Boedelschuld, een lastig label (huur als teaser)

Nieuwe praktische wegwijzer over boedelschulden verschenen bij Kluwer

Boedelschulden behoren tot het DNA van het insolventierecht. Als “schulden van de boedel” verwijzen ze naar de juridische ruwbouw van de insolventieprocedure. Die ruwbouw, de boedel, is een afgescheiden en onder bewind gesteld vermogen met een vereffenings- of saneringsdoel (typevoorbeeld: de faillissementsboedel). Boedelschulden zijn niets anders dan schulden waarvan de boedel zelf de schuldenaar is. De boedel moet ze betalen vóór de “schulden in de boedel” – simpel gesteld, de te vereffenen of saneren schulden van de insolvente schuldenaar.

Dat klinkt gemakkelijker dan het is. In een recente bijdrage, verschenen in de reeksen Faillissement & Reorganisatie en AdvocatenPraktijk van Kluwer, verheldert Gillis Lindemans het concept boedelschulden aan de hand van concrete toepassingen. Daarvan hieronder alvast eentje, als teaser: schulden uit huurovereenkomsten.

Continue reading “Boedelschuld, een lastig label (huur als teaser)”

The ECJ in “Estro/Smallstep” on the Dutch pre-pack in relation to article 5(1) of Directive 2001/23

A red flag for the pre-pack as we know it?

In its preliminary ruling of today, the ECJ has decided that the Dutch pre-pack does not come under the derogation in Article 5(1) of Directive 2001/23. The reasoning of the ECJ will have important consequences for the pre-pack-practice and (draft) legislation in all European Member States, including Belgium, Germany, France and the United Kingdom.

Background: Project Butterfly

In November 2013, Estro Groep BV (with 380 establishments and 3.600 employees the largest childcare company in the Netherlands) entered into financial distress. Since plan A, i.e. consulting its lenders and principal shareholders in order to obtain further financing, was unsuccessful, “Project Butterfly” came into force. Under Project Butterfly, a significant part of Estro Group would be transferred pursuant to a pre-pack: 243 centers out of 380 would be saved and 2.500 employees out of 3.600 would keep their job. Continue reading “The ECJ in “Estro/Smallstep” on the Dutch pre-pack in relation to article 5(1) of Directive 2001/23”

Ode on a Distant Prospect of Bankruptcy Governance

Frederik De Leo over de voorstellen voor een nieuwe insolventiewetgeving in de Juristenkrant

In een recente bijdrage in de Juristenkrant heb ik betoogd dat de wetgever in de huidige voorstellen voor een nieuwe insolventiewetgeving te weinig aandacht heeft voor corporate governance bij ondernemingen in financiële moeilijkheden (i.e. bankruptcy governance). In die bijdrage is mijn aandacht voornamelijk uitgegaan naar het stil faillissement, waarover reeds eerder werd bericht op deze blog (zie hier,  hier en hier).

Vanuit een governanceperspectief betreft het stil faillissement echter een insolventierechtelijk zorgenkind: de nodige bonding- en monitoringmechanismen ontbreken. Daardoor bestaat het risico dat het stil faillissement een doofpot wordt voor opportunistisch gedrag van de agent en verbonden partijen.

Het volledig artikel kan u raadplegen in het recente nummer 351 van de Juristenkrant.

Frederik De Leo
Doctoraatsbursaal
Instituut voor Handels- en Insolventierecht, KU Leuven

 

Het einde van de slapende vennootschappen

Publicatie van Wet van 17 mei 2017 tot wijziging van diverse wetten met het oog op de aanvulling van de gerechtelijke ontbindingsprocedure van vennootschappen

De wetswijziging van 17 mei 2017, die maandag werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad,[1] luidt het einde in van de zgn. ‘slapende vennootschappen’. De wetgever wijzigt hiermee de gerechtelijke ontbindingsprocedure vervat in art. 182 W.Venn. krachtens dewelke vennootschappen die gedurende drie opeenvolgende jaren geen jaarrekening hebben neergelegd gerechtelijk kunnen worden ontbonden. Continue reading “Het einde van de slapende vennootschappen”

Lessons from history: the emergence of the corporate form

Dari-Mattiacci, Gelderblom, Jonker & Perotti in the Journal of Law, Economics & Organization on the Dutch East Indies Company (VOC)

In a recent article, published in the Journal of Law, Economics & Organization (the article can be consulted here), DARI-MATTIACCI, GELDERBLOM, JONKER and PEROTTI describe the emergence of the corporate form during the 17th century. In doing so, they put important insights from other authors (HANSMANN, KRAAKMAN and SQUIRE, click here and BLAIR, click here) in an historical perspective. Professor DARI-MATTIACCI, one of the authors, held in 2015 at the KU Leuven the first Heremans Lecture on “The new economics of property rights. Unlocking the fundamental features and the historical emergence of the business corporation “, discussing a draft of this article.

