Hoofdelijkheid bij groepsvennootschappen: zo de lusten, zo de lasten

Een volkomen rechtspersoon wordt er niet minder volkomen op louter doordat hij in een groepsstructuur zit. Een groepsvennootschap met volkomen rechtspersoonlijkheid is dan ook in de regel niet aansprakelijk voor de schulden van andere groepsvennootschappen. Kredietgevers beperken daarom typisch het insolventierisico door meerdere groepsvennootschappen samen te doen instaan voor de terugbetaling ervan. Dat kan bijvoorbeeld door die vennootschappen zich hoofdelijk te doen verbinden.

Dat was ook het geval in een zaak waarover de Nederlandse Hoge Raad zich recent heeft gebogen. Een Nederlandse B.V. verbindt zich hoofdelijk voor kredieten van haar zustervennootschap. Daarop gaat de B.V. failliet. De curator betaalt het krediet voor een groot stuk terug aan de bank. De rest van het krediet lost de (niet-failliete) zustervennootschap zelf af. De curator van de B.V. neemt vervolgens regres op de zustervennootschap. De boedel heeft immers, zo verdedigt de curator, meer aan de bank betaald dan de B.V. diende bij te dragen in de interne verhouding met haar zustervennootschap.

De vraag is dan: wat is die interne verhouding?

Continue reading “Hoofdelijkheid bij groepsvennootschappen: zo de lusten, zo de lasten”

De actio pauliana tegen kapitaalverhoging met uitsluiting van voorkeurrecht

Eerdere posts (zie hier, hier en hier) lichtten toe hoe vennootschapsschuldeisers de actio pauliana (artikel 1167 oud BW; art. 5.243 BW) kunnen inzetten om uitkeringen aan te vechten die op voorzienbare wijze nadeel toebrengen aan hun verhaalsmogelijkheden. Het typevoorbeeld daarvan is het excessieve dividend, maar ook reële kapitaalverminderingen kunnen op soortgelijke wijze het vennootschapsvermogen als onderpand voor de schuldeiser uithollen. In een arrest van 10 juni 2022 buigt het Hof van Cassatie zich over de toepassing van de actio pauliana op de omgekeerde kapitaalbeweging: een kapitaalverhoging.

Continue reading “De actio pauliana tegen kapitaalverhoging met uitsluiting van voorkeurrecht”

Breaking news: Wetboek Vennootschappen en Verenigingen goedgekeurd door ministerraad

De Ministerraad heeft zopas het ontwerp van Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen goedgekeurd. Het gaat om wellicht de meest verregaande hervorming van het recht inzake vennootschappen, verenigingen en stichtingen die ons land ooit heeft gekend.

Continue reading “Breaking news: Wetboek Vennootschappen en Verenigingen goedgekeurd door ministerraad”

Pleidooi voor zes innovaties in het insolventierecht

Een verruimd insolventierecht met een betere afdwinging

In vorige posts waarschuwden we voor de gevaren die de geplande afschaffing van het minimumkapitaal, en bovenal van de werkelijke zetel, met zich meebrengt. Zijn schuldeisers zonder de werkelijke zetel dan loslopend wild voor opportunistische insiders? Continue reading “Pleidooi voor zes innovaties in het insolventierecht”

Vrije keuze van vennootschapsrecht: enkele kritische kanttekeningen

Worden de aandelen aan toonder weer ingevoerd?

In een vorige post hielden we de voorgenomen afschaffing van het minimumkapitaal kritisch tegen het licht. Een tweede voorgestelde wijziging is meer fundamenteel. Het werkelijke-zetelmechanisme zou verdwijnen ten gunste van een volledige vrijheid om de lex societatis te kiezen, ook als de onderneming enkel of voornamelijk in België actief is of vanuit België wordt geleid.[1]

Bij de veelgehoorde argumenten voor een vrije keuze kunnen alvast de volgende kanttekeningen worden geplaatst.

Continue reading “Vrije keuze van vennootschapsrecht: enkele kritische kanttekeningen”

Ook dwang moet dwingend zijn. De werkelijke zetel als schuldeisersbescherming.

