van het vennootschapsrecht is de mogelijkheid om vrij het toepasselijk vennootschapsrecht te kiezen (vulgo: de statutaire zetelleer). Oprichters en aandeelhouders van een Belgische onderneming worden vrij in de keuze van de  lex societatis . Een Belgische onderneming zal, zonder enig reëel aanknopingspunt met de betrokken jurisdictie, kunnen kiezen voor het recht van Nederland, Bulgarije of Malta of — en hier zou de Belgische wetgever verder gaan dan dan enige Europese verplichting —  van Oezbekistan, Delaware of Panama.

Een andere voorgestelde wijziging zou de invoering zijn van een maximumbedrag voor bestuursaansprakelijkheid voor een feit of complex van feiten (de “cap“). 

Voor Belgische of  buitenlands ondernemers zal die ‘cap’ een van de meest unieke aspecten van het Belgisch vennootschapsrecht vormen.  In deze post gaan we in op mogelijke interferenties tussen de ‘cap’ en de mogelijkheid om je vennootschapsrecht vrij te kiezen.  Continue reading “Zit na invoering van een ‘cap’ op bestuursaansprakelijkheid straks iedereen aan het Belgisch vennootschapsrecht?”

Van minimumkapitaal naar maximumkapitaal

Naar de vennootschap met zeer beperkte aansprakelijkheid

In vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid zoals een NV of een BV(BA) zijn de aandeelhouders niet aansprakelijk. Daar zijn goede reden voor. Kapitaalintensieve projecten kunnen op deze manier veel aandeelhouders als financier aantrekken. Die aandeelhouders kunnen door de niet-aansprakelijkheid hun investeringen met een gerust hart diversifiëren en overlaten aan een gespecialiseerd management. Door de niet-aansprakelijkheid van aandeelhouders kunnen aandelen ook vrij overdraagbaar worden: vennootschapsschuldeisers hoeven hun toestemming niet te verlenen. Continue reading “Van minimumkapitaal naar maximumkapitaal”

‘Wrongful trading’ in België en UK: hoe bezorgd moeten bestuurders zijn voor het nieuwe art. XX.227 WER?

Een gastblogpost door Arne Vanhees

Het hervormed insolventierecht in Boek XX WER voorziet in een nieuwe aansprakelijkheidsgrond bij faillissement in geval van wrongful trading. De krachtlijnen van deze nieuwe bepaling (Art. XX.227. WER) werden reeds in een eerdere post uiteengezet.

De nieuwe aansprakelijkheidsgrond is breed geformuleerd, want van toepassing vanaf het ogenblik waarop de bestuurder ‘behoorde te weten’ dat er kennelijk geen redelijk vooruitzicht was om de onderneming of haar activiteiten te behouden en een faillissement te vermijden (hierna ‘het moment van de waarheid’). Vanaf ‘het moment van de waarheid’ kan een bestuurder die in eer en geweten, maar onzorgvuldig, gehandeld heeft, aansprakelijk gesteld worden.

Een blik over het Kanaal leert evenwel dat bestuurders zich minder zorgen moeten maken dan op het eerste gezicht blijkt. Continue reading “‘Wrongful trading’ in België en UK: hoe bezorgd moeten bestuurders zijn voor het nieuwe art. XX.227 WER?”