Their research shows the corporate form to be a legal innovation, meeting the practical needs of oversees trade and appearing first in the Dutch East India Company (VOC). The partnership form and contractual commitments of capital did not provide the durability needed for oversees trade with Asia at the end of the 16th century. Continue reading “Lessons from history: the emergence of the corporate form”

Over de ex nunc-werking van constitutieve vonnissen in het vennootschaps- en insolventierecht

Recente arresten van de Hoge Raad en het Hof van Cassatie over hervorming faillissements- en vereffeningsvonnissen

In een arrest van 11 november 2016 (ECLI:NL:HR:2016:2577) bevestigt de Hoge Raad dat de faillissementstoestand van een gefailleerde voortduurt tot de uitspraak waarmee de faillietverklaring werd vernietigd kracht van gewijsde heeft verkregen. Handelingen die de curator verrichtte voordat de vernietiging van het faillissementsvonnis kracht van gewijsde verkreeg, blijven nadien overeind. Hieruit blijkt dat de rechtstoestand gecreëerd door een faillissementsvonnis niet retroactief wordt tenietgedaan bij een latere hervorming, wat wij in een eerdere blogpost reeds argumenteerden naar aanleiding van een Belgisch arrest van het Hof van Cassatie. Continue reading “Over de ex nunc-werking van constitutieve vonnissen in het vennootschaps- en insolventierecht”

Tussen hamer en aambeeld. Wrongful trading in het Belgische insolventierecht

De bestuurder van een vennootschap in financiële moeilijkheden bevindt zich tussen hamer en aambeeld. Enerzijds moet hij al het noodzakelijke doen om de continuïteit van de onderneming te vrijwaren. Anderzijds weet hij dat zijn handelingen als bestuurder in een later stadium, en met de “benefit of hindsight”, kritisch tegen het licht gehouden zullen worden. In een eerdere post werden enkele concrete richtlijnen voor bestuurders geformuleerd om zich doorheen dit mijnenveld te bewegen.   Continue reading “Tussen hamer en aambeeld. Wrongful trading in het Belgische insolventierecht”

Hervorming van het Belgische insolventierecht

Het wetsontwerp houdende invoeging van het Boek XX “Insolventie van ondernemingen”, in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan boek XX, en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek XX, in boek I van het Wetboek van economisch recht, werd gisteren gepubliceerd op de website van de Kamer, en kan hier geconsulteerd worden. De hervorming van het insolventierecht kadert in de door Minister van Justitie Geens vooropgestelde hercodificatie van de basiswetgeving.

Continue reading “Hervorming van het Belgische insolventierecht”

Legal seizure of shares: an underrated cornerstone of organizational law

A post by guest blogger Bram Van Baelen

It is a fundamental rule in many legal orders that when a debtor fails to pay his debt(s), his personal creditors can seize his assets. Legal seizure of assets is, as such, a necessary tool for creditors in order to force an unwilling debtor to fulfill his obligations. Ultimately, legal seizure can lead to a forced sale of the debtor’s assets.

When a debtor owns shares in a share capital corporation, these shares are part of the debtor’s assets as well. Just like the debtor’s house, car, or bank account, shares in corporations are available for creditors to seek recourse on for their unpaid claims. Therefore, proper legal seizure proceedings of shares are in place in order to protect the interest of personal creditors of shareholders and to consolidate this fundamental principle.

The legal seizure of shares is necessary for another reason as well. Continue reading “Legal seizure of shares: an underrated cornerstone of organizational law”

Verdoken uitkeringen: de pauliana slaat weer toe

De hervonden jeugd van een antiek wapen

Als een vennootschap ter ziele dreigt te gaan, is het voor insiders verleidelijk nog snel de overgebleven activa te versluizen naar een ander vermogen. Dat kan hun persoonlijk vermogen zijn, of dat van een andere rechtspersoon onder hun controle. Want zeg nu zelf: waarom de lekkerste brokjes aan de vennootschapsschuldeisers laten, indien u er zelf nog van kunt genieten?

Wees toch maar op uw hoede: de vennootschapsschuldeisers zijn gewapend tegen dat soort snode verdoken uitkeringen.  Continue reading “Verdoken uitkeringen: de pauliana slaat weer toe”

Een nieuwe theorie voor de waardering van aandelen bij geschillenregeling: de pro rata going concern waarde

Inleiding. Een steeds terugkomende discussie bij de geschillenregeling is de correcte waardering van aandelen. Getuige hiervan zijn de vele artikels en annotaties over de peildatum en over de vraag of bij geschillenregeling een minderheidsdécote gerechtvaardigd is.

In deze blogpost argumenteer ik dat veel van de onduidelijkheden in de rechtspraak en rechtsleer zijn terug te brengen tot een verkeerd uitgangspunt voor de waardering van aandelen in geschillenregeling, namelijk “de prijs die een onafhankelijke derde zou betalen bij een vrijwillige overname” (hierna “derde-verkoopswaarde” genoemd). Continue reading “Een nieuwe theorie voor de waardering van aandelen bij geschillenregeling: de pro rata going concern waarde”

Hoe het faillissement de rol van deficitaire vereffeningsprocedure vervult

Post door gastblogger Jasper Van Eetvelde over Gent 1 juni 2015 (TRV-RPS 2016, 1122)

De vereffeningsprocedure vervult een essentiële rol in de vrijwaring van de rechten van de vennootschapsschuldeisers, wanneer hun onderpand, het vennootschapsvermogen, dreigt te verdwijnen als een gevolg van de ontbinding. Zij biedt de schuldeisers echter slechts waarborgen in de mate waarin zij correct gebeurt: alle activa en passiva dienen te worden opgespoord en voor elkaar bestemd. In het bijzonder bij een deficitaire vermogenstoestand is een kwaliteitsvolle vereffeningsprocedure van belang, aangezien de activa per definitie niet volstaan om de passiva te voldoen (J. VANANROYE, “Kwaliteitscontrole op de vereffening: tijd voor een verandering van focus”, TRV 2011, 529). Continue reading “Hoe het faillissement de rol van deficitaire vereffeningsprocedure vervult”

De lege boedelproblematiek: een onderbelichte kwaal zonder adequate remedie

Als de activa niet volstaan om zelfs maar de boedelschulden te betalen

Een curator heeft verregaande herstelbevoegdheden tijdens een faillissement, althans zolang er voldoende geld beschikbaar is om de procedure te financieren. Wat gebeurt er indien de boedel weinig tot geen activa bevat? Continue reading “De lege boedelproblematiek: een onderbelichte kwaal zonder adequate remedie”

Are “common rules for all corporate forms” desirable or feasible?

Book II of the Belgian Company Code and the dangers of recycling antique legislative material

1.

Art. 1832 – 1873  of the Code civil (Title IX of Book III) dealt with the “contract of partnership” (du contrat de société). The articles outlined the rules for the unincorporated partnership.

In Belgium this type of partnership is currently known as “société de droit common” or “maatschap”. Continue reading “Are “common rules for all corporate forms” desirable or feasible?”

De gevolgen van collectieve insolventieprocedures voor de executierechten van individuele schuldeisers

Nieuw boek van Mr Stan Brijs en Mr Rubben Lindemans bij Knops Publishing

Ons denken over de verhouding tussen de schuldeiser en de insolvabiliteit van debiteuren is de afgelopen jaren totaal veranderd, schrijft Professor Dirix in zijn inleidende beschouwing in Curatoren en vereffenaars: actuele ontwikkelingen III (“Het insolventierecht anno 2014”, Antwerpen, Intersentia, 2014, 3). Eén van de stuwende krachten die deze nieuwe denkwijze voedt, is de verschuiving binnen het insolventierecht van een individuele dimensie naar een collectieve dimensie. Continue reading “De gevolgen van collectieve insolventieprocedures voor de executierechten van individuele schuldeisers”