In twee vorige posts belichtten we de bescheiden maar onderschatte verdiensten van een lompe inbrengverplichting als het minimumkapitaal. Deze of elke andere regel de de negatieve aspecten van beperkte aansprakelijkheid wil mitigeren is echter weinig zinvol als door rechtskeuze deze regel kan ontweken. Continue reading “Ook dwang moet dwingend zijn. De werkelijke zetel als schuldeisersbescherming.”

Oprichtersaansprakelijkheid ter vervanging van minimumkapitaal

De sprong richting flexibiliteit

De Minister van Justitie bereidt een ambitieuze (her)codificatiebeweging voor.[1] Voor het rechtspersonenrecht zal de hervorming vertrekken van de voorstellen van het Belgisch Centrum voor Vennootschapsrecht, zoals  besproken in het parlement.[2] “Flexibiliteit” (of “soepelheid”) is bij de hervorming een – hét – kernbegrip.[3] In het belang van die flexibiliteit moeten onder eerder besproken beschermingstechnieken sneuvelen: het minimumkapitaal en de werkelijke zetel.

In deze post houden we de afschaffing van het minimumkapitaal (buiten bij de NV, daar moet het van Europa) kritisch tegen het licht. Continue reading “Oprichtersaansprakelijkheid ter vervanging van minimumkapitaal”

Soms is lomp slim

Regels inzake minimumkapitaal zijn makkelijk na te komen en af te dwingen

Een eerdere post had het over het verplicht minimumkapitaal. Niet-aansprakelijkheid van de aandeelhouder wordt door het bestaan van een verplichte en achtergestelde inbreng  “beperkte aansprakelijkheid”. Zeker voor kleine vennootschappen met een controlerende aandeelhouder is de prikkel die het wettelijk minimumkapitaal met zich brengt reëel.

Het minimumkapitaal is niet langer en vogue in de doctrine. Continue reading “Soms is lomp slim”

‘Moral hazard’ en ‘eigen risico’ bij beperkte aansprakelijkheid

De rechtspersoonstechniek als ‘verzekering’ en het minimumkapitaal als ‘franchise’

De vennootschap met volkomen rechtspersoonlijkheid heeft gevolgen die derden moeten ondergaan. Het bekendste gevolg is dat vennootschapsschuldeisers zich moeten zich laten tegenwerpen dat een aandeelhouder niet aansprakelijk is voor de vennootschapsschulden.

De niet-aansprakelijkheid van de rechtspersoonstechniek werkt als een “verzekering” van de aandeelhouders tegen het ondernemingsrisico. Dat risico verdwijnt uiteraard niet, maar verschuift naar de vennootschapsschuldeisers. Economisch treden de vennootschapsschuldeisers, al dan niet willig, op als een verzekeraar van de aandeelhouders. Continue reading “‘Moral hazard’ en ‘eigen risico’ bij beperkte aansprakelijkheid”

Hoe misbruik maken van een rechtspersoon? De 5 belangrijkste ingrediënten op een rijtje

Vennootschapsrecht is (ook) derdenrecht

In verkeerde handen is een vennootschap met volkomen rechtspersoonlijkheid  een riskant instrument. De rechtspersoon is immers een vermogenstechniek met voor derden bindende effecten.

Daarmee lijkt het vennootschapsrecht op zakenrecht: zakenrecht is immers “derdenrecht”. Beide rechtstakken laten toe afspraken te maken die aan derden tegenwerpelijk zijn. Vennootschapsrecht kan daarom conceptueel niet worden gereduceerd tot een “contract” tussen vennootschapsinsiders.

De voor derden bindende kenmerken van de rechtspersoonstechniek geven aandeelhouders en bestuurders de mogelijkheid om opportunistisch met activa en passiva, goederen en aansprakelijkheden, te schuiven ten nadele van derden. We noemen kort de belangrijkste van die kenmerken: Continue reading “Hoe misbruik maken van een rechtspersoon? De 5 belangrijkste ingrediënten op een rijtje”

%d bloggers like